HET 
								GRONDELOZE MEER   
								Een boer die ‘k nog van vroeger ken,
								vertelde over het Aamsven
								dat daar ooit een veenplas lag
								waarvan geen mens de bodem zag.
								
								Dat was het grondeloze meer,
								In flarden mist en enge sfeer.
								Men fluisterde dat deze plas
								eertijds een plaats des oordeels was.
								
								Een stroper schond de heil’ge nacht.
								Hij had slechts aan zijn buit gedacht,
								en is er jammerlijk verdronken,
								naar eeuw’ge diepten afgezonken.
								
								Zijn ziel vindt sindsdien nergens rust,
								tot hij de vloek der goden sust.
								In maan - en sterrenloze nachten,
								ziet men zijn schim wanhopig trachten,
								
								de plas te legen met veel spoed
								door middel van een vingerhoed.
								Want pas als ‘t meer is drooggelegd,
								kan hij in ’t hemelrijk terecht…..
								
								“ Stroop nooit op kerstnacht in ’t Aamsven”
								waarschuwt de boer die ik nog ken.
								“Opdat je niet met vingerhoed
								die arme sloeber helpen moet”.
								
								
								
								Wanneer we van uit de stad de hele Brinkstraat 
								afrijden komen we uit op de Zuid Esmarkerrondweg. 
								Direct rechtdoor kunnen we de Roodmolenweg nemen 
								maar iets links of rechts gaan ook de 
								Hölterhofweg en het Lappenpad (beide wegen met 
								een sage verbonden) richting het Enschedees 
								Sagenland of wel het Aamsveen. 
								Als we Cato Elderink mogen geloven, speelden zich hier op de 
								moerassige en op sommige plaatsen ontoegankelijk 
								veengrond tussen Nederland en Duitsland de 
								geheimzinnigste zaken af. Niet voor niets is 
								hier in 1973 een stukje weg ter ere van de 
								schrijfster, Sagenweg genoemd. 
								 Legenden en sagen 
								zijn ontstaan uit gebeurtenissen uit een ver 
								verleden die, wel of niet waar, van vader op 
								zoon op stille avonden rond het haardvuur door 
								werden verteld en waarbij ieder zijn eigen 
								versie of verzinsel om het spannend te maken, 
								toevoegde. Deze traditie gaat terug tot onze 
								heidense voorouders die nog in Wodan, Donar en 
								andere natuurgoden geloofden, maar waar de kerk 
								langzaam maar zeker een christelijk tintje aan 
								toekende. Veel van de verhalen hebben dan ook 
								nog kenmerken van beide religies. Nemen we dat 
								van de brutale stroper en het Grondeloze meer, 
								nu we ons toch in het Aamsveen bevinden.
Legenden en sagen 
								zijn ontstaan uit gebeurtenissen uit een ver 
								verleden die, wel of niet waar, van vader op 
								zoon op stille avonden rond het haardvuur door 
								werden verteld en waarbij ieder zijn eigen 
								versie of verzinsel om het spannend te maken, 
								toevoegde. Deze traditie gaat terug tot onze 
								heidense voorouders die nog in Wodan, Donar en 
								andere natuurgoden geloofden, maar waar de kerk 
								langzaam maar zeker een christelijk tintje aan 
								toekende. Veel van de verhalen hebben dan ook 
								nog kenmerken van beide religies. Nemen we dat 
								van de brutale stroper en het Grondeloze meer, 
								nu we ons toch in het Aamsveen bevinden. 
								Het was “hillige nacht” de avond waarop de 
								zonnewende zal plaatsvinden en waar de kerk 
								handig de geboorte van Jezus voor in de plaats 
								bracht. Het was een nacht waar van alles kon 
								gebeuren. Niet alleen Wodan kon langs komen, 
								jagend door het hemelruim met zijn dodenleger 
								tijdens de “Wilde Jacht”, maar ook Derk met Beer 
								op zijn reusachtige varken kon komen kijken of 
								het erf wel netjes was opgeruimd. Verder 
								spookten er witte wieven en demonen rond. Je kon 
								dus maar beter thuis blijven, samen rond de het 
								vuur zitten en hopen dat de zonnewende zonder 
								ellende zou verlopen. Ook de tot het christendom 
								bekeerde boeren zochten voor alle zekerheid de 
								luwte van eigen haard op want je wist het maar 
								nooit en je naar buiten wagen om iets 
								onwettelijks te doen als stropen kon fatale 
								gevolgen hebben, niet alleen voor jezelf maar 
								ook voor je gezin, vee en de oogst van komend 
								seizoen. Onze stroper was dus gewaarschuwd, maar 
								toch begaf hij zich in het Aamsveen, want 
								niemand zou hem in deze stille nacht waar geen 
								mens zich buiten waagde, betrappen. Maar hij had 
								geen rekening gehouden met de buitenaardse 
								machten. Was het Onze Lieve Heer of Wodan in de 
								gedaante van een vette haas die hem in het 
								Grondeloze meer lokte en hem naar de onpeilbare 
								diepten van de plas liet afzinken? Er is nooit 
								iets van hem teruggevonden, maar zijn ziel die 
								nergens rust vond, waart er in duistere nachten 
								rond waar hij als compensatie voor zijn daad en 
								om alsnog een plekje in de hemel te veroveren, 
								het meer met een vingerhoed leeg moet scheppen.
								
								Lukt dat, dan stijgt hij ten hemel en is 
								verlost…..
								De helden onder ons die zich op zo’n nacht in 
								het veen wagen, kunnen zijn schim als een 
								razende bij het meer zien scheppen……Maar wees 
								voorzichtig, je bent zo zelf met een vingerhoed 
								in de weer.
								Sagen en Legenden ontstaan vaak spontaan uit een 
								gebeurtenis. Het zou zomaar kunnen dat men over 
								een paar honderd jaren een aangedikt verhaal 
								vertelt over de grote partij worsten die men 
								onlangs illegaal op de Sagenweg heeft gedumpt….. 
								Zowel schandelijk als opmerkelijk, beide prima 
								voedingsbodems voor een sage…..