Vandaag weer een fraai schilderij 
								van Hans Scholte in ’t Hoff waarin hij zijn zorg 
								met ons wil delen over de dramatische teruggang 
								van de vogelstand. Diverse soorten komen steeds 
								minder in ons land voor. Een van de oorzaken is 
								de monocultuur in de landbouw. Waar vroeger de 
								boer afwisselend rogge, aardappels, bieten en 
								haver verbouwde, zien we nu alleen nog mais 
								terwijl de voorheen ruige weilanden worden 
								ingezaaid met soorten gras die geen plaats bieden 
								aan bloemen en ander kruid waardoor ook insecten 
								verdwijnen. Zelf werken we er ook aan mee. De 
								tuinen waar onze gevleugelde vrienden ooit volop 
								scharrelden worden voor het gemak steeds vaker 
								geplaveid met tegels of kunstgras terwijl heggen 
								waar werd genesteld worden vervangen door 
								schuttingen.
								Op het schilderij 
								zien we een jonge vrouw die vanuit haar woning 
								op de Helmerhoek richting Usselo kijkt. 
								In de verte is nog een Usseler boerderij met wat 
								groen te zien maar donkere wolken pakken zich 
								samen boven de Es en hoe dichter we de stad 
								naderen, hoe schraler en onvruchtbaarder de 
								grond. Haar naaktheid geeft haar onzekerheid en 
								machteloosheid weer voor wat ons te wachten 
								staat. Alle ellende waarvoor ze bang is, zoals 
								de opwarming der aarde en het verdwijnen van de 
								vogels balt zich samen in de vogelverschrikker 
								die op weg is zijn taak met succes af te ronden.
								
								
								Links van haar zien we een muur 
								bekleed met behang waarop bonte vogels zijn 
								afgebeeld, een metafoor voor een toekomst waar 
								ons nageslacht veel vogels alleen nog zal kennen 
								van foto’s en films. De vrouw kijkt ernaar en 
								denkt met enig cynisme; “Gelukkig heb ik het 
								behang nog” en zo heeft Hans zijn schilderij dan 
								ook genoemd.
								
								
								
								
								
								AS……
								
								As de zee stig tot ‘n heugte
								dat he brekt deur diek en duun,
								as Easnke kaampt met slimme dreugte
								en gèn bleumke bleuit mear in de tuun,
								
								As de weenters nooit mear koald bint,
								en ’t gèf nich langer stamppot moos,
								as de essen nich mear goald sind,
								en de boer is werkeloos.
								
								As de wei nich langer greun is
								deur al ’t asfaalt en beton
								as zölfs ’n gieteling beteun* is 
								umdat he nich mear nustel’n kon, 
								
								As ok de vöggel goat bezwiek’n
								en dat is al an de gang,
								köw allennig nog mear kiek’n
								noar oons vöggelkesbehang…
								
								
								
								( *beteun is Twents voor schaars, zeldzaam)
								
								
								
								
								Ons schilderij en rijmpje hebben 
								niet als doel ons een depressie aan te 
								praten.... Ze schetsen slechts toekomstbeelden 
								als we er niets aan doen... Ook in mijn tuin is 
								nog volop vogelleven te bespeuren dat even wordt 
								verstoord als de eekhoorn op zijn vaste ronde 
								een deel van de nootjes op komt eisen...... Als 
								we onze tuin aantrekkelijk voor vogels houden, 
								dragen we een heel stuk bij. En voor wat alle 
								doemscenario's voor de wereld betreft.. Er 
								blijft altijd hoop. Want waar de mens de 
								mogelijk heeft om met zijn unieke hersens zaken 
								te bedenken die het leven op aarde kunnen 
								vernietigen, is hij met dezelfde hersens in 
								staat een oplossing te vinden om dit te 
								voorkomen...... We moeten het alleen willen...