BOMMEN BEREND.
In 1936 besloot Enschede dat de straatnamen per
wijk moesten worden gecoördineerd.
Zo kwam er een bloemenbuurt en een bomenbuurt.
De deftige wijk Stadsmaten werd de
zeeheldenbuurt, de reden waarom BN’ers als
Rembrandt en Vondel plaats moesten maken.
Ook de Bisschopsstraat werd gehalveerd, het
gedeelte vanaf de Nijverheidstraat tot het de
Ruijterplein ging van Galenstraat heten naar een
heldhaftige vlootvoogd…..
Wanneer we die twee straten weer gaan verenigen
komen we tot de verrassende en door de gemeente
zeker niet bedoelde…” Bisschop van Galenstraat.”
Wie was dan die bisschop van Galen zal menigeen
zich afvragen. Welnu beste stadgenoten dat was
een van de grootste plunderaars en
oorlogsmisdadigers die Twente en ook onze stad
in haar geschiedenis heeft gekend.
Christoph Bernhard van Galen was bisschop van
het bisdom Münster en dat betekende in die dagen
zowel de wereldlijke als geestelijke macht. Het
had hem wel wat politiek gekonkel en gevechten
gekost maar hij zat er dan toch maar mooi…. Van
Galen had een langjarig geschil met de Staten
Generaal van de Republiek der zeven verenigde
Nederlanden waarbij hij terecht aanspraak maakte
op de heerlijkheid Borculo en ook kerkelijke
rechten terug wilde op de Groninger Ommelanden
omdat ooit vanuit Münster dit gebied tot het
Christendom was bekeerd terwijl ook de vrije
toegang tot de Noordzee en handelsbelangen een
rol speelden….. Toen de Nederlanden in conflict
raakten met Engeland en alle aandacht en geld
uitging naar de oorlog op zee, sloot de bisschop
in 1655 een verbond met de Britten en viel
onverwacht met 30.000 man vanuit het oosten aan.
Het Staatse leger was verzwakt en niet in staat
om er iets tegenin te brengen. De Achterhoek
werd onder de voet gelopen en op 21 september
was Twente aan de beurt. Losser werd in brand
gestoken waarbij de kerk en meer dan 40 woningen
werden vernield. Hierna volgde Enschede. De stad
werd voor brand gespaard maar wel geplunderd en
moest inkwartiering van officieren en
manschappen toestaan terwijl in het buitengebied
al het vee werd geroofd waardoor de bisschop de
bijnaam “Beernke den Koodeef” kreeg. Ook
Ootmarsum, Oldenzaal, Vriezenveen en Diepenheim
werden overvallen en hadden zwaar te leiden
onder oplegde schattingen. Rijssen werd
verwoest. Daarop stootte de bisschop door naar
Drenthe en Groningen. Toen vond de Franse koning
het voor het machtsevenwicht in Europa genoeg en
kwam het Staatse leger met 6000 man te hulp
waardoor de Münstersen zich, omdat Engeland haar
financiële verplichtingen ook niet na kwam,
moesten terugtrekken en tekende van Galen op 18
april 1666 knarsetandend de Vrede van Kleef,
Twente leeggeroofd en desolaat achterlatend………….
Maar in 1672 dat voor ons land de geschiedenis
inging als het rampjaar, kreeg de op wraak
beluste bisschop opnieuw een kans. Frankrijk en
Engeland verklaarden ons land de oorlog en waar
Engeland ons op zee bestreed, viel de Franse
koning Lodewijk XIV met een leger van 120.000
man vanuit het zuiden over land aan… De
Hollandse steden achter waterlinie moesten
worden verdedigd waardoor het achterland aan
haar lot werd overgelaten. Samen met zijn
collega de bisschop van Keulen viel “Beernke den
Koodeef” opnieuw het oosten binnen.
Verdedigingswerken als de Ommerschans waren
nauwelijks bemand en vestingsteden als Steenwijk
en Coevorden werden na beschieting met een nieuw
soort brandbommen al snel ingenomen. De Twentse
steden die geen verdedigingswerken kenden,
werden onder de voet gelopen en moesten om niet
te worden verwoest zware belastingen betalen en
onderkomens verlenen aan het bisschoppelijk
leger. Het ging snel, binnen een maand was de
bisschop heer en meester in Overijssel dat van
de Unie der Zeven Provinciën werd afgescheiden.
Er was een deel van de bevolking dat de
bezetting door Münster wel zag zitten, dat waren
de katholieken.
De bisschop voerde namelijk de verboden roomse
godsdienst weer in en de katholieken kregen de
kerken die prins Maurits hen wegens heulen met
de Spanjaarden had afgepakt en aan de
protestanten had gegeven, weer terug en eisten
meteen weer bestuurlijke functies, waarvan ze
waren uitgesloten, op.
Weer rukte het Münsterse leger op naar het
noorden. Maar daar was de tegenstand groter. De
vesting Bourtange hield stand. Groningen werd
belegerd maar gaf zich ondanks de beschieting
met stinkbommen, granaten en gloeiende kogels,
niet over. Van Galen kreeg door deze
beschietingen in Groningen de bijnaam “Bomm’n
Beer’nd”. Twee lange jaren zuchtten het oosten
en het noorden onder de plunderingen en
belegeringen toen moesten Münster en Keulen zich
wegens geldgebrek en hulp die de Nederlanden van
de Duitse keizer en Spanje kreeg, terugtrekken
waarna op 22 april 1674 vrede werd gesloten. Het
duurde echter tot juni voordat de legers Twente
hadden verlaten. Delden, Markelo en Goor werden
nog geplunderd en van het platteland werd het
vee geroofd. Na de vrede werden de oude
verhoudingen in Overijssel hersteld en moesten
de katholieken de kerken weer afstaan. Het heeft
bijna een eeuw geduurd voordat Twente en ook
Enschede zich weer enigszins van de aangerichte
oorlogsschade hadden hersteld.
De welwillende houding van de katholieken
tegenover de Spanjaarden en de Münstersen is er
de oorzaak van dat pas ver in de 19e eeuw de
katholieken weer eigen kerken mochten bouwen en
in bestuurlijke functies werden toegelaten. In
onze stad bijvoorbeeld hadden de katholieke en
joodse fabrikanten geen toegang tot de Grote
Sociëteit…..
De beide oorlogen met de bisschop zijn de
geschiedenis ingegaan als de Münsterse Oorlogen.
In Groningen herdenkt men op 28 augustus nog
jaarlijks het ontzet en is een bekende Bistro
naar Bommen Berend genoemd. Bij Overdinkel ligt
nog de Invalsweg en het Pulverhus waar het
bisschoppelijke leger Twente binnenviel en
buskruit opsloeg… In Losser kent men nog het
versje;
Beernke van Goalen stak Loster in braand, jaagt
den schelm naor ’t Meunsterlaand…
Plunderen was ook toen al een oorlogsmisdaad
maar werd oogluikend toegestaan vooral wanneer
geld ontbrak om de soldaten te betalen. Een
veroverde stad of dorp afbranden werd echter
zwaar bestraft vooral omdat in Losser alle
geplunderde en in beslag genomen goederen lagen
opgeslagen in de verwoeste kerk. De daders
werden dan ook terplekke opgehangen, maar daar
hadden de berooide Lossenaren weinig aan.
Het plaatje is een spotprent uit die tijd en
laat de twee gezichten van Bommen Berend als
bisschop en krijgsheer zien…………….