BERGWÖNNER
In vorige stukjes heb ik al eens aangehaald dat
het bijna onmogelijk was om als vreemdeling of
buitenstaander een plekje te vinden binnen een
van de vijf marken waaruit het vroegere Lonneker
bestond. Men was bang voor concurrentie en de
toch al spaarzame gemeenschappelijke gronden
waar heideplaggen werden gestoken te moeten
delen. In principe werd iedereen die geen
binding met de marke had geweerd. De enige
uitzondering was, het wellicht uit christelijke
motieven ingegeven, gedogen van een “indringer”
wanneer deze er in slaagde een hutje te bouwen
en de schoorsteen te laten roken voordat hij
door een van de markeboeren was opgemerkt. Dit
lukte nog wel eens op de grens tussen de
verschillende marken waar men nauwelijks kwam.
Zo’n hutje werd dan een kotte genoemd en de
bewoner een kotter of keuter. Familienamen als
Kötter, Kotte, Venekatte of ten Cate zijn
hiervan afkomstig. Had de kotter zich eenmaal
gevestigd dan kon men er weinig meer tegen doen
en mocht hij een stukje heide voor
levensonderhoud ontginnen. Hij werd wel op
holdings (markevergaderingen) toegelaten, maar
had daar niets te vertellen en had zich te
schikken naar wat de anderen bepaalden. Veel van
deze kottersplaatsen aan de markegrenzen zijn na
het verdelen van de markegronden in de loop van
de tijd door stadsuitbreidingen, herindeling,
ruilverkaveling, enz. verdwenen. Toch denk ik
dat ik er een duidelijk voorbeeld (restant) van
heb gevonden. Ik kan het niet wetenschappelijk
en historisch onderbouwen, maar mijn gevoel zegt
dat het mogelijk is…
Ik wil jullie daarom, ondanks de hitte, meenemen
op een fietstochtje over de Lonnekerberg,
wandelen mag ook met de auto niet. Mijn
kleinzoon Jesse (11 jaar) gaat mee als
fotograaf, dat kan hij goed en dat is ook nodig
want opa trilt te veel voor een mooi, scherp
plaatje. We vertrekken bij de kleigaten van
Smulders aan de Oude Deventerweg aan de voet van
de 61 meter hoge stuwwal die vroeger geheel met
heide was begroeid en door de boeren werd
gebruikt voor het weiden van de schapen. De
huidige bossen ontstonden pas aan het einde van
de negentiende eeuw toen Blijdenstein de berg
kocht om er bosbouw op te plegen. We kijken met
genoegen even naar de mooie plassen die hier
ontstonden door afgravingen van de naast gelegen
vroegere steenbakkerij van Smulders. De plassen
werden eind jaren dertig geëxploiteerd als
recreatiegebied met strandbad en kanovijver,
maar hieraan kwam snel een einde toen de
Duitsers in de oorlog het hele gebied ten
behoeve van het vliegveld opeisten. We bestijgen
de berg via de Bergweg, genieten van de natuur
en ademen de gezonde boslucht in. Eenmaal over
de top fietst het wat makkelijker en dalen we af
richting Oldenzaal. Ineens verschijnt er links
in beeld achter bomen verscholen een wat
verwaarloosde boerderij (zie foto). Dit moet het
erve Bergwönner zijn, zo genoemd naar de eerste
bewoners die op de Lonnekerberg hun geluk
zochten en er misschien wel als kotter waren
begonnen want we naderen de grens met de
vroegere marke Berghuizen. De boerderij is thans
onbewoond en doet, zo te zien, dienst als
opslagplaats, maar even verderop zien we een
riante bungalow die de naam “Bergwönner” draagt
dus de naam is bewaard gebleven en we zitten
goed. De benaming “wönner” werd ook gebruikt
voor de bewoners van een tweede kleinere
boerderij op een groter erf. ( bijvoorbeeld het
bekende Lammerinkswönner in het Ledeboerpark dat
vroeger in Usselo stond en bij het erve
Lammerink behoorde). We dalen verder af en
geraken op een T-splitsing waarbij we tegen een
soort geluidswal aankijken van het Oldenzaalse
bedrijventerrein de Hanzepoort. Hier belanden we
op de Noordergrensweg die zijn naam eer aandoet
want we balanceren op de oude grens tussen
Lonneker en
Berghuizen.
Eén van de houten optrekjes aan de Noordergrensweg....
Rechtsaf gaat het naar
de Oldenzaalsestraat, voor ons doel moeten we
echter links, we pedaleren even door en zien in
een bocht als we goed opletten, rechts van de
weg een grote veldkei bij een beek. Hier stappen
we af om de omgeving beter te bekijken. Bij de
steen staat een informatiebordje waarop te lezen
valt dat deze steen die “Bergwönnersteen”
genoemd wordt, die de grens aanduidt tussen de
oude marken; Lonneker, Berghuizen en Deurningen,
een soort drielanden punt dus. Kijken we naar
links dan zien we naast een woonhuis en een
mooie nieuwe villa een rommelig terrein met een
ongeregelde verzameling van bouwvallige
schuurtjes en houten afdakjes die zo primitief
zijn gebouwd dat wanneer het zou moeten, ze zo
kunnen worden afgebroken. Op deze plek precies
op de grens van de drie marken aan de Lonneker
kant, vermoed ik, gezien de concentratie van de
optrekjes en de ligging aan de heldere
Jufferbeek als watervoorziening, dat dit in
vroeger tijden de ideale afgelegen plek is
geweest om je ongezien te vestigen. Misschien
heeft deze kotter toen het markenstelsel in de
negentiende eeuw was opgeheven, als de
“Bergwönner” de wat hogerop gelegen boerderij
die we zojuist zijn gepasseerd, gebouwd. De
beperkingen die door het nabij gelegen vliegveld
en het beheer van de Lonnekerberg door Landschap
Overijssel later aan de ontwikkeling van dit
gebied zijn opgelegd, hebben ervoor gezorgd dat
in ieder geval de Lonneker kant redelijk
ongerept is gebleven en niet verder is bebouwd
zodat deze kleine enclave (kottersplaats?) nog
steeds opvalt. Zou mijn vermoeden waar kunnen
zijn of is het slechts een hersenspinsel, gevoed
door mijn schier onverzadigbare behoefte mij te
profileren? Het zij zo….
Tot zover mijn gidsrol in dit tochtje. Trekken
jullie maar rustig door er is verderop naast
fraaie natuur zoveel meer te zien waaronder een
weidse blik over het vliegveld, nog zo’n oude
grenssteen en een tweepersoons bunker en… we
mogen tegenwoordig zomaar over grote delen van
het vliegveld fietsen… Veel plezier.. Jesse en
ik keren terug naar onze tijden voor wat lekkers
bij Mac D. op het industrieterrein om de hoek,
heeft hij dik verdiend.