OPTOCHT
In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog heerste er nog
grote euforie over de herwonnen vrijheid. Uiteraard wilde men
deze vreugde samen gedenken en vieren. De buurtverenigingen en
feestcomités die dansavonden voor de ouderen en spelmiddagen
voor de jeugd organiseerden, schoten dan ook als paddenstoelen
uit de grond om overigens toen het nieuwe eraf was en de strijd
om het dagelijks brood het enthousiasme deed luwen, weer even
snel te verdwijnen.
De gemeente organiseerde op haar beurt grote manifestaties en
optochten om Koninginnedag, de 5e mei maar ook andere belangrijke
gebeurtenissen in de wederopbouw luister bij te zetten.
Als kind genoot ik van die optochten.
Zo herinner ik mij de komst van nieuwe klokken voor de Grote
Kerk op de markt in 1950.
De bezetters hadden de oude geconfisqueerd om te worden
omgesmolten tot wapentuig.
We stonden aan de Hengelosestraat voor de ingang van
Schuttersveld. Voorafgegaan door diverse muziekkorpsen kwamen
enkele vrachtwagens voorbij waarop de klokken naar de markt
werden vervoerd.
Ik schrok van de grootte. Ik had ze me
voorgesteld in het formaat van de bel die bij visboer Mastenbroek uit de Ypkemeulestraat aan de haringkar hing maar
deze waren bijna zo groot als vader!
Hetzelfde overkwam me bij de opening van de Voorstad Enschede (Haaksbergerstraat).
Er was aangekondigd dat er brandende kaarsen zouden meelopen. Ik
stelde me voor dat dit kerstboomkaarsjes met pootjes moesten
zijn. De teleurstelling was echter groot toen het een soort
kokers bleken te zijn waarin een persoon verstopt zat met een
lamp op zijn kop die bij de meeste niet eens brandde.
De grote optochten waren het mooist. Wij hadden meestal een
plekje aan de oude C.F. Klaarstraat voor muziekhandel Knoop en
konden zo de stoet vanaf de Ripperdastraat zien aankomen.
Onder het mom “As alles met löp, kan ‘t ’n mooi’n optocht word’n”
marcheerden niet alleen soldaten en muziekkorpsen maar ook
sportverenigingen, verpleegsters etc. aan ons voorbij waarbij je
goed oplette of je ook iemand in de massa herkende waarnaar je
dan vrolijk wuifde. Militaire voertuigen maar ook
brandweerwagens en auto’s van de gemeentereiniging wisselden de
lopers af. Grappig waren ook de grote houten fietsen waarop als
boer verklede tijdgenoten zich uitsloofden om de wielen in
beweging te houden. Wanneer de paarden van de Lonneker Ruiters
in het zicht kwamen, wist je dat het afgelopen was. Vader legde
uit dat de paarden als laatste kwamen omdat wanneer ze voorop
zouden gaan alle andere deelnemers door de paardenstront moesten
lopen. Ik bewonderde de helderheid van geest van diegenen die
deze nuttige maatregel hadden verordend.
Ook op school werd aandacht aan, vooral Koninginnedag, gegeven.
We studeerden tal van Oranje gezinde, vaderlandslievende en
Neerlands vlag verheerlijkende liederen in die we op de grote
dag samen met andere scholen ten overstaan van burgemeester,
wethouders en andere notabelen op de Grote Markt luidkeels als
ware patriotten ten gehore brachten. Ik weet niet hoe het met
anderen was maar mijn patriottisme werd meer ingegeven door het
roze van de obligate zuurstok dan het oranje van het
koningshuis.. Die lekkernij was dubbel en dwars verdiend want we
hadden als we ze bij terugkeer op school kregen uitgereikt heel
wat kilometers lopen opzitten.
Ik kom nu bij het punt waar ik met dit hele verhaal naar toe
wilde.
Onze school heeft op 5 mei 1955 meegedaan aan een grote optocht
voor, naar ik meen, alle Enschedese scholen. Vreemd genoeg zijn
er geen foto’s en ook het geheugen laat ons hier deels in de
steek.
Zo weet Mini alleen dat ze een vlag heeft
gedragen, herinnert Alie Lutje Spelberg zich slechts dat ze de
hele dag met een bosje stro onder de arm had gelopen en dat haar
moeder mopperde omdat ze de schilvers niet meer uit haar trui
kon krijgen, weet Gerrit Nijland nog dat zijn klas de bakkerij
uitbeeldde terwijl Marianne's geheugen helemaal niets heeft
opgeslagen.
Ikzelf kan me het volgende nog voor de geest halen. De
Stevenfenneschool beeldde de verwerking van het graan tot brood
uit. Dit lumineuze idee werd ingegeven door de straatnamen in de
buurt waar de school stond. Ik zie nog voor me hoe een jongen
met een bordje(Steven) en een meisje met het bordje (Fenne) in
boeren klederdracht voorop gingen in de stoet. Daarna volgden de
klassen die elk een deel van de verbouw, oogst of productie
moesten weergeven. Zo zullen er zaaiers en maaiers zijn geweest
die uitgerust waren met toepasselijk gereedschap. Ik zat toen in
de vierde klas bij Fokkens. Wij kregen als jongens een
bezemsteel met daaraan door een touwtje verbonden nog eens een
halve bezemsteel. Dit moest het dorsen voorstellen. Wat de
meisjes deden, weet ik niet meer. De vijfde klas was bakker.
Zij
hadden een door mankracht voortgetrokken platte wagen waarop met
veel spektakel door een paar jongens deeg werd gekneed. Vooraf
werd, om het geheel een levensechte indruk te laten geven,
gevraagd om tijdens de optocht zoveel mogelijk als boer gekleed
te gaan. Dit werd een probleem. Carnaval had zijn intrede nog
niet gedaan zodat de boerenkielen en petten niet voor het
oprapen lagen. Goede raad was duur. De meeste ouders kozen er
dan ook veiligheidshalve voor om hun kind dat die dag aan de
kritische blikken van geheel Enschede voorbij zou trekken, in
het zondagse pak te steken, zich niet realiserend dat het
agrarisch realisme dat de grote kracht van onze voorstelling
moest zijn hiermee geheel verloren ging. Ik weet nog dat alleen
Hans Hof een BB petje van zijn vader en een rode zakdoek droeg
terwijl zijn konen het rood vertoonden van moeders lippenstift.
Natuurlijk werd hij hierom uitgelachen, maar Hans wist de
lachers goed tegengas te geven door ze te wijzen op het belang
van Bevrijdingsdag en dat ze er zelf niet de moeite voor hadden
genomen aan de regels van de optocht te voldoen. We beseften
allemaal drommels goed dat hij gelijk had hetgeen ons
enthousiasme niet bepaald bevorderde. We liepen er dan ook met
onze bezemsteel over de schouder bij als vreemden in Jeruzalem.
Waar de route ons langs voerde en hoe de optocht verliep is ook
mij ontschoten. Ik heb later wel gehoord dat het geheel slecht
was georganiseerd. Op het eindpunt kregen we, jawel, een
zuurstok maar ook een blikken bordje met een rood, wit, blauwe
rand waarop twee coupletten van het Wilhelmus stonden. Ik heb
van die dag één foto. Die is van mijn ouders op de fiets.
De fotograaf zat aan de Deurningerstraat in het rijtje
winkels rechts vanaf de huidige Aldi (vroeger Christenhuis) tot
aan de Hengelose dwarsstraat / Kottendijk. Op het trottoir stond ter gelegenheid van 10
jaar bevrijding een camera die door een toen miraculeus systeem
zonder menselijk ingrijpen iedereen die er langs fietste op de
foto zette. Ik koester het plaatje als een kostbaar bezit.
Wie zat er in 1955 op de Stevenfenneschool en weet nog meer te
vertellen of kan zich gebeurtenissen herinneren over deze
optocht ?
In welke klas zat je toen en wat beeldde je uit?
Wie heeft er nog foto’s of krantenartikelen?
We willen het graag weten om zo ons verhaal compleet te krijgen
en voor het nageslacht vast te leggen.