Fietsend langs de Twentse wegen, kom je zo van
alles tegen en als we dan moe, stoffig en
dorstig werden, was er altijd nog wel ergens een
pleisterplaats waar we even bij konden
bijtanken. Een van de oudste uitspanningen was
b.v. “De Broeierd”, wie kent het niet.
Zelf ben ik er een paar keer voor een ‘brulft’
geweest.
Ik heb me wat in de geschiedenis verdiept en zal
dit vandaag, in das Wort zum Sonntag, zo goed
mogelijk trachten weer te geven…
DE BROEIERD
Aan de drukke Hengelosestraat ligt een van de
oudste herbergen van Twente die al dateert uit
het jaar 1831.
Voorheen was de Broeierd een boerderij op de
heide tussen de marken Twekkelo en Driene en lag
het niet aan een doorgaande weg. Tussen 1800 en
1822 is met de aanleg van de Hengeloscheweg (de
huidige Hengelosestraat) begonnen. Deze was
vroeger een zandpad die veel smaller was en
later pas verhard werd. Ook liep de weg niet
rechttoe rechtaan naar Hengelo maar werd pas
later rechtgetrokken. Daardoor kwam de boerderij
langs de doorgaande weg te liggen en konden
reizigers er even uitrusten en een borreltje
drinken.
De boerderij
groeide uit tot een echte herberg die ‘Het
Rustend Hert’ werd genoemd omdat er ooit een
hert dwars door het raam gesprongen zou zijn. De
barbier knipte er niet alleen de haren van de
boer maar als het nodig was ook dat van de
reizigers. Het verhaal gaat dat er een reiziger
was die zulk stug haar had dat de barbier dit
bijna niet knippen kon. Het kon daarom beter af
gebroeid worden net als de rug van varkens na de
slacht. In de volksmond ontstond zo de naam ‘n
Breuierd, wat later is verbasterd naar De
Broeierd.
interieur van De
Broeierd in 1960
De herberg stond bekend als een der
aangenaamste pleisterplaatsen voor vermoeide
reizigers. In de gelagkamer kwamen allerlei
lieden, kunstschilders, kooplieden en
vrachtrijders uit Friesland en Groningen die na
lange en vermoeide tochten over stoffige wegen
er hun benen strekten en hun dorst lesten met
een koel glas bier. Vaak bleven de voerlui
overnachten, maar niet in luxueuze bedden, zij
legden zich neer op hooi. De paarden en de
wagens werden in de schuur gestald. De volgende
morgen stonden de voerlui vroeg op om verder te
trekken met hun vrachten. Bij het Tolhuis dat
in die tijd tegenover de herberg stond, (waar nu
de Bosweg op de Hengelosestraat uitkomt),
betaalde men aan tolheffing in 1839 voor een
paard of koe 1½ cent en voor een kar op wielen
5 cent.
‘De Broeierd’ was vroeger voor vele doeleinden
een geliefde pleisterplaats. Niet alleen voor
mensen uit Enschede die de Hengelose kermis
hadden bezocht maar ook een stopplaats tijdens
fietstochten en einddoel voor menig
schoolreisje, waarbij de kinderen met een Jan
Plezier naar de speeltuin werden gebracht. In
de wijde omgeving overbekend als café-restaurant
met grote speeltuin en
favoriet bij
kinderfeestjes
De
Broeierd had 5 generaties Lutje Schipholt als
pachters (1787-1989) die het boerenbestaan
hadden gecombineerd met herbergierschap en 5
generaties Van Heek als eigenaar.
Tegenwoordig is De Broeierd een comfortabel
Hotel-Restaurant/Bistro waar het goed toeven is.
Ik denk dat ik er vandaag ook maar even m’n
benen strek.
'Mear van miene hoar blieft ze of!!'