Catootje
Ik ben met
Catootje naar de botermarkt gegaan .
Ze kon maken wat ze wou, ze kon maken wat ze wou..
Ze kon maken wat ze wou, ze kon maken wat ze wou.
En ze maakte van boter een dominee, een dominee pardoes.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
In de keark in de keark, zei de dominee.
Refrein:
Een domi-domi-nee, een domi-domi-nee
En m'n zuster die heet Kee en m'n zuster die heet Kee
en m'n zuster die heet Kee.
En zij maakte van boter een wafelvrouw, een wafelvrouw pardoes!
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
Refrein
En zij maakte van boter een toverheks, een toverheks pardoes!
'k Zal je pakken, 'k zal je pakken, zei de toverheks.
'k Zal je pakken, 'k zal je pakken, zei de toverheks.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
Refrein
En zij maakte van boter een kastelein, een kastelein pardoes!
Eerst betalen, eerst betalen, zei de kastelein.
Eerst betalen, eerst betalen, zei de kastelein.
'k Zal je pakken, 'k zal je pakken, zei de toverheks.
'k Zal je pakken, 'k zal je pakken, zei de toverheks.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
Refrein
En zij maakte van boter een barones, een barones pardoes!
In de suite, in de suite, zei de barones.
In de suite, in de suite, zei de barones.
Eerst betalen, eerst betalen, zei de kastelein.
Eerst betalen, eerst betalen, zei de kastelein.
'k Zal je pakken, 'k zal je pakken, zei de toverheks.
'k Zal je pakken, 'k zal je pakken, zei de toverheks.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
Refrein
En zij maakte van boter een lichtmatroos, een lichtmatroos
pardoes!
Mooie benen, mooie benen, zei de lichtmatroos.
Mooie benen, mooie benen, zei de lichtmatroos.
In de suite, in de suite, zei de barones.
In de suite, in de suite, zei de barones.
Eerst betalen, eerst betalen, zei de kastelein.
Eerst betalen, eerst betalen, zei de kastelein.
'k Zal je pakken, 'k zal je pakken, zei de toverheks.
'k Zal je pakken, 'k zal je pakken, zei de toverheks.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
Refrein
En zij maakte van boter een dikke meid, een dikke meid pardoes!
Lekker zoenen, lekker zoenen, zei de dikke meid.
Lekker zoenen, lekker zoenen, zei de dikke meid.
Mooie benen, mooie benen, zei de lichtmatroos.
Mooie benen, mooie benen, zei de lichtmatroos.
In de suite, in de suite, zei de barones.
In de suite, in de suite, zei de barones.
Eerst betalen, eerst betalen, zei de kastelein.
Eerst betalen, eerst betalen, zei de kastelein.
'k Zal je pakken, 'k zal je pakken, zei de toverheks.
'k Zal je pakken, 'k zal je pakken, zei de toverheks.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
Refrein
En ze maakte van boter een oude heer, een oude heer pardoes!
Heel voorzichtig, heel voorzichtig, zei de oude heer.
Heel voorzichtig, heel voorzichtig, zei de oude heer.
Lekker zoenen, lekker zoenen, zei de dikke meid.
Lekker zoenen, lekker zoenen, zei de dikke meid.
Mooie benen, mooie benen, zei de lichtmatroos.
Mooie benen, mooie benen, zei de lichtmatroos.
In de suite, in de suite, zei de barones.
In de suite, in de suite, zei de barones.
Eerst betalen, eerst betalen, zei de kastelein.
Eerst betalen, eerst betalen, zei de kastelein.
'k Zal je pakken, 'k zal je pakken, zei de toverheks.
'k Zal je pakken, 'k zal je pakken, zei de toverheks.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
Kom maar binnen, kom maar binnen, zei de wafelvrouw.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
In de keark, in de keark, zei de dominee.
Refrein
Ik ben met Catootje naar de botermarkt gegaan .
Ze kon maken wat ze wou, ze kon maken wat ze wou..
Ze kon maken wat ze wou, ze kon maken wat ze wou.