POTJE
MET INKT
Meneer Gönning was een bevlogen jonge
onderwijzer toen hij ons in de derde klas
toegewezen kreeg. Hij was al eens als
stageloper op school geweest, maar wij waren
de eersten in een lange rij leerlingen die
hij in de loop der jaren onder zijn hoede
zou krijgen.
Ondanks dat hij wel eens kwaad werd en met
borstels of wasknijpers gooide of iemand een
fikse draai om de oren gaf, was hij bij ons
geliefd. Waarschijnlijk omdat hij een
lossere aanpak had dan de oude garde van
onderwijzers. Hij kon mooi vertellen, goed
tekenen en speelde gitaar en deed mee bij
het onderwijzersvoetbal en de
Sinterklaasoperette.
In de vijfde klas kregen we hem weer en
mochten sommigen op de vrije woensdagmiddag
bij hem thuis komen, een hele eer en meestal
kreeg je dan een presentje in de vorm van
een oude munt of iets ander verzamelbaars.
Het lukte Johan en mij ook om een afspraak
te maken, dus wij naar de Riouwstraat nr.10
op het Hoogeland. Het was gezellig, meneers
vader was er ook en die kon ook boeiend
vertellen. Meneer speelde gitaar en de tijd
vloog. Toen we naar huis moesten, kreeg
Johan een munt en ik een half gevuld potje
met Oost Indische inkt, daar moest ik maar
een mooie tekening mee maken. Het was in het
kader van stimuleren van tekenen van
kinderen bij wie hij tekentalent had
bespeurt. Hij gaf er altijd speciale
aandacht aan en Hans en ik mochten tijdens
de tekenles altijd naast elkaar zitten
waarbij hij dan bij onze de bank kwam staan
om aanwijzingen geven en nieuwe technieken
uit te leggen waar we veel van opdeden.
Ik was blij met het potje inkt, maar had er
geen ervaringen mee. Eenmaal thuis probeerde
ik het uit met een kroontjespen op een
velletje papier en was verrast over het
resultaat. Mooi zwart en duidelijker dan met
een potlood. Ik
oefende flink en maakte naar voorbeelden,
twee tekeningen echt af en toen was het
potje helaas leeg. Mijn ouders vonden het
geweldig en toen ik ze op school aan meneer
liet zien, prees hij mij de hemel in. Ik
trots als een hond met zeven Lu… Ik vergat
het verder, maar mijn ouders borgen ze goed
op en toen ze naar een ander huis verkasten,
hebben ze de tekeningen laten in lijsten en
kregen ze een plekje op een van de
slaapkamers. Toen ze naar het bejaardenflat
gingen, werd veel van hun huisraad verkocht,
weggegeven of in dozen opgeborgen, dat
laatste gebeurde ook met mijn pentekeningen.
Jaren later, toen mijn ouders al waren
overleden, kwam ik ze in een van de dozen
die bij mij waren beland tegen.
Herinneringen kwamen weer boven en toen mijn
kleinzoon ze zag, wilde hij ze graag hebben.
Dat mocht, ze hangen voorlopig op de kamer
waar hij slaapt als hij bij ons logeert.
Potje met inkt….
Weten jullie het nog….Als je bij een
gevecht, oet ernst of veur de lol, het
onderspit had gedolven, moest je je
overgeven door na te zeggen wat de
overwinnaar je voor zei……
GENADE, POTJE MET INKT, GERRIT STINKT….
Ik heb het als slachtoffer dikwijls, zij het
met tegenzin herhaald.