DRUSUSROTS

 

 

 



Drususfelsen, een negen meter hoge slanke rots naast de burcht....
 

 






Om de door stank, rook en roet der textielfabrieken verpeste atmosfeer van de stad te ontvluchten, trokken veel Enschedeërs bij mooi weer naar buiten. Buurse, het Lutterzand, Het Springendal bij Ootmarsum waren en zijn nog steeds geliefde bestemmingen. Niet alleen voor de noeste arbeider maar ook voor de elite die er boerderijen opkochten of een heel grondgebied en er buitenhuizen lieten bouwen. Een aparte status had Bentheim, de rijken gingen er heen voor het kuuroord, Jan met de Pet om zich te vergapen aan het slot en om een lekker Duits biertje te drinken…. Ik herinner mij nog helder mijn eerste aanblik van het kasteel tijdens een tochtje bij vader achter op de Solex. Na een bocht even voorbij Gildehaus doemde ineens hoog op de rots de machtige burcht op. Het was of je in een andere wereld was terechtgekomen zoals bij het lezen van een sprookje uit een ver land, maar nu zo dicht bij huis… Ik was en ben ook nu nog diep onder de indruk wanneer ik de burcht in de verte zie opdoemen. Dat waren er meer, zoals de bekende schilder Jacob van Ruisdael die al rond 1660 naar onze streken trok om een aantal schilderijen van de burcht te maken waarvan ik de mooiste verderop afdruk omdat deze zo mooi de sfeer uit die tijd weergeeft. In een vorig verhaal heb ik al wat verteld over mijn belevenissen als kind in het slot en hoe het tijdens de Franse tijd door soldaten van Napoleon dreigde te worden opgeblazen…. Nu wil ik jullie deelgenoot maken van de legende die verhaalt hoe de burcht werd gebouwd. De hoge rots waarop het slot prijkt was al van ouds her een strategisch punt van waaruit men de enige weg die door de toenmalige ontoegankelijke moerassen leidde, in het oog kon houden. De Romeinse veldheer Drusus zou er al een fort (castellum) hebben gebouwd er hebben gebivakkeerd en geregeerd. Naast de burcht staat namelijk een ca. 9 meter hoge, slanke rots met een platte top waarop hij staande recht zou hebben gesproken en die nu in het Duits nog “Drususfelsen” heet.


DES DUIVELS OORKUSSEN
De eerste graaf van Bentheim heette Bento en had zo’n dikke duizend jaren geleden maar een klein, deels nog houten kasteeltje op de hoge rots. Hij droomde van een toekomst waarin hij zijn onderdanen een beter leven kon geven en hijzelf uit kon groeien tot een machtig man met een imposante burcht. ’s Avonds bij een kan bier mijmerde hij er vaak over maar had niet de financiële middelen om zijn droom te verwezenlijken…
Dit hoorde de duivel die in de omgeving driftig op zoek was naar zieltjes. Meestal tevergeefs want de mensen waren toen nog godvruchtig en godvrezend dus bij de minste gelegenheid moest hij zijn kansen grijpen…. Bento schrok toen de reusachtige angstaanjagende rode gevallen engel plotseling bij hem aan de keukentafel stond…… “Ik heb je wensen gehoord en kan je wellicht wel helpen”, sprak de duivel.
Zijn hete naar zwavel stinkende adem deden edelman achteruit deinzen. Hij beloofde Bento een prachtige en onneembare burcht en een gouden toekomst en welvaart voor hem en zijn horigen. “Wat moet ik daarvoor doen?” vroeg de graaf argwanend. Lucifer grijnsde, voor zover hij dat kon, vriendelijk… “Ik wil alleen maar je ziel, dat is alles.. een mooie ruil toch?” Bento dacht even na.. “Laten we het zo afspreken, jij krijgt de ziel van het eerste levende wezen dat naar het kasteel komt kijken.” De duivel stemde gretig toe want hij dacht dat Bento uit nieuwsgierigheid en hebzucht wel de eerste zou zijn en daarbij had hij niet alleen de ziel van de graaf te pakken maar ook die van al zijn onderdanen die hun heer zouden moeten volgen. Die nacht toog de duivel aan het werk… Hij brak zandstenen brokken uit de berg en rukte machtige eiken los uit het woud als bouwmateriaal. Zwoegend en zwetend kreeg hij nog voor het ochtendgloren een prachtige bouwwerk klaar. Trots en tevreden bekeek hij het resultaat, maar was zo uitgeput dat hij zijn gehoornde kop te ruste legde op de Drususrots en in een diepe slaap viel. Toen de zon opkwam, verstopte Bento zich in de bosjes. Hij was niet van plan zich aan de duivel te vertonen om zo zijn ziel te verliezen en had in een kooi een raaf meegenomen. Deze liet hij ontsnappen waarna de grote zwarte vogel luid krassend op de kasteelmuur neerstreek. De duivel schrok wakker van het lawaai, zag de raaf en begreep meteen dat Bento hem beduveld had door niet zelf als eerste te komen, maar de raaf te sturen. Woedend wilde hij opspringen om de raaf te grijpen, maar zijn oor bleef vastplakken aan de Drususrots en werd door het woeste, duivelse geweld afgerukt en bleef steken op de rots. Vloekend, tierend en kermend van de pijn droop de duivel af terug naar de hel…. Nu kroop Bento uit zijn schuilplaats tevoorschijn; zijn wensen waren in vervulling gegaan. Hij noemde de fraaie burcht Bentoheim (huis van Bento) Het volk was hem dankbaar en stichtte rondom de burcht een stadje met dezelfde naam terwijl later ook het graafschap deze naam kreeg hetgeen door de jaren heen verbasterde tot Bentheim. Boven vanuit het kasteel is nog altijd het, in de loop der eeuwen versteende, gehoororgaan van de duivel op de top van de Drususrots te zien. (zie foto boven)
Een foto is leuk maar veel mooier is het om eens zelf te gaan kijken en in, om en bij de burcht onder het genot van een glas bier of wijn een beetje de sfeer van de middeleeuwen te proeven…



 

 



De naast de burcht gelegen rotsen de  Drufelsen....