BURGEMEESTER EDO BERGSMA

 

 

 




Burgemeester Edo Bergsma achter zijn bureau
 

 




BURGEMEESTER EDO BERGSMA

We gaan terug naar d.d. 8 augustus 1921. We begeven ons naar het nog oude stadhuis om onze burgervader Edo Johannes Bergsma  te feliciteren met zijn 25-jarige ambt als burgervader.
Op 1 augustus 1896 aanvaardde hij het burgemeesterschap van Enschede en bleef hier in totaal 36 jaar zijn post vervullen en heeft zich in die periode zeer geliefd gemaakt bij het Enschedese volk. Tijdens zijn ambtsperiode groeide Enschede van circa 25.000 naar circa 50.000 inwoners en werd Enschede een van de grootste industriesteden van Nederland. Onder zijn leiding kreeg Enschede onder andere:

-    een elektrische centrale (1900),
-    een elektrisch alarmnet voor de brandweer (1902),
-    een nieuwe gasfabriek (1903),
-    de singel rond de bebouwde kom,
-    de Hogere Textielschool en
-    een nieuw stadhuis.

Als burgemeester was Bergsma verantwoordelijk voor het handhaven van de openbare orde tijdens de Twentse katoenstakingen van 1923-1924 en 1931-1932. Op 17 juli 1931 opende hij officieel Vliegveld Twente.
Van 1913 tot 1916 was hij daarnaast lid van de Eerste Kamer de Staten-Generaal.
(op de foto boven zien we burgemeester Edo Bergsma achter zijn bureau)


Voor de feestelijke aangelegenheid hebben Edo en DE gemeentesecretaris Christiaan Frederik  Klaar zich vandaag verkleed als Thomasvaer en Pieternel en voeren ze een gesprek over wat er in die 25 jaar allemaal tot stand is gebracht…...

Pak een stoel bij, het is een nogal lang betoog!

  
        
GESPREK TUSSCHEN THOMASVAER EN PIETERNEL
                                     
                                    
 Pieternel
       Zeg Thomasvaer, jij loopt maar brommig langs de straten,

       ‘k Heb nou een nieuwtje, hou eens bij, je ouwe bol,
      De stad is gansch er vol van, hoor maar ieder praten….
                  
Thomasvaer (in de rede vallend)
       De stad is immers altijd van haar huizen vol.

 P
.  ’t Is vijfentwintig jaar, dat onze Burgervader
       Zijn achtbaar ambt aanvaardde in onze goed stad,
       En hij komt nu zacht aan zijn oud’ren leeftijd nader......

Th
.  Dan heeft hij ook welhaast zijn besten tijd gehad.

P.
     Nou luister eens, ‘k heb bij mijzelf weer doorgenomen,
        Wat al gebeurt is, in dien veelbewogen tijd,
        Wat onder zijn bestuur hier is tot stand gekomen……

Th
.  Wat weggebleven is, hoeft ook niet ingewijd.

P.
     Het was op acht Augustus, achttien zes en neegtig,
        Toen bracht de spoor een nieuwen Burgemeester aan,
        Met stille trom begroet, een handdruk en men neeg zich….

Th
.  Dat was een kale boel, de ontvangst hem aangedaan.

P.  
 Men wist toch ook niet wat deze mensch zou wezen,
        Aan welke kant hij ’t hield  …..  en ijvrig was of loom,
        Je weet, “Voor ’t avond is, dient nooit de dag geprezen…….”
Th.
  Men keek, voorzichtig dus, de kat eerst uit den boom.

P.     Precies, en zij die toen met hem in voeling kwamen,

        Ze proefden somtijds suiker, doch ook soms azijn,
        Hij was een Fries, men kan ’t reeds hooren aan zijn namen….

Th
.   Dan zou hij ook nog wel een beetje koppig zijn.

P
.    Dat was hij, want geen mensch kreeg ooit hem neergebogen,
       Hij was wel makk’lijk in den omgang, doch niet mak,
       En keek ook niemand, wie ’t ook zijn mocht naar de oogen……

Th
.  Ik kijk ze anders liever eerst eens naar den zak.

P.     Hij wist met vaste hand partijzucht in te toomen,
        En zorgde in den Raad, dat samenwerking kwam,
        En uiterst links mocht niet met rechts contrari komen…….

Th
.   Hij deed de leeuw dus nederliggen bij het lam.

P
.    En onder zijn bestier kwam ‘t hier tot groote dingen,
       ’t Is veel veranderd in die tijd, daar weet je van;
        Jij hebt den geest des tijds toch ook wel voelen dringen……

Th
.  Ja, ik werd door dien geest zoo zacht aan oude man.

P.     Ja, ik denk dien tijd eens t’rug, wat voor- en na kwam,
        Toen Bidjaneuken liep bij vrienden en gebuur,
        En Piependöpkeshanna, Peerdeköttelabram…….

Th
.   En alles was toen ook nog zelfs niet half zo duur.

P.    Beschuut- en Taartengang en Lapdiek heugt mij helder,
       Toen was nog Heurn, Tuk, Hoed en Hondekolk bekend,
       Het Soppendorp, het Korteland en Eerpelkelder…….

Th
.  In Dubbelke en Helweg een groote voor tien cent.

P
.     Er kwam toen, ’t schiet me juist het eerste in de zinnen,
        Een nieuwe gasfabriek, niet meer kon ‘d ouwe mee,
        Verlichting gaf ’t op straat en warmte en licht voor binnen…….

Th
.  Vooral verlichting van mijn lichte portmoné.

P
.      De oude brak men af, een marktplein kwam nu open,
         Het werd “Van Heek’s” gedoopt omtrent de nieuwe eeuw,
         Men kan zijn koopwaar nu ruim stallen en vrij loopen……..

Th
.    En Dinsdag word j’ er gek haast van dat helsch geschreeuw.

P
.      Het mooi gemeentekerkhof dien ‘k hier ook nog te noemen
         Ver van het stadsgewoel, een rustplaats ruim van stuk,
         Een vreed’ge schoone plek, met zerken, boomen, bloemen……

Th
.   Maar met begrafenis dan sjouw j’een ongeluk.

P
.     Daaraan is óók gedacht en ook aan jou kan ’t baten:
        De electriesche tram doet daag’lijks nu haar trek,
        Geen stad in de Provinc heeft zoo iets in haar straaten……

Th
.   Maar fiets je in de rails, dan kost ’t je vast je nek.

P.     Gemeentereiniging ging men organiseeren,
        Men houdt de volksgezondheid hier ten zeerst in ’t oog,
        Er kwam flink mat’riaal voor ’t halen, sproeien, keeren……

Th
.   En ook een berg van vuil, die oprijst torenhoog.

P.      Een rondweg is in wording, houdt de stad omsloten,
         Men werkt er naarstig aan, tot nog op dezen stond,
         Zeer schoon en breed van aanleg, goed reeds opgeschoten…….

Th
.   Dat ’s mooi een weg voor jou als ik j’ eens zeg: “loop rond!”
 
P.      Ja, als je rond wilt loopen, ga stadswei eens kijken,
         Die pronkt met plein en tuin en menig rijk gebouw,
        ’t Is neusje van de zalm, doet grootsch de stad U lijken…….

Th
.   Ik zou er liever wonen dan dat ik er sjouw.
 
P.     De burgerijbescherming mocht toch ook niet slechter,
        Een nieuw politiebro dus, fraai met minaret,
        De beste waarborg voor de veiligheid was echter……..

Th
.   De agenten kregen elk een nieuw model van pet.
                                    
                                                                          
Raadhuis.Enschede,  bronzen beeldje Trappaalbekroning
                                                                                                                                                St. Bureaucratius, vervaardigd door beeldhouwer F.J. van Hall



Na de voorstelling feliciteren we Edo met zijn jubileum, overhandigen een bloemetje en verlaten we het stadhuis om ergens op de ‘Oale Markt neer te striekn’ voor een koel drankje of misschien naar Talamini voor een ijsje….



 

 



Nieuw politiebureau met minaret..
 

 



 Op 9 juli 1932 nam Burgemeester Edo Bergsma afscheid van de gemeenteraad
achter het huis aan de Langestraat op no 37...