DE KERMISSEN IN ENSCHEDE
Slechts enkele weken nog te gaan
dan komt de kermiskaravaan weer aan
een week vol leven en eindeloos vertier
met gejoel van sirenes, getoeter en gegier
en hebben we vanuit het hoge reuzenrad
niet een schitterend uitzicht over onze stad?
Mocht eerder de paaskermis in onze stad met alles d’rop en
d’ran op de 2e paasdag opengaan voor
het publiek, dit jaar is het spektakel op deze
feestdag al met vuurwerk afgesloten, terwijl de
meivakantie voor de scholen nog maar nauwelijks
begonnen is...
Hoe dan ook, het kermis gebeuren herinnert me
vaak weer aan m’n eigen kindertijd en ik telkens
bij het Volkspark ging kijken of de wagens met
kermisattracties al waren gearriveerd en hoe de
opbouw gestaag vorderde…
Vroeger waren jaarlijks drie kermissen op de
Markt in Enschede. De Paasweide die
oorspronkelijk bij ’t Erve Minkmaat en Schreurs
gehouden werd, verhuisde na de stichting van het
Volkspark direct daarna er al heen en zo
ontstond de bij de kermisexploitanten de
beroemde Enschedese kermis die op beide
Paasdagen was vastgesteld. De eerste kermis van
het jaar is steeds in Enschede geweest en werden
er doorgaans zeer goede zaken gedaan. Na de
oorlog heeft men de zondag laten vallen dat
vrijwel door alle lagen van de bevolking met
instemming werd begroet.
Toch werd er ondanks dat de Paasweide op het
Volkspark goed floreerde, op de Markt ook nog
steeds kermis gehouden. Wanneer we sommigen die
het meenden te weten kunnen geloven was dat voor
het laatst in 1914. Verschillende exploitanten
van de Paaskermis bouwden hun spullen na de
Paasdagen in allerijl op de Markt weer op en
werd er op de donderdag na de Pasen van 12 uur
’s middags tot middernacht nog kermis gevierd,
terwijl er ook nog een jaarmarkt gehouden werd.
Het drukst was het wel op de kermissen die drie
maal per jaar werden gehouden..
Behalve de Paaskermis was er nog de grote
kermis in september en in november de Kolde
Kermis.
Die werden oorspronkelijk alle drie op
de Markt gehouden en het vertier en vrolijkheid
was groot. Een groot aantal kermisgangers danste
in de café’s , waarvan er twee in de Markstraat
waren gelegen. Het ene van Kaldeweij, in de
volksmond ook wel Karrewal genoemd, lag boven
een winkel met de veelzeggende naam “In het
beloofde land”, op de plek waar vroeger de
goudsmidzaak van Mendel gevestigd was. (nu
Twentsch Hooratelier)
Het ging er doorgaans feestelijk aan toe en er
werd menig glaasje “schoon”door de kelen
gespoeld dat ongeveer 5 cent per glas kostte.
Dat het er nogal heftig aan toe ging was aan het
gerinkel van de glazen op de tafels ook wel goed
te horen. “Vouds Bennaads” oet Losser die op een
kist stond of aan een tafel zat, speelde op zijn
viool, soms bijgestaan door een trompetter.
Iedere dans moest aan de spölman betaald worden.
De boerinnen dansten in wijde hoepelrokken en
iedereen zong luidkeels mee;
“Jenneken doo mi’j ’n hendeken,
Dén fiedel dén geet, dén fiedel dén geet,
Awier, awier, awier….."
Op de andere hoek met de Stadsgravenstraat waar
later firma Resink was gevestigd (nu lege
winkelruimte), lag het andere café van Hesselink
waar het net zo vrolijk aan toe ging.
Later werden de kermissen op de Markt door de
gemeenteraad afgeschaft als een “overbodige
vermakelijkheid”. Er werd teveel gedanst en in
de omliggende cafés teveel rijkelijk vocht door
de kelen gespoeld.
Puur voor de nostalgie wandel ik elk jaar met
Poasen nog wel even over de kermis maar in
“wilde” attracties meedraaien doe ik niet meer.
En voor het glaeske “schoon” ga ik dan wel even
naar een terras op de Oale Markt….