De Es wordt
door twee beken omringd.
De Usselerstroom aan de Oostkant....
|
en de Broekheurnebeek die door de
Helmerhoek
loopt aan de Zuidkant
|
Usseler
boerderij
|
Het oogsten
van rogge
op de primitieve manier
op de Usseler Es
|
Wissink's Möl
|
De man maait, de vrouw bindt schoven
|
Vlierbos
in betere dagen
Usseler
Es in vogelvlucht
Vlierbos
zoals het nu is
en het uit
Bentheimer zandsteen vervaardigde monument
|
DE OUDE ES
Al fietsend langs de Twentse wegen
Niet eens zover bij huis vandaan
Kwam ik veel mooie plekjes tegen
'k Was de Usseler Es eens opgegaan
Mijn gedachten gingen naar 't verleden
De tochtjes die 'k met vader ondernam
We hebben hier zo vaak gereden
Benieuwd naar wat je tegenkwam
Ik raakte vervuld van nostalgie
En even was ik 't kind dat in euforie
De korenbloemen weer zag staan
Tussen de stelen van 't goudgeel graan
Maar ook de tijd stond hier niet stil
Men boort er nu met zwaar gedril
Zonder het Vlierbos wat te vragen
Naar zout in aller-diepste lagen
Transversaal in deze oude Es
Snijdt nu scherp als een slagersmes
Een snelweg door de akkers heen
En scheurt het glooiend land in tweeën
Spaar deze grond, gevormd door eeuwen
Blijf weg met asfalt, staal en steen
Zou ’t van de daken willen schreeuwen;
“Dit
gedicht draag ik op aan Gerrit die mij
inzage gaf in het ontstaan van deze unieke
Es en me wees op de grote cultuurhistorische
waarde die door de gemeente Enschede, gezien
de desastreuze plannen, zwaar wordt
onderschat".
|
Snelweg
Usselo N.H. Kerk
Boakenweg
|
We woonden als het
ware aan zijn voet. De een wat dichterbij de
Helmerzijde, de ander meer naar de
Geerdinkzijde.
We kwamen er ook regelmatig.
Maar ik denk dat we destijds geen enkel
benul hadden van de grote archeologische en
cultuurhistorische waarde van de bobbel die
we de Usseler Es noemen. Ik kan me ook niet
herinneren dat we er op die manier over
onderwezen werden of dat überhaupt de es ter
sprake is gekomen bij de geschiedenislessen.
Dus halen we dat, nu de gemeente Enschede
haar snode plannen om een groot gedeelte van
de es in te richten als industriepark
voorlopig in de ijskast heeft gezet, maar
snel even in.
Uit archeologische vondsten blijkt dat zo’n
11.000 jaren geleden al jagers met stenen
wapens de omgeving afstroopten. Aan het eind
van de late bronstijd (zo’n 1000 v. Chr.)
vestigden zich de eerste landbouwers rondom
een bolling in het landschap. Er was
voldoende water en door het kappen van bos
kwam er vruchtbare grond vrij.
Die eerste
akkertjes waren klein en lagen niet op de
huidige es maar er als een krans omheen. In
de loop der eeuwen nam het aantal boeren toe
en werd ook de bolling ontbost. Het braak
gekomen terrein (es) werd nu als
gemeenschappelijk bouwland verdeeld onder de
boeren terwijl de voormalige akkers rondom
de es met houtwallen omringde weilanden of
erven (woonplaatsen) werden.
In de middeleeuwen kende de nederzetting
Usselo (ook Oslo of Össel) een bloeiende
gemeenschap.
De bolling in het landschap was amper enkele
meters hoog maar dit vermeerderde jaarlijks
door het uitrijden van de plaggen uit de
potstal.
Wanneer in de winter de koeien op stal
werden gezet bedekte men de bodem met uit
het Usseler veen gestoken heideplaggen. De
dieren deden hierop hun behoefte en wanneer
de plaggen waren verzadigd, werd er een
nieuwe laag bovenop gelegd. In het voorjaar
stonden de beesten veelal op een laag van
meer dan een halve meter bemeste plaggen.
Deze werden naar de es gereden en als
meststof aan de schrale zandgrond
toegevoegd, een procedure die door de eeuwen
heen de es ophoogde tot de 36 meter die hij
nu op het hoogste punt meet.
Sinds de komst van kunstmest en prikkeldraad
zijn de potstallen verbouwd en de houtwallen
grotendeels verdwenen. Sommige van de
kenmerkende boerderijen die nog op de
fundamenten van voorgangers uit vroegere
tijden staan, zijn tot monument verklaard.
De es met de er omheen gelegen boerderijen
en groen behoort tot de grootste kransessen
van Europa en verdient het eerder
natuurreservaat te worden dan
industrieterrein terwijl ook de in de jaren
negentig gereedgekomen snelweg die de es in
tweeën snijdt het oude landschap er niet
fraaier op maakt. Ook is men midden op de es
begonnen met het boren naar zout.
Maar al eerder werd de es geschonden. In
1855 kwam de Haaksbergerstraat gereed, een
zogeheten macadamweg (weg met basaltblokken
geplaveid) die men dwars over de es
aanlegde. Het dorpje werd hierdoor wel beter
bereikbaar en in die tijd kwam ook het
eerste Usseler kerkje gereed.
Daarvoor liep de weg naar Haaksbergen om de
es heen.
De vroegere Haaksbergerstraat boog
tussen de Ypkemeulestraat en de
Frederikastraat (die er toen nog niet
waren) naar links af en sloot waar nu het
tunneltje bij de Helmerzijdeweg onder de
snelweg doorgaat aan op de Oude Dijk
(nu
fietspad).
Van hieruit liep de dijk verder door de Helmer en ging ongeveer waar nu het
crematorium ligt, over in de Oude
Haaksbergerdijk die nog grotendeels tot aan
Haaksbergen parallel loopt met de huidige
Haaksbergerstraat.
Natuurlijk liepen er al van ouds her
zandwegen over de es, niet alleen voor de
bereikbaarheid van het bouwland maar ook
voor het verkeer. Nog altijd is er de
Helweg, deel van een oude handelsroute
richting Münster die al door de Germanen
werd gebruikt.
Aan een van die zandwegen staat het
Vlierbos, nu een armetierig struikje maar in
onze jeugd, zoals op de oude foto te zien
is, een uit de kluiten gewassen boom. Er
gaan veel verhalen rond over deze plek die
onder toezicht staat van natuurmonumenten.
Het meest voor hand ligt de functie van
”boaken” een richtpunt midden op de es voor
de ploegende boer. In de oudheid moet het
hebben gediend als heilige offerplaats
terwijl in de tijd dat er nog rogge werd
verbouwd men er heen trok om samen te bidden
voor een goede oogst.
Ook zouden bij het Vlierbos de soldaten van
prins Maurits in 1597 een kampement hebben
opgeslagen om van daaruit het door de
Spanjaarden bezette Enschede te observeren.
Het uit Bentheimer zandsteen vervaardigde
monument dat we er vinden, werd door de
boeren geplaatst na het slagen van een grote
ruilverkaveling in 1941.
Wat wellicht meer tot onze verbeelding
spreekt is dat het een favoriet plekje was
voor verliefden of zoals mijn oudoom Hendrik
het zo treffend zei; “Doar bint ‘r meer
maakt dan dood slaag’n.”
Persoonlijk heb ik aan de es mooie
herinneringen. Wanneer het weer het zondags
toeliet vertrok ik al vroeg met mijn vader
richting de es, soms lopend soms op de
fiets. Komend van de Helmerzijde was het een
prachtig gezicht wanneer de rogge bijna
rijpte en goudgeel kleurde. Je waande je bij
de steile Helweg in het buitenland. We
vingen vlinders voor mijn verzameling en
plukten korenbloemen of margrieten voor
moeder. Op de terugweg ging vader altijd
even binnen bij café Bornebroek, toen nog
een klein pandje onder hoge bomen.
Hij dronk
er een of twee borreltjes, ik kreeg ranja of
een hand pinda’s voor een dubbeltje uit een
automaat.
Een reep van Houten chocolade voor
moeder zorgde voor het evenwicht in de
bestedingen en tegen de koffie waren we weer
thuis.
Ook nu nog is een tochtje te voet of per
fiets rond en over de es ondanks de saaie mais, wanneer we tenminste aan de
Helmerzijde blijven, de moeite waard en
roept het, de oude wielerbaan en de
voormalige voetbalvelden van de Den
passerend, warme herinneringen op aan onze
jeugd.
|
Oude
zouttorens zoals die vroeger aan de
oude Buurserdijk net achter Usselo stonden
|
De Oude Usseler School
|
Zouthuisje
|
|