EN DE BOER HIJ PLOEGDE VOORT

 



 




Ets van Hans Scholte in 't Hoff..
 

 





Ons medelid Hans Scholte in ’t Hoff is een veelzijdig beeldend kunstenaar. Hij schildert, etst, maakt keramiek en sculpturen. Ik ken hem van de lagere school en sinds een jaar of tien treffen we elkaar op onze jaarlijkse reünie. Het is gewoonte geworden dat ik bij werk van Hans dat mij aanspreekt, probeer een passend rijm te maken. Een paar jaar geleden hebben we bij Oud Enschede al eens een paar combinaties met succes afgedrukt. Beide hebben we aan onze jeugd de liefde voor het platteland overgehouden. We woonden aan de rand van de stad bijna aan de voet van de Usseler Es. Het Stadsveld, Boswinkel, de Wesselerbrink en de Helmerzijde, het was allemaal nog boerenland waar de rogge domineerde. Veel boeren maakten in die tijd nog het land om met een paard voor de ploeg. Hans heeft enige etsen gemaakt over dit buitengebied en de boeren van toen.
Die romantiek van vroeger is voorgoed verdwenen, het boerenland rond de stad kenmerkt zich door de monocultuur van gras en mais die geen ruimte laten aan bloemen, kruiden, insecten en vogels terwijl de eeuwenoude houtwallen die het coulissen landschap van Twente vormden worden gekapt en gerooid voor een paar meter meer bouwland.
Hans noemde deze; “En de boer hij ploegde voort” naar een oude ode op de boer door Werumeus Buning  uit 1935 waar die zin in voor kwam. Die werd destijds zo bekend dat er een gezegde uit voort kwam…” En de boer hij ploegde voort” staat voor; “De aanhouder wint.” of “Doorgaan ondanks tegenslag.”
Ik heb er het volgende van gemaakt…


EN DE BOER HIJ PLOEGDE VOORT

Vol werklust gaat hij naar zijn land
als vroeg de ochtend gloort.

Hij vormt de akkers naar z
ijn hand,
de boer ploegt altijd voort.

Hij zit niet bij de pakken neer
ook als Twente weer niet scoort.
Hij focust zich op groeizaam weer
en ploegt weer vrolijk voort.

Vindt hij de prijzen veel te laag

en gaat hij niet akkoord?
Dan protesteert hij in Den Haag

maar ploegt daarna weer voort


Wie is zo nuchter als de boer,
die zich aan niemand stoort.

Hem deert die schilder gene moer,
de boer ploegt rustig voort.


De schilder werkt aan zijn doek

zolang het hem bekoort.

Dan moet hij naar iets nieuws op zoek,

maar de boer, ploegt nijver voort.


Zo ging het door de eeuwen heen

bij rampen, oorlog, moord.
De mensheid klaagde steen en been

maar de boer, hij ploegde voort.

Maar vraag je hem naar het milieu,
dan antwoordt hij verstoord.
Hij is al dat gezanik beu

en ploegt stijfkoppig voort.