Mijn 
								klasgenoot van de lagere school Hans Scholte in 
								’t Hoff is een veelzijdig beeldend kunstenaar. 
								Hij schildert, etst, maakt keramiek en 
								sculpturen. Sinds een jaar of tien treffen we 
								elkaar op onze jaarlijkse reünie. Het is 
								gewoonte geworden dat ik bij werk van Hans dat 
								mij aanspreekt, probeer een passend rijm te 
								maken. Deze keer bij een ets die hij BOOMSTRONK 
								noemde
								
								Tijdens onze wandelingen in de Twentse bossen 
								komen we regelmatig door natuurgeweld afgeknapte 
								of door de mens afgezaagde resten van bomen 
								tegen. Tegenwoordig worden deze boomstronken of 
								stobben zoals ze worden genoemd meestal niet 
								meer gerooid maar laat men ze aan hun lot over. 
								Beschikken ze nog over goede wortels dan kan het 
								zomaar zijn dat uit de stronk spontaan frisse 
								loten schieten die als men niet ingrijpt het 
								begin kunnen zijn van een nieuwe boom…..
								
								
								
								
								
								
								BOOMSTRONK
								
								Tijdens een storm met veel geweld
								waarbij luid gekraak weerklonk,
								werd deze woudreus ooit geveld
								hem rest nog slechts zijn stronk.
								
								
								Zolang zijn wortels hem nog voeden
								ook al mist hij dan zijn top
								en levenssap hem blijft behoeden,
								geeft de oude boom niet op.
								
								
								Telkens schieten nieuwe loten
								uit zijn zwaar geschonden stam.
								Aan zijn levenswil ontsproten
								waaraan nog geen einde kwam….