Hans Scholte in
’t Hoff is een veelzijdig beeldend kunstenaar.
Hij schildert, etst, maakt keramiek en
sculpturen. Sinds een jaar of tien treffen we
elkaar op onze jaarlijkse reünie. Het is
gewoonte geworden dat ik bij werk van Hans dat
mij aanspreekt, probeer een passend rijm te
maken. Deze keer bij een ets die hij WORTELKNOL noemde.
Wanneer we geen echte groene vingers hebben,
kennen we de planten alleen van de mooie kant
die boven de aarde uitkomt. In de grond hebben
de planten een stelsel van wortels, bollen of
knollen die voor de nodige voeding zorgen. Bij
de knollen kunnen deze de grilligste vormen
aannemen. Het zijn uit de kluiten gewassen en
verbrede wortels die we wortelknollen noemen.
We
kennen allemaal het speenkruid, het gele
stervormige bloempje dat vroeg in het voorjaar
bloeit. Het heeft een wortelknol in de vorm van
een speentje waaraan de plant de naam te denken
heeft. Veel van de wortelknollen zijn eetbaar en
gezond gebleken voor de mens en zijn daarom
gecultiveerd, zoals de aardappel, de rode biet,
gember of zomer en winterpeen.
Vooral bij de
laatste twee komen vormen voor waarmee onze
fantasie op de loop kan gaan.
WORTELKNOL
Wanneer we naar de bloemen kijken,
schieten we soms even vol.
Ze kunnen onze geest verrijken,
in de liefde spelen ze een rol.
Maar een stukje in de aarde
in het midden van de pol,
zit een deel van grote waarde
de zogenaamde wortelknol.
Daar wordt voedsel opgeslagen
voor tijden als het slechter gaat.
Bij droogte, ziekte, vorst of plagen,
houdt hij de plant in goede staat.
Sommigen kunnen we eten
zoals aardappel en winterpeen.
Dus laten we toch niet vergeten,
een plant is nooit een bloem alleen.