FEBRUARINIEUWS  2020
 

 

 





VOORJAARSLIED...   


We beginnen de eerste aflevering van het nieuwe jaar alvast met vrolijk lentegezang in de hoop dat het voorjaar dan snel haar intrede doet en we ons kunnen verwarmen aan de heerlijke zonnestralen op ons gezicht en de vrolijke geluiden om ons heen.

Waarschijnlijk kennen we het liedje nog....


Verwelkom het voorjaar bij  "NOSTALGIE"




 

 




IN DE LAPPENMAND MET THEE.....



De winter is nog niet voorbij en wanneer we ons even niet lekker voelen, een  verkoudheid, een griepje (of andere kwalen) hebben opgelopen, is thee een probaat middel om weer wat op te peppen. Geadviseerd wordt zo min mogelijk te eten, alleen wanneer je echt trek hebt. Zo ontlast je de spijsvertering en kan je lichaam zijn energie in het herstel steken in plaats van in het verteren van voedsel.
Wanneer je trek hebt, kies dan voor licht verteerbaar voedsel. Drink wel de hele dag door voldoende. Veel water en kruidenthee bijvoorbeeld.
Bij koorts is het zeker zaak om goed te blijven drinken omdat je vooral als de temperatuur oploopt, je namelijk veel vocht verliest bij koorts. De kans op uitdroging is dan groot. Drink minimaal 2 liter water per dag. Een handig trucje om te zien of je te weinig drinkt is kijken naar hoe vaak je plast. Heb je al meer dan drie uur niet geplast? Dan drink je te weinig.
Kruidenthee, zoals gemberthee, helpt de hoeveelheid vocht in je lichaam te herstellen en daarnaast heeft het een verzachtend effect op de maag.
Ook Mini is de laatste periode weer volop aan de thee gegaan vanwege acute gezondheidsproblemen....
In haar lagere schooltijd, ongeveer vanaf haar 9e jaar, sloop ze zondagsochtends naar beneden om voor het hele gezin thee te zetten en beschuiten smeren om vervolgens het hele zaakje op een theeblad naar boven te brengen en voor iedereen thee en ontbijt op bed te presenteren......

In de schoolperiode wanneer de schoolbel om 4 uur luidde, spoedde ze zich snel naar huis want dan zat moeder met de theepot klaar....

 





THEETJE DRINKEN....

Tringgg... tringggg…
De schoolbel gaat, een schril geluid,
het is 4 uur, de school gaat uit.
Opgewekt huppel ik de weg naar huis,    
over 5 minuutjes ben ik thuis.


Moeder staat al met de theepot klaar
vol bewondering kijk ik naar haar.
Ze houdt de pot best heel ver omhoog,
het bruine vocht spettert met een boog,
het gebloemde kopje op het theeblad in. 
Ik drink met kleine slokjes het warme griepvaccin.


'k Mag van moeder een café noirtje om te knabbelen,
‘k begin meteen  het mokkalaagje eraf te sabbelen.
Als de theepot daarna weer onder de theemuts gaat,
trek ik m’n jas aan om buiten te spelen in de straat…




Tegenwoordig kunnen voor een gezellig bijeenkomst bij vele horecagelegenheden terecht om in een heerlijke en sfeervolle omgeving van een High Tea te genieten.
Maar waar komt dit modeverschijnsel nou precies vandaan….
De oorsprong van de
High Tea moeten we zoeken in Engeland zo rond 1840.
De traditie bestaat nog steeds. Een deftige dame, Anna die de 7e hertogin van Bedfort was, kreeg op een middag tegen 16.00 uur honger. Omdat ze niet kon wachten tot aan de avondmaaltijd werd er speciaal voor haar een lichte maaltijd bereidt met verschillende theesoorten erbij. Deze gebeurtenis gaf de aanzet tot het drinken van thee rond 16.00 uur. Vele dames en heren van stand namen dit gedrag over en werd het een nieuwe trend.
De Engelse thee is niet alleen een drank, maar ook een lichte maaltijd waarbij allemaal lekkere kleine gerechtjes genuttigd konden worden.
De Engelse HIGH TEA wordt traditioneel aan hoge tafels (eettafels) geserveerd. Vandaar de naam high tea.
In Nederland wordt vaak de term ‘high tea’ gebruikt, terwijl men eigenlijk de Engelse ‘afternoon tea’ bedoelt.
De AFTERNOON TEA wordt in Engeland daarentegen aan lage tafels geserveerd.



                                     



  

      Een Engelse High Tea zoals tegenwoordig veel wordt gedaan voor allerlei gelegenheden...


 

 




LIEBESKUMMER IM ALSTÄTTER BROOK



Hebben jullie je paspoort bij de hand? We gaan vandaag de grens over, een klein stukje slechts, maar je weet nooit wie of wat je tegenkomt.
We verlaten ons land bij de Knalhutte ook wel Sandersküper genoemd.
Aan de Nederlandse kant van de grens vinden we hier o.a. de mooie oude boerderijen van Berenbroek, Smalenbroek en Groot Brunink gelegen in de Broekheurne. Aan de Duitse kant heet gebied Alstätter Brook of Brock dat net als het Nederlandse broek van Broekheurne, “drassig gebied” betekent. Ook hier liggen twee oeroude boerderijen; Grosse Hündfeld en Herker Orthaus.


Voor ons verhaal dat J.J. van Deinse zo’n tachtig jaren geleden optekende uit de mond van een oude boer uit deze omgeving, moeten we terug naar het jaar 1736.




 





De erven waren toen nog verdeeld in Groot en Klein Hündfeld en Orthaus en Herker Orthaus.
De beide laatste grensden aan elkaar. Zoals zo vaak in die tijd werd in deze afgelegen streken, bij gebrek aan wat anders, de zoon van Orthaus verliefd op de dochter van Herker Orthaus en omgekeerd. De ouders van beide kanten stemden hier verheugd mee in want het in de familie houden van de erven hing hiervan af. Al snel werd dan ook de verloving aangekondigd.
Maar toen de voorbereidingen voor het huwelijk in volle gang waren, bedacht de aanstaande bruidegom zich plotseling en probeerde onder huwelijksbelofte uit te komen. Dat ging in die tijd echter niet zo makkelijk als tegenwoordig. De spoeling was dun en je moest als meisje maar afwachten of er een nieuwe vrijer opdook. Zij en haar familie hielden Joannes Orthus, want zo heette de onwillige bruidegom, dan ook aan zijn woord en verzetten zich hevig tegen een breuk. Maar Johannes wilde niet meer en bleef bij zijn besluit. Maanden duurde het geschil waarbij de verstoten bruid verstikt werd door liefdesverdriet. Toen ze tenslotte in zag dat het een hopeloze zaak werd, stemde ze toe en liet hem vrij. Ze verbond hieraan echter een opmerkelijke voorwaarde… Hij moest op de grens van beide erven aan het kerkpad van Orthaus naar Alstätte een hilgenhuuske als boetedoening oprichten. Joannes greep die kans met beide handen aan en liet uit Bentheimer zandsteen een zogenaamde statie maken met afbeeldingen die het leed dat hij haar had aangedaan, moesten uitbeelden. Na meer dan tweehonderdtachtig jaren staat het er nog altijd ongeschonden en goed onderhouden bij. (zie foto’s)
Aan de voorzijde zien we een Mater Dolorosa, de moeder aller smarten. Zeven zwaarden richten zich op haar hart. Aan de achterzijde de val van Jezus onder het kruis op weg naar Golgotha, aangevuld met een aantal Bijbelteksten. Kortom; al het Bijbelse lijden, smart en pijn zijn aangehaald om het liefdesverdriet van de afgewezen boerendochter in beeld te brengen.
Helemaal bovenin het dakje, in het rondje staat de tekst; “Joannes Orthus poni fecit”, wat betekent; “Joannes Orthus heeft dit als boetedoening opgericht.”
Het moet hem een paar Groschen  hebben gekost maar daarmee was hij dan ook van zijn belofte verlost en hoogstwaarschijnlijk ook van de laster en roddel in de boerschap of sancties van de kerk.
Of er een ander in het spel was en of ze nadien beide het geluk nog elders hebben gevonden, vertelt de geschiedenis niet…..
Een aangrijpend verhaal waarover we ter afsluiting onder een glaesken Schnapps bij café Sandersküper nog even na prakkeseren  want wat zou de wereld van tegenwoordig overvol staan met zulke monumentjes  als een dergelijke compensatie nog kon worden afgedwongen. Aan de Duitse kant van de grens treffen we trouwens meer van deze kleine gedenktekens aan terwijl we er in de Broekheurne tevergeefs naar zullen zoeken. De Alstätter boeren waren namelijk streng katholiek, hun Broekheurner buren protestant en daar waren kruizen, heiligen beelden etc. taboe.
Hoe ze daar zo’n liefdesdrama hadden opgelost? Misschien wel met ‘n koo of ‘n motte met bigg’n?
Zo dat was ’t veur vandage



                           
                                               

EEN EIGENAARDIG GEDENKTEKEN IN BENTHEIMERSTENEN
   van een vroegere minnaar, op de grens van de beide erven Orthaus en Herker Orthaus
  aan het kerkepad van Orthaus naar de kerk van Alstätte

 

                            



 

 




VOORJAAR........   


We hebben nog niet echt even van het lentezonnetje mogen genieten. Maar de bladeren zullen binnenkort wel weer aan de bomen verschijnen en bloemen, bomen en planten komen bij de lentezonnestralen vanzelf ook weer tot bloei. 
Hoe meer zon we pakken, hoe meer hormonen het aanmaakt en dat leidt bij de meeste vrouwen tot de bekende schoonmaakkriebels.  
Mannen weten dan vaak niet waar ze blijven moeten, ze worden van de ene hoek naar de andere gedreven en daarom heeft Gerrit vanmorgen al vroeg de kuierlatten genomen want ook bij hem thuis staat de boel op z’n kop… 
We hebben een toepasselijke gedicht in het Twents gevonden dat naar eigen goeddunken hier en daar wat is aangepast.
Maar nu genoeg geklept, er moet worden gewerkt…..    druk, druk!

 





       




AS DE VROUW DE SCHOONMAAK DÖT
( oftewel 'De klacht van een verschoppeling')



Eénmaol jaors bint manleu van trabbat
Dan wee’w nich waor wie bliem mut
en das opgelegd in ’t veurjaor
As de vrouw de schoonmaak döt.


’t Hele hoes dat rök naor wriefwas
En ai dan op ’n matje stapt
Dan hei kans da j’onverwacht
Finaolweg van de been’ of klapt.


Emmers, teilen, beunders, dweilen,
Alles ligt oons veur de veut.
En n’en angebraande paplucht
Komp ow achter ’t hoes al tegemeut.


’s Nachs lig ze hardop nog te dreum’,
van ‘n stofdook, sunlichzeep en vim.
‘k Geleuf mear da’k vanaovend
allenig in de *hiele klim.


Want vannach toen kreeg ’k mie toch
 n’ meppert op de neuze, eerlek waor.
Ze was in ’n dreum an ’t kleedjes kloppn'.
Zie zo, zee ze; das ok weer klaor.


Alles hangt vol kleer en dekk’ns
’t Is ’n geböstel zoonder end.
En doarbie döt ze niks as zingn',
Ze is dan biezonder in heur element.


Zo’n vleermötke dat er nog roondvlög,
Daor gung ze achteraan ’t vangn’,
Nog slimmer dan alsof de wereldvrede,
Van zo’n mötke of zol hangn’.


Zol ’t nich better wean dat de vrouwleu
in de vekaansie de schoonmaak doot,
Dan kunt wie mooi n’en wek gaon vissn,
Kearls wat deunk oe, lik ow dat nich good.


As de leste kamer eindlek daon is
Zeit ze;  man, kiek d’r now es in.
En ai eerlek bint zou j‘ mött’n zeggn,
Ut is precies zo as bie ’t begin.


Méar aj dat zeit dan bi’j dr naost heur
manleu, ‘k mag hoop’n daj mie snapt.
Dieplemetiek moi wean en zeggen,
Vrouw wat hes’t  weer netjes op'eknapt!


'k Verheug mie al op 't einde van de weke
'k wrief mie al in de haan' van plezeer
Dan bakt de vrouw zo as dat meestens geet, 
zo'n allemachtig heerlijke wonderpan cake.


 

 




EEN OUDE SAGE....


Als kind waren we bang voor spoken, monsters en heksen en ander gespuis want angst voor het occulte en ongrijpbare zit al in onze genen gebakken zolang de denkende mens bestaat.
Nog geen honderdvijftig jaren geleden geloofden onze voorouders nog in witte wieven die op afgelegen en onheilspellende plekken woonden. Menig eenzame reiziger zag ze bij schemering boven de moerassen zweven, anderen hoorden ze jammerlijk klagen in de buurt van grafheuvels (de witte wievenbelten) of ronddwalen in de witte wievenkoelen die we in Twente en de Achterhoek nog kennen en waar we met schoolreisjes naar toe gingen.
Zijn veel spoken of demonen waar men vroeger bang voor was toen de enige media de verhalen rond het losse veur waren, hersenspinsels; witte wieven hebben daarentegen echt bestaan….
Het waren in lange witte gewaden geklede wijze vrouwen die als priesteres dienst deden bij de Germaanse stammen die langs weerszijden van de oostgrens met Duitsland woonden.
Ze hadden niet alleen taken tijdens de eredienst maar waren ook behulpzaam bij geboortes en brachten troost bij verdriet en dood, terwijl ze bij ziektes de juiste geneeskrachtige planten en kruiden wisten  te vinden. Kortom de sociale werkster van weleer.
Toen het christendom met geweld zijn intrede deed was er voor deze vrouwen geen plaats. Zij werden dan ook door de kerk als heidense toverkollen afgeschilderd en vermoord of verbannen naar afgelegen oorden waar niemand durfde te komen zoals de oeroude grafheuvels die in onze streken veel voorkwamen. Van goede wijze vrouwen werden ze in de loop der eeuwen dus een soort demonische heksen met wie je maar beter geen ruzie kon krijgen want dan was het mis……
Legio zijn verhalen en sagen over goede en slechte daden van witte wieven.

Hieronder volgt een van de bekendste...

 





WITTE WIEVEN......
Het moet zo’n tweehonderd jaar geleden zijn dat er in het fraaie losse hoes op het oude erve Waarbekke dat toen nog tot Lonneker behoorde en dicht bij het huidige pretpark tot 1945 heeft gestaan, een grote bruiloft werd gevierd.
Familie, vrienden en noabers uit de verre omtrekt waren uitgenodigd. Toen de boer daar dan ook trots gewag van maakte, merkte een van de gasten op dat hij de witte wiefkes die in de nabij gelegen grafheuvels in het bos bij Oele woonden, was vergeten.
Er ging een schok door het grote gezelschap en men keek elkaar verschrikt aan want dit verzuim zou wel eens nadelige gevolgen kunnen hebben op het welzijn en de toekomst van het jonge paar.
Nu was er één mogelijkheid om de toorn van de wiefkes te stillen en dat was het aanbieden van een aan het spit gebraden dakhazen (kat). Dit was voor de vrouwkes de grootste lekkernij en meer waard dan goud of zilver want daar hadden ze zelf zat van. Maar wie durfde het gebraad er heen te brengen? Een boerenzoon, met al wat foezel op, bood zich aan en ging vol branie op pad. Hij was niet bang en zou die wieven wel eens een lesje leren. Hij pakte een haarspit( puntig werktuig om de zeis mee te scherpen) van de deel maar braadde geen dakhazen en sloop zonder de lekkernij naar de Oeler grafheuvels. Daar aangekomen sprak hij niet de traditionele “brulftenneugerssprök” maar riep, terwijl hij het lege spit op de belt wierp; “Witte wieven wit, hier breng ik oe ’t spit, kiek mar da’j gebroad d’r bi’j kriegt” waarna hij het op een lopen zette. Dat was maar goed ook want de wiefkes waren woest en zetten de achtervolging in. De jonge boer wist nog net op tijd door de niendeur de boerderij binnen te vluchten toen een van de witte wieven hem het lege spit achterna wierp dat trillend in de stiepel bleef steken. Gelukkig kwamen witte wieven nooit binnen want eenmaal onder een dak verloren ze hun magische krachten en teerden ze weg, maar buiten rond de boerderij krijsten de getergde wiefkes nog geruime tijd het dreigende lied;






Ha’k miene leerkes mar an
erukt
Dan was oene vlucht nich elukt 
En ha’k oe an het spit edrukt..






Het spreekt voor zich dat de stemming op de bruiloft door het voorval danig werd getemperd en dat de boerenzoon de grafheuvels zijn leven lang angstvallig heeft gemeden..
Jarenlang kon men nog het diepe gat in de stiepel aanwijzen waar de scherpe punt van het spit met grote kracht was binnengedrongen……




                              

                                                                   Primitieve tekening van door witte wieven bewoonde grafheuvels....


                              
                                                                                               Dansende witte wieven....

 

 




SCULPTUUR


Tijdens het bezoek van de reünisten aan het Lossers Kunstcollectief toonde Hans ons een sculptuur in wording waarmee hij nog druk bezig was…. Toen al maakte het indruk omdat een onderdeel bestond uit een fraaie doorsnee van de stam van een oude perenboom.
Hans moest het toen nog combineren met een keramiek.
Inmiddels is het klaar en we moeten zeggen dat het prachtig geheel is geworden  waarvan we jullie via deze twee foto’s (voor en achterzijde) graag deelgenoot maken.


 




   


 

 




DE JUKEBOX


Denken jullie ook nog vaak aan de wervelende jaren 60 waar we nog massaal gingen stappen. We niet alleen naar dancings gingen maar ook gezellige kroegjes of andere gelegenheden bezochten.
Muziek was in elk geval niet weg te denken en menige horecagelegenheid had wel een eigen muziekweergaveapparaat dat een jukebox heette en
dat door een gebruiker gekozen lied af kon spelen.
Je moest
hiervoor geld in werpen, waarna je één of meer keuzes kon maken uit de voorraad liedjes op grammofoonplaten.
Dan speelde de jukebox het lied af, al dan niet via de ingebouwde versterker en luidsprekers.

Puur uit nostalgie zijn we naar een afbeelding op zoek gegaan om ons weer even in die tijd te wanen en te kunnen zwijmelen op de muziek uit onze onbezorgde maar al lang vervlogen jaren …...


                                   


 

 


RAADPLAATJE


Wie, wat, waar(d)
Harry, de Man en paard….


Met een nieuwe uitsnede van een willekeurig pand zijn we zijn alweer aan het eind gekomen van ons eerste nieuwsaflevering in het nieuwe jaar 2020. 


Als er een lichtje gaat branden stuur het dan in.
We zien je puzzelresultaten graag  tegemoet bij;

info@stefenfen.nl


Maar via de gewone mail mag natuurlijk ook!
 







 

 

 

TOP

HOMEPAGE