FEBRUARINIEUWS  2021
 

 

 





HET IS WINTER...






 

 





HITS VAN TOEN...   


Mini is altijd zuinig geweest op haar plaatjes en het originele rekje waarin ze veilig konden worden opgeslagen. Dat is maar goed ook want wij kunnen er nu volop van profiteren.

Deze keer heeft ze een oude hit van een bekende Amerikaanse zanger met eeuwige zonnebril voor ons uitgezocht.



Kijk, luister en zing mee bij
NOSTALGIE


Heb jezelf een favoriet plaatje met dierbare of romantische herinneringen, geef het door aan Mini en we spelen het een volgende keer af…..





 

 





‘t BLAUWE DAEMPKEN


We gaan nog altijd gebukt onder de beperkingen van de coronapandemie. Pandemieën zijn van alle tijden en de mensheid heeft er al veel doorstaan.
Maar zo erg als rond 1350 is het nooit meer geweest.


Gerrit neemt ons terug in de tijd........

 

 

 

 

 




Lappenpad in het Aamsveen....
 

 





‘t BLAUWE DAEMPKEN



Toen heerste de pest, ook wel zwarte dood waaraan een kwart van de Europese bevolking ten onder ging. Ook in de Enschedese Esmarke was het raak waarbij vooral de boerenbevolking van het Aamsveen zwaar werd getroffen. Nadat er al veel slachtoffers waren gevallen durfde niemand meer weg van de eigen boerderij en men hield de rook uit elkaars schoorsteen in de gaten om te zien of de noabers nog in leven waren. Langzaam maar zeker werd er van niemand meer wat waargenomen en meer dan tien jaar waagde geen turfsteker zich in het Aamsveen dat er verwilderd en verlaten bij lag en waar de verjaagde wolven de kans grepen hun jachtgebied te heroveren. Er was niets tegen de pest die razendsnel en genadeloos toesloeg te doen. Nu weten we dat het door slechte hygiëne kwam en door ratten werd verspreid. Toen geloofde men dat het door kwalijke luchten kwam, vandaar dat men kleding droeg met een lange puntneus waarin allerlei kruiden waren gestopt om de besmetting tegen te houden…. In Twente sprak men van het “Blauwe Daempken” een rookwolkje met de ziel van de duivel dat van huis naar huis trok en grote ellende en doodsangst veroorzaakte want waar het binnendrong bracht het de “zwarte dood”. (ik bespaar jullie de vreselijke afbeeldingen) We kennen allemaal het Lappenpad (zie foto) dat vanaf de Zuid Esmarkerondweg dwars door het Aamsveen naar de Duitse grens loopt. Het is genoemd naar het net aan de Duitse kant gelegen boerderijtje de Lappe waar een boer met dezelfde naam met zijn gezin woonde. Ook hij had niets meer van zijn buren vernomen en uit zorg en nieuwgierigheid begaf hij zich naar de dichtst bijgelegen hoeve. Die lag er geheel verlaten bij. Toen hij naar binnen ging, vond hij de vergane lijken van zijn noabers terwijl in de bedstee een nest wolvenwelpen speelde…. Ook bij de volgende boerderij trof hij slechts skeletten aan. De Lappe begreep tot zijn ontsteltenis dat hij en zijn gezin de enige overlevenden waren en dat vandaag of morgen het blauwe daempken ook bij hem op bezoek zou komen. Op een avond terwijl ze zaten te eten zag hij door de openstaande niendeur in de verte het rookwolkje aankomen. Kronkelend en draaiend zweefde het naderbij met als doel zijn boerderij. De Lappe stond op, plantte zijn voeten stevig in de grond bij de niendeur en greep met zijn rechterhand de stiepel (sluitpaal voor de brede deuren) vast. Terwijl zijn gezin angstig onder de tafel het noodlot afwachtte, keek de Lappe met vaste, ernstige blik naar het dichterbij komende daempken dat steeds heviger begon te kronkelen. Blijkbaar was het bang voor de scherpe blik van een dapper mens. De boer bleef het strak aankijken totdat het daempke ineen kromp en in het stiepelgat dook. Keihard sloeg de Lappe toe en plantte de paal met één harde klap boven op het daempke, waarna het nooit meer werd waargenomen. De Lappe had de Esmarke verlost van de zwarte dood.


De bekende Twentse dichteres Cato Elderink heeft er een uit achttien coupletten bestaand gedicht in het Twents over geschreven dat eindigt met;




Is dat allens gebuurd zoo as ik ’t heb vermèld

en as ’t van geslacht op geslacht wör deurvertèld?

Wi’j könt et nich geleuven, meer een ding blif woar,

dat ‘nen klooken en eerlikken man in gevoar,

vaak met vasten blik en met zekere haand,

kan kear’n et kwoad van et liedende laand.

Dat in nood zonnen man oons ok komme’n mag,

blif oons hopp’n en bidd’n nog ieder’n dag



OP 17 MAART KUNNEN WE HIERVOOR NAAR DE STEMBUS!


 

 





 

 




Lappenpad in het duistere Aamsveen....
 

 

 

 

 






RECLAME ZEEP....


Wie kent het niet…. de in rood en zwart verpakte zeep met een prachtig Spaans meisje erop afgebeeld.
Iedereen kent MAJA (spreek uit “macha”) producten. Maar wat betekent het woord en waar  komt het vandaan? En wie is de verleidelijke, mooie dame op de verpakking?


 






 


Hoe het merk ontstond..
Na een opzwepend dansoptreden van en mysterieuze en verleidelijke danseres was Esteve Monegal, eigenaar van Myrurgia parfums, zo onder de indruk dat hij besloot een nieuwe geur op de markt te brengen. De naam van zijn nieuwe creatie zou zo op en top Spaans zijn als de danseres die er symbol van werd. Dat was in 1918.
De eerste slagzin was “Todas las flores de España” en inderdaad, Maja heeft een aangename bloemengeur. Het is ook een kruidige geur, enigszins oriëntaals. Men kan makkelijk rozen, jasmijn, anjers en geraniums identificeren die voor de bloemige geur zorgen. Maar verder ook hout, denk sandelhout.
In Nederland vindt men dit parfum tegenwoordig eigenlijk een “oude dames geurtje”.
Maar wat betekent Maja? Van oorsprong is een majo of maja een persoon in typisch klederdracht uit de arme buurten van Madrid. Als bijvoeglijk naamwoord betekent het woord ook dat iemand erg aardig en hartelijk is. B.v. “Qué chica tan maja:” betekent “Wat een aardig/lief meisje”!
Het is een moeilijk te omschrijven woord, het kan ook betekenen dat iemand niet alleen een sympathieke, maar ook een mooie, aantrekkelijke uitstraling heeft.
 




Mini bewaarde in haar ladekast nog steeds een doosje met geurige
minizeepjes waaronder ook twee tabletjes Maja..
 



EEN AARDIGE ANEKDOTE OVER EEN WERELDBEROEMDE MAJA….
Rond 1800 schilderde de bekende Spaanse kunstschilder Francisco de Goya een voor die tijd omstreden en gewaagd doek;
DE NAAKTE MAJA
waarop een dame zonder enige bedekking is te zien die de toeschouwer met open blik en zonder schaamte aankijkt. Het was het eerste schilderij waarop schaamhaar te zien was…
Volgens geruchten zou het de Hertogin van Alba moeten zijn…

     
Goya maakte echter niet alleen een naakte maar ook een geklede versie van deze  Maja.
De beide werken zouden bestemd zijn geweest voor een intieme kamer waar slechts enkele vertrouwelingen van de eigenaar toegang hadden… De geklede Maja hing aan de muur maar kon als de stemming tot grote hoogte steeg door een handige constructie weggetrokken worden waarna de naakte tevoorschijn kwam.

       
Geheim is het echter niet gebleven want Goya en zijn opdrachtgever kregen er grote trammelant mee met de inquisitie van de Spaanse koning en Roomse kerk en moesten naar Frankrijk vluchten…





 

 





EEN LAFFE ROOFMOORD 


De in 1829 gereedgekomen straatweg van Enschede naar de Duitse grens bij de Glanerburg was een voor die tijd goede en brede weg, omzoomd met eiken die de reiziger uit de wind moesten houden….
Maar het gebruik er van viel tegen. Alleen voetgangers hadden vrije doorgang. Voor wagens, paarden en ander vee moest tol worden betaald. Hiervoor waren twee tolhuizen aan de weg ingericht. Aan de Enschedese kant was dat het huidige Slotzicht en aan de Glanerbrugger kant het oude tolhuis op de hoek van de Tolstraat. De wagens van de Duitse handelaren namen dus gewoon nog de oude gratis route over de Hessenweg en de boeren die met vee naar de markt wilden, hadden zo hun eigen sluipweggetjes. Tussen beide tolhuizen was het nog woest en ledig. Heide en wat kleine bosschages bepaalden het landschap met hier en daar in de verte het dak van een boerderij. Glanerbrug als dorp zoals wij het kennen bestond nog niet dat kwam pas van de grond nadat in 1888 Spinnerij Eilermark aan de Duitse kant was opgericht en er voor de arbeiders die uit Friesland en Drenthe kwamen, woningen moesten worden gebouwd…… Alleen aan de grens stonden aan weerszijden douanekantoren ,wat woningen voor de commiezen, een drietal herbergen en wat kleine huisjes voor landarbeiders. Geen wonder dat er zich langs de vaak stille weg struikrovers en ander gespuis ophield dat er niet voor terugdeinsde eenzame reizigers op brutale wijze van hun bezittingen te beroven. Over zo’n roofoverval rond 1850 waarbij het slachtoffer op brute wijze werd vermoord, deed een bijzonder verhaal de ronde dat mij, toen ik in de jaren zestig aan de grens werkte, door een bejaarde Glanerbrugger werd verteld.


 

 

 

 

 





 

 





EEN LAFFE ROOFMOORD


In een klein boerderijtje dicht bij de grens woonde Eek’n Bearndke, een vrijgezel van een jaar of zestig die in zijn levensonderhoud voorzag met de opbrengst van zijn lapje grond en door het houden van kippen en bijen waarvan hij de eieren en honing verkocht op de Enschedese dinsdagmarkt. Bearndke had grote belangstelling voor eikenbomen en hun geschiedenis en kon in de herbergen bij het haardvuur prachtig vertellen over de oude Germanen en hun verering voor deze bomen. Bij machtige oude exemplaren die heilig waren verklaard, werd recht gesproken en vonden andere religieuze rituelen plaats. Zijn toehoorders hingen aan zijn lippen en het leverde de verteller menig gratis schnäpsken op. Maar door zijn fascinatie voor de eiken waarmee hij soms hardop praatte, werd hij ook wel als zonderling en wereldvreemd beschouwd. Hij zat er zelf niet mee, en ook de belastingdienst zag dit als prima dekmantel en bood Bearndke een betaalde baan aan als geldloper die de ontvangen invoerrechten aan de grens naar de bank in Enschede moest brengen. Hij ging toch met zijn handel naar de markt en ook het geboefte dat hem met rust liet omdat hij ze wel eens een paar eieren gaf en er verder toch niets bij hem te halen viel, had geen enkel idee met welke grote bedragen en belangrijke documenten Bearndke onderweg was. Toch kwam er iemand achter, hoe is tot op de dag van vandaag niet bekend. Het was een onopvallende bediende van een advocatenkantoor in de stad die de oude man achter een van de eiken opwachtte en hem met een knuppel genadeloos de hersens insloeg…. Maar nog voordat Bearndke stierf prevelde hij duidelijk hoorbaar…..”Waart oe, de eek’n bint getuuge en zult oe noodlottig word’n.” De misdadiger grijnsde slechts, sloeg nog een keer toe, vergewiste zich van de dood van zijn slachtoffer, pakte de grote som geld en maakte zich over de hei uit de voeten. Toen Bearndke werd gevonden was de ontsteltenis groot, wie vermoordde er nu zo’n eenvoudige arme man? De belastingdienst hield echter de roof van het grote bedrag onder de pet om niet meer rovers op het idee te brengen dat er geldtransporten plaats vonden. Dit was in het voordeel van de dader die slim te werk ging. Hij verstopte het geld, wachtte een jaar en bracht toen bescheiden bedragen naar diverse banken en deed kleine beleggingen in aandelen. Twee jaren later, verzocht hij zijn baas om verlof omdat hij rechten wilde gaan studeren in het westen van het land. Dit werd goedgevonden en zelfs toegejuicht en hij kreeg de verzekering dat hij zijn baan met promotie terug zou krijgen wanneer hij was geslaagd. En zo gebeurde het, de moordenaar keerde met zijn bull na een aantal jaren terug, kocht zich in als partner en volgde de eigenaar die zich wegens zijn hoge leeftijd terugtrok, op. Hij toonde zich een kundig advocaat, kreeg aanzien en daardoor toegang tot de hogere kringen waar hij de dochter van een rijke fabrikant ontmoette en met haar trouwde. Uiteraard kreeg ze een ruime bruidsschat mee en zo konden het restant van het geroofde bedrag en de daarmee vergaarde rente en dividend onopvallend in het familiekapitaal worden opgenomen en leek het verleden geen rol meer te gaan spelen. Hij had de perfecte misdaad gepleegd….. Maar hij vergiste zich…… Toen hij en zijn vrouw terugkwamen van een ritje per rijtuig uit Gronau, passeerden ze de plek waar hij de roofmoord had gepleegd. Hij kon een triomfantelijke glimlach niet onderdrukken tot een plotselinge felle windvlaag die de takken deed kraken en hem dwong naar de wuivende kruinen op te kijken en te luisteren naar het ruisende gebladerte der eiken waarin hij de laatste woorden van de stervende Bearndke meende te horen. Hij slaakte een kreet van schrik en barstte in een onbeheerst gelach uit. Het was een nare, holle lach die zijn vrouw meteen opviel. Toen zij hem vroeg waarom hij zo lachte, stamelde hij iets onverstaanbaars en liet de zweep knallen om zo snel mogelijk de plek des onheils achter zich te laten. Zijn argwanende vrouw hield echter vol en ook ’s avonds tijdens het diner dat jij trillend en morsend nuttigde, bleef ze naar zijn vreemde gedrag vragen. Na een paar glazen wijn besloot hij haar zijn geheim op te biechten, het was immers al meer dan twintig jaar geleden.…De vrouw hoorde het vol afschuw aan doch beheerste zich bang om ook vermoord te worden en haalde slechts de schouders op waarna haar man enigszins scheen te kalmeren, maar toen hij de volgende morgen naar kantoor was, pakte ze wat spullen bij elkaar en vluchtte naar haar ouders. Haar vader die veel invloed had in de stad reageerde onthutst want het bleek dat Bearndke ook nog een ver familielid van moeders kant was. Hij spoedde zich direct naar burgemeester die al even ontsteld was en de veldwachter met twee gewapende helpers naar het kantoor van de misdadiger zond om hem te arresteren. Deze was echter naar huis gegaan voor het middagmaal waar hij bemerkte dat zijn vrouw was verdwenen. Hij besefte dat het mis was en raakte in paniek, griste wat waardevolle stukken bij elkaar en wilde naar Duitsland vluchten. Op de oprijlaan naderden echter al de drie mannen van het gezag en hij begreep dat zijn spel uit was en dat hij de schande en de vernedering van een rechtszaak niet zou kunnen verdragen. Hij haalde uit de schuur een stevig touw, vluchtte het bos achter zijn huis in en verhing zich aan een dikke tak van een machtige oude eik die uitnodigend op hem wachtte. De dienders die eerst het huis hadden doorzocht kwamen te laat….
En zo was de voorspelling van Eek’n Bearndke uitgekomen en hadden de eiken hun magische krachten gebruikt om hun oude vriend te wreken.


 

 




Rechts Tolhuis, nu Slotzicht...
 

 

 

 

 






BIJ EEN SCHILDERIJ VAN HANS



Tijdens onze coronawandelingen in  het buitengebied kwamen we langs een fraaie boerentuin met prachtige bloemen waaronder een perk vol Irissen. Met ons mobieltje maakten we een close up.
Nu heeft ook Hans Irissen geschilderd en we legden mijn foto naast een van zijn schilderijen….
Met moeite hielden we ze uit elkaar…waarmee het meesterschap van Hans weer is aangetoond.

 









\\\\\\\
 





 




IRIS


Op school leerde ik bij natte his

dat deze bloem een Iris is.
Is hij geel dan is ’t een Lis
die langs de sloot te vinden is.


Omdat ik er ’t talent voor mis,
vroeg ik Hans “verf mie zonn’n Iris is
Het werd een fraaie beeltenis
omdat het net een echte is.
Zodat door de gelijkenis,
ik mij telkens weer vergis.


Dus vraag ik vol van droefenis:
Zie jij nog wat mijn foto is?



 



 

 






   



 

 






KLASGENOTE IN HET NIEUWS


Toen de coronamaatregelen ons grotendeels tot binnen blijven dwongen, moesten we op zoek naar bezigheden om de verveling te verdrijven. We gingen puzzelen, schilderen, handwerken, schrijven, klussen, dichten enz. Herma ging lezen. Nu deed ze dat toch al veel maar door corona deed ze er nog een extra boekenkastje vol bovenop. Dit bleef uiteraard bij haar bibliotheek niet onopgemerkt temeer daar Herma altijd enthousiast over een gelezen boek kon vertellen als ze het terugbracht.
Na een controle in december bleek dan ook dat Herma de lezer was die de meeste boeken had geleend. Ze werd daarom uitgeroepen tot trouwste lezer van 2020!
Onze klasgenote werd bij haar eerst volgende bezoek dan ook in het zonnetje gezet en ontving uit handen van de directrice een fraaie met haar initialen geborduurde boekenlegger teneinde de vele ezelsoren die in de door Herma geleende boeken werden aangetroffen in de toekomst te voorkomen. In haar dankwoord memoreerde de blij verraste lezeres aan juffrouw van de Bosch die haar in de eerste twee klassen van de Stevenfenneschool de beginselen van het lezen had bijgebracht.
De bieb zou dom zijn geweest wanneer ze niet van Herma’s enthousiasme gebruik hadden gemaakt.
Haar werd gevraagd elke keer wanneer ze een boek terugbracht ter plekke het boek en de schrijver te prijzen waardoor de andere aanwezigen werden aangemoedigd dit boek ook te lezen.
Op de foto zien we Herma terwijl ze het boek “Olive Kitteridge” presenteert. “Het was of de schrijfster Elizabeth Strout bij je op de koffie zit en het aan je vertelt. Ik heb het in een adem uitgelezen!” hield Herma het toegestroomde publiek voor. Het gevolg was dat, ondanks dat de bieb nog enkele extra exemplaren ter beschikking stelde, er een wachtlijst voor dit boek ontstond.

            

Deze opsteker werd echter teniet gedaan door het feit dat het zo druk werd bij Herma’s boekbesprekingen dat de 1,5 meter regel niet kon worden gehandhaafd.
Men overweegt nu video- opnamen te maken van Herma’s presentaties voor alle boeken die onze klasgenote heeft gelezen zodat de potentiële lezer een voorproefje krijgt van wat hem of haar te wachten staat.
Herma wordt er maar druk mee….
We zijn trots op haar, wensen haar nog veel leesplezier en succes met haar nieuwe roeping……
En zo zie je maar weer, ook op onze leeftijd kunnen we nog een zegen zijn voor onze medemens in deze moeilijke tijden.



 

 





WAS WAS.......








Deze foto herinnert me aan de tijd toen wij nog geen wasmachine hadden..
Ik zie mijn moeder letterlijk weer de was “schrobben” op zo’n wasbord. (wasbrod zeiden we vroeger)
Voor een gezin met drie jonge kinderen was dat elke week een moeizame klus.
Moeder gebruikte vaak het wasmiddel Klok (was het goedkoopste) en voor de smerige overalls van vader kwam ook soda en Sunlightzeep eraan te pas...
Het plaatje  bracht me op het volgende deuntje dat we vast allemaal nog van vroeger kennen..

Alleen de laatste paar regels zijn er bij bedacht….  


Terwijl ik nog
even over de was aan het namijmeren was schoot me opeens iets in gedachte dat we vroeger bij Gönning hadden geleerd..  Of  het nou in de 3e of 5e klas was weet ik zo niet meer.
Het is een soort raadseltje dat ook met was te maken heeft.
Wij wisten toen geen van allen het antwoord waarop meneer met tekst en uitleg ons weer iets bijleerde…
Misschien herinneren jullie je het ook nog, het ging als volgt;


"WAT WAS WAS EER WAS WAS WAS??"…….


Wij weten het antwoord en de uitleg nog. Jullie ook? Zo ja, laat het ons weten...
We zijn benieuwd!!




 




 


 




WAS WAS.......


Toen moeder aan de was was,
kroop ik onder de deur deur
Ik liep haastig over de zandweg weg,
want ik moest in het magazijn zijn.
Daar moest ik enkele pakken pakken,
en ook een aantal rollen rollen.
Opeens zag ik twee vliegen vliegen,
En toen kwam er ook nog een bij bij.
Toen ik in nood naar De Vluchte vluchtte,
dronk ik er eerst een paar glazen wijn.
En wanneer ik ‘s middags thuis kwam,
hing de schone was al aan de lijn…


 






 

 











 

 





DENNENPLEINTJE


 




Dennenpleintje in ca 1925..
 


Dit pleintje heette oorspronkelijk Dennenplein en werd achtereenvolgens in 1936 eerst bij de Dennenweg gevoegd en is nu deel van de BW ter Kuilestraat. Er tegenover waar nu het service centrum staat, lag een braak liggend terrein ingeklemd tussen het Philadelphiakerje en de Apostelenhof Hier liep een weggetje zonder huizen naar de Haaksbergerstraat dat wij het vrijerspaadje noemden maar dat officieel toen, wat bijna niemand wist, Tarwestraat heette........Je stak er lopend of op de fiets mooi de verre hoek met het kerkje mee af....Het was inderdaad een paadje dat uiterst geschikt was voor vrijende paartjes. Er was geen verlichting maar toch waren de Haaksbergerstraat en de B.W ter Kuilestraat in geval van nood dichtbij. Vanaf de Dennenweg komend liep rechts naast het paadje een greppel met daar achter een hek dat de
  Apostelenhof van het pad scheidde. Links was een hoge heg. Als kind kwam ik er 's avonds wanneer ik met mijn ouders op het Pathmos op bezoek waren geweest op de terugweg naar huis altijd langs waarbij de paartjes, soms drie op een rij, mijn grote elangstelling hadden zodat vader me mee moest sleuren......
Ik heb zelf helaas nooit van de geboden gelegenheid gebruik gemaakt.
De foto is genomen in de jaren twintig en een leuk detail is dat de fotograaf in Lonneker stond om het pleintje in Enschede op de plaat vast te leggen. Vanaf de Haaksbergerstraat vormde de Dennenweg tot 1934 namelijk de grens tussen beide gemeenten.Het paadje en het Philadelphiakerkje lagen dus in Lonneker, het Pathmos in Enschede..... Er vond nog een verandering plaats...Het paadje(Tarwestraat) werd in 1960 bij de Dennenweg gevoegd omdat de naam Tarwestraat overging naar de tot dan toe in de buurt gelegen Roggestraat die moest verdwijnen omdat er te veel verwisselingen waren met de Reggestraat....

De huizen op het pleintje staan er nog, zijn gerenoveerd en nu helder wit.



 


 

 

 




Dennenpleintje met huidige witte huizen
 

 




Servicecentrum West
 

 

 

 

 







RAADPLAATJE JANUARI


Niet minder dan 9 inzenders hadden het goed.

We zagen een gedeelte van de Oude Usselerschool….
Al in 1766 werd een schooltje in Usselo opgericht. Het was een zogenaamd Markeschool die door de boeren van de Usselermarke werd onderhouden.
Het was in eerste instantie niet meer dan een oude boerenschuur met wat houten banken en een schaddenvuur in het midden. De eerste onderwijzer was Abraham Rijd die in 1800 werd opgevolgd door de boerenzoon Thijs Lammerink afkomstig van de gelijknamige boerderij in Usselo.
Deze Thijs zocht het later in de textielhandel en legde aan de Markt in de voormalige Herberg “de Zwaan” waar nu “de Kater” zit de grondslag voor het latere textielconcern J.F.Scholten.
De oude markeschool werd in 1835 vervangen door een nieuwe school aan de huidige Usseler Schoolweg ( zie tekening).
            
Tot 1896 diende deze school de Usseler kinderen  toen werd het gebouw op de foto in gebruik genomen dat tot 1984 dienst deed.
De nieuwe Usselerschool staat nu aan de Lammerinksweg.
De Oude Usselerschool aan de Usseler Schoolweg is nu eigendom van een kerkgenootschap, maar kan ook voor diverse bijeenkomsten worden afgehuurd.









Onze prijs een heerlijke pot bosbessenjam van de naast de school gelegen bosbessenkwekerij “La Francaise” is al aan de uitgelote winnares uitgereikt.









 









 

 


 


RAADPLAATJE


Met deze uitsnede van een prachtige foto in wintersfeer zien we een ons allen welbekend gebouw in een omgeving waar we als kind vaak vertoefden, zijn we alweer aan het eind  gekomen van onze februari-editie.... 

Gaat er al een lichtje branden"?
Als je het weet, stuur het dan in.
We zien je puzzelresultaten graag  tegemoet bij;



Bel of mail de oplossing door aan Mini en maak kans op een leuke prijs…



 







 

 

 

TOP

HOMEPAGE