FEBRUARINIEUWS  2022
 

 

 






HITS VAN TOEN...   


Net toen we met onze handen in het haar het hoofd braken over een oude hit voor in ons Oald Ni’js van februari mailde ons pats boem Marianne met de vraag of we niet een plaatje van haar favoriete zanger uit haar tienertijd wilden laten horen. Hij brak haar hart en maakte haar het hoofd op hol terwijl ze naar zijn lied luisterde en naar zijn foto aan de muur van de slaapkamer keek. Geen langharige gitarist of een heupwiegende rocker maar een nette mooie man die zijn liefdesbrieven ergens op een vreemde plek schreef..... weten jullie al op wie Marianne naar ze ons zelf vertelde, verliefd was?


Kijk, luister en zing mee bij   "
NOSTALGIE



Heb jezelf een favoriet plaatje met dierbare of romantische herinneringen, geef het door aan Mini en we spelen het een volgende keer af…..



 

 






KLEINOOD



Gerrit vertelt ons het verhaal van een door het vuur aangetast kleinood uit het door bommen verwoeste huis van zijn ouders aan de Janninksweg.





 







     


 






KLEINOOD


Op 22 februari  1944 (mijn vaders verjaardag) werd ook het huis van mijn ouders en grootouders aan de Janninksweg 117  door brandbommen geheel verwoest. Gelukkig was er niemand thuis,  vader bevond zich in een werkkamp in Hannover en moeder werkte in Hengelo terwijl mijn grootvader bij mijn tante op bezoek was.… De naaste buren op nr. 119, Mans en Gees Geerdink waar vader na de vroege dood van mijn oma kind aan huis was, kwamen beiden om.
Na de eerste schrik vervoegde moeder zich bij de Ortskommandantur om voor vader verlof aan te vragen, maar blijkbaar was de zaak daarvoor niet ernstig genoeg. In een tweede poging dikte moeder de zaak aan door te verklaren dat “Mutter tod,Vater schwer verletzt” waren. Ze loog niet eens want mijn oma was al in 1921 overleden en opa had iets met zijn been. Het hielp, en een dikke week later was vader thuis om te constateren dat er van het huis en de inboedel alleen een puinhoop restte.. Natuurlijk ging hij op zoek door nog wat de graven en te spitten, maar van buren hoorde hij dat er ook al z.g. aasgieren waren geweest die alles wat nog bruikbaar was, hadden ingepikt…
De een z’n nood was toen blijkbaar de ander z’n brood….

Toch vond vader tussen de verkoolde resten nog een broche van moeder, een eenvoudig sieraad van een Delftsblauw aardewerken rondje met zilveren rand……. Geen waardevol stuk, maar door de hitte aangetast en in diverse tinten verkleurd, werd het kleinood een kostbaar, zuinig bewaard en gekoesterd aandenken aan het bombardement…..
Ik heb het geërfd en kan er met ontroering naar kijken.
Vader en moeder vonden bij een ouder echtpaar aan de Frederikastraat een voorlopig onderkomen waar met wat afdankertjes twee slaapkamers werden ingericht. Het lukte vaders verlof tot 10 april 1944 te verlengen, daarna dook hij een tijdje onder en is niet weer naar Hannover teruggegaan……



 



 

       





 

 






UIT DE KRANT VAN 1931



We hebben jullie er al een aantal laten zien, oude zwart-wit foto’s van onze school.
Maar het is altijd weer leuk als je er een tegen komt. Deze uit een krant van 1931 toen de school net af was gebouwd, vonden we onlangs op internet.
De tekst spreekt over een gebouw dat aan alle “eischen” voldoet.
Inderdaad voor die tijd een modern gebouw, maar we herinneren ons toch nog de stinkende toiletten en urinoirs....
Ik heb er nooit een grote boodschap gedaan....


 











 

 











 

 





 





FLIPJE UIT TIEL...



Wie kent hem niet het uit vruchten opgebouwde ventje met koksmuts dat de jams en andere lekkernijen van “de Betuwe” aanprees?
In 1884 maakte de fabrikant van azijn en koffiesurrogaat uit Tiel een zakenreis naar Engeland waar hij met het vruchtenproduct jam kennismaakte. In 1886 werd dan ook de Nederlandsche Fabriek van Verduurzaamde Vruchten J.H. Bruynis & Co opgericht.
Omdat dat een merknaam was waar zelfs een zoetigheid zoekende wesp niet op af kwam werd in 1888 het meer aantrekkelijke“de Betuwe” toegevoegd.
Het bedrijf produceerde ook vruchtensappen en de bekende rinse appelstroop.
Na de Eerste Wereldoorlog nam de concurrentie sterk toe, het was dus zaak zich van de anderen op een of andere manier te onderscheiden. Slogans als: “beste vruchten en prima suiker” hielpen niet echt tot men in 1935 Daan Hoeksema inde arm nam die Flipje creëerde. Het mannetje werd een groot succes en er verschenen poppetjes, rijmpjes en boekjes en later zelfs stripalbums....
Ook de stad Tiel sloot het mannetje in haar armen en maakte het tot mascotte. Een vrolijk standbeeld is in de binnenstad te vinden.
Na de Tweede Wereldoorlog was de start moeilijk maar in 1950 was men weer boven Jan en kreeg men bij het bezoek van de koninklijke familie ter gelegenheid van het 65 jarig bestaan het predicaat Koninklijk. Het succes trok grote buitenlandse bedrijven aan die op overname uit waren dus zocht men om zich hier tegen te beschermen in eigen land toenadering tot Unilever dat gretig toehapte. De Betuwe bleef gewoon produceren in Tiel totdat de resultaten minder werden en het bedrijf in 1987 werd verkocht aan Hero die de productie overbracht naar Breda.
In 1993 werd de fabriek in Tiel gesloten, maar Flipje bleef ook bij Hero “het mannetje”.




 






                              


   


                             





 

 






ONTDEKKING


Soms kom je onverwachts op het wereldwijde web een nog foto tegen uit onze buurt.
We zijn er altijd naar op zoek want je weet maar nooit wie of wat er op staat.
Deze is van een cafetaria dat in de jaren zestig was gevestigd op de hoek van de Dr. P. van Hoekstraat en de Maaierstraat. We nemen aan dat het  voor een aantal klasgenoten een bekende ontmoetingsplek plek was.
In ieder geval voor klasgenoot Hans Hof die we hier als tweede van rechts zien. Verder nog een aantal bekende koppen waarvan we niet meer op de namen kunnen komen, maar de jongen helemaal links zou zomaar Johan Meijer kunnen zijn. Een mooi plaatje uit de tijd dat brommers, stropdasjes, lange jassen en sigaretten nog in de mode waren en onze status bepaalden...
Verder valt op dat er maar één meisje opstaat. Werkte die misschien in het cafetaria?



 









 



 

 






EEN DUIVELS DILEMMA 


Gerrit maakte van een oude sage weer een spannend en leesbaar verhaal.


 


 

 

 

 





 

 






EEN DUIVELS DILLEMA  



Tijdens onze coronawandelingen in het buitengebied verwonderen we ons vaak over de fraaie boerenwoningen met bijbehorende grote moderne stallen terwijl we de boeren horen klagen en zien protesteren in den Haag. Er zullen er zijn die vallen onder de categorie “Klagers hebben geen nood” maar velen zullen met handen en voeten gebonden en met ziel en zaligheid zijn overgeleverd aan de voorwaarden van de RABO bank..
Toen eeuwen geleden boerenleenbanken als de Rabo nog niet bestonden, was er voor boeren in nood een andere mogelijkheid om wanneer er nergens hulp of geld was te krijgen zich toch te redden . Zij konden hun ziel en zaligheid verkopen aan de duivel om daarvoor in ruil financieel zorgeloos te leven. Men leverde er echter gevoelens als liefde, empathie en medemenselijkheid voor in en moest na het overlijden eeuwig branden in de hel……geen prettig vooruitzicht.
Maar soms waren de nood en de verleiding zo groot dat men op de aanlokkelijke aanbiedingen van de duivel inging. Zoals een jonge boer uit het Aamsveen………

Diep in het Aamsveen tegen de Duitse grens aan woonde eeuwen geleden een jong boeren gezin. Vader, moeder en zoontje van vijf hadden weliswaar geen weelde maar men kon zich redelijk redden en waren samen gelukkig totdat plotseling de boerin overleed. De boer was hierover zo van slag dat hij aan de drank raakte, de boerderij verwaarloosde en zijn zoontje mishandelde. Dit kon een zuster van de overleden boerin die met een boer uit Driene was getrouwd niet aanzien en haalde het kind bij zijn vader weg die er, zwaar bezopen, niet moeilijk over deed.
Het kind groeide bij zijn tante samen met haar eigen kinderen op tot een echte boerenzoon die het boerenwerk in de vingers had en al snel een goede baan vond als knecht bij een rijke boer die zeer met hem was ingenomen. Dat was ook zijn dochter die echter niet met een knecht mocht trouwen maar uit moest kijken naar een boerenzoon met eigen erf. Dit frustreerde de geliefden waarna de jongen een verhaal ophing dat hij de enige erfgenaam was van zijn vader en bij zijn overlijden een welvarende boerderij in het Aamsveen zou erven…. Men geloofde hem op zijn woord en zo kreeg het paar wat uitstel, behield de boer zijn knecht, zijn dochter haar geliefde en de jongen hoop. Er gingen jaren overheen en uit het Aamsveen werd nooit iets vernomen en zelf had hij de moed niet op kunnen brengen om zijn vader op te zoeken.
Tot er plotseling een boodschap kwam van de Markenrichter dat zijn vader al maanden geleden dood op zijn land was gevonden en omdat men de zoon niet direct kon opsporen al door de noabers was begraven.. .…. Nadat hij het graf van zijn vader had bezocht en de noabers had bedankt, ging hij vol goede moed naar het Aamsveen om te kijken hoe zijn erfenis erbij lag maar eenmaal daar aangekomen, wist hij niet wat hij zag…. De boerderij was een ruïne, er lagen door wolven aangevreten karkassen van het vee en de akker en het weiland waren overwoekerd met onkruid.
Hoe kon hij dit aan zijn verloofde en haar ouders verkopen?…. Vertwijfeld bad hij tot God om uitkomst, maar toen die niets van zich liet horen, zonk hij neer op een krakkemikkige stoel, sloeg de handen voor zijn ogen en mompelde; “Ik zou mijn ziel en zaligheid geven voor een nieuwe boerderij” Hij hoefde het maar een keer te zeggen want daar stond de duivel stinkend naar zwavel en enthousiast trappelend met zijn bokkenpoten al naast hem. “Ik begrijp dat je hulp kunt gebruiken?” vroeg hij vuil grijnzend… De jongen schrok maar hervond zich en luisterde naar wat Satan hem te bieden had. Die beloofde hem een geheel nieuw los hoes met alles erop en eraan. Gereedschappen, werktuigen, wagens, een put met helder water terwijl hij zelfs het hele erf zou opruimen en de akker en het weiland weer bouwrijp en vruchtbaar maken. ”En” ,slijmde de duivel, “Ik zorg natuurlijk ook voor een gezonde veestapel, alles in ruil voor je ziel.” De jonge boer wist niet wat hij hoorde, dat was precies wat hij nodig had om zijn schoonvader te overtuigen….Hij hapte echter niet direct toe en vroeg drie dagen bedenktijd voor overleg met zijn verloofde… Die gaf de duivel hem graag want als hij eenmaal de boer had verleid volgden automatisch zijn vrouw en wellicht later hun kinderen…
De jongen ging terug naar zijn geliefde en biechtte haar zijn gesprek met de duivel op.. “Als je dat doet, trouw ik nooit met je”, riep ze in eerste instantie boos, maar het was een pientere meid en na enig overleg bedachten ze een plan om de duivel te misleiden….
De jonge boer ging terug naar zijn vervallen boerderij en wachtte tot de duivel terugkwam. Deze was al snel ter plaatse en had het contract met alle details al bij zich. Ze hoefden alleen allebei nog maar met hun bloed te ondertekenen. Het slachtoffer echter zei dat hij nog enige wijzigingen aan wilde brengen. Zo hoefde de duivel niet voor vee te zorgen, want hij en zijn verloofde waren bang dat de duivel via levende wezens zijn macht op hen zou blijven uitoefenen terwijl het meisje toch vee als bruidsschat van haar vader meekreeg. Een andere voorwaarde was dat de duivel alles in een nacht af moest hebben. Hij moest beginnen bij zonsondergang en klaar zijn als de eerste haan kraaide…
De duivel glimlachte slechts en paste de voorwaarden naar wens aan, het hele karwei was voor hem toch maar een fluitje van een cent, hij had voor hetere vuren gestaan….Ze tekenden met hun bloed en die avond begon de duivel met de opdracht. Het stoof, het knetterde, het donderde en je zag bij het licht van de volle maan dat het Satan ging lukken.
De jonge boer die alles in spanning en verwondering had gevolgd, wachtte totdat bijna alles klaar was en er alleen nog maar een paar meters dak moest worden gelegd. Toen sprong hij uit de struiken tevoorschijn en kraaide luid als een haan ….. De duivel schrok maar had het al snel door, hij liet zich van het dak af glijden en snauwde, “Je probeert me te beduvelen, dat was geen haan maar jijzelf!” Meteen kwam hij er echter achter dat hij in een val was getrapt want in zijn verontwaardiging had hij vergeten dat wanneer er een haan begint te kraaien, alle hanen in de buurt gaan antwoorden… Hij sprong nog wel weer vlug op het dak, maar het was te laat van alle kanten hoorde je hanen kraaien…
De duivel was wit heet….Zijn ogen schoten vuur, stinkende zwaveldampen stoomden uit zijn oren en neusgaten en vloekend en tierend vloog hij terug naar de hel waar de toch al geplaagde aanwezigen het moesten ontgelden….
De eigenaar van de nieuwe boerderij maakte zelf het dak af, wachtte een dag tot de zwavelstank was verwaaid en haastte zich terug naar zijn verloofde om haar het goede nieuws te brengen dat hun list was geslaagd….
Een maand later was de bruiloft…. Zijn schoonouders waren zeer tevreden en schonken; een koe en een stier, een merrie en een hengst, een zeug en een beer, een ooi en een ram en een stel kippen met een haan, terwijl zijn oom en tante die hem hadden opgevoed hen ruim voldoende zaaigoed voor een eerste rijke oogst meegaven……
Het laat zich begrijpen dat de haan, een groot en statig dier met prachtige kleuren hun favoriet werd.
Ze noemden hem Lucifer (bijnaam van de duivel) om niet te vergeten hoe hun geluk tot stand was gekomen en als waarschuwing om alert te blijven want met de duivel wist je het maar nooit..........




 

 




Onderhandelen met de duivel.....
 

 




De duivel is in de val getrapt......
 

 

 

 

 

 

 






WIE HANGT ER AAN DE LIJN.... 


Van een eerste confrontatie met een openbare telefooncel bleven bij Mini de gevolgen nog lang in haar geheugen hangen.....

 






  

 





 



 






EEN BIZAR GESPREK….



Telkens wanneer ik foto (boven) met de telefooncel aan de Pathmossingel zie, komen er meteen herinneringen boven.
Bij ons thuis hadden we geen telefoon en wanneer b.v. de huisarts moest komen, ging moeder naar onze buren Kootstra. Zij hadden een zaadhandel en dan is zo’n ‘kuierdroad’ onmisbaar met betrekking tot - en bereikbaarheid met - hun klandizie.
Voor mijn zus en mij was telefoneren nog een totaal onbekend fenomeen hoewel de telefooncel op de Pathmossingel al een hele tijd onze belangstelling had gewekt.
Ik zal een jaar of 10 zijn geweest toen mijn zus en ik op een zondagochtend wat door de buurt rond fietsten. “Zullen we even naar ome Gerrit en tante Mien gaan?” stelde m’n zus voor. “Mij best” antwoordde ik. “Als ze tenminste niet in de kerk zitten”.   
Oom Gerrit en tante Mien en onze neefjes Gerrit en Herman woonden in de Pathmosstraat en ze waren heel christelijk.
We reden de Usselerweg af en bij de hoek van de Pathmossingel kregen we de telefooncel in het vizier. Mijn zus stelde voor om voor de gein een keer te bellen en we parkeerden onze fietsen pal naast de telefooncel. Zij nam natuurlijk het voortouw want ikzelf durfde pas iets nadat ik eerst de kat uit de boom gekeken had. Ze pakte resoluut de hoorn van de haak en zonder eerst  een duppie in de gleuf te doen draaide ze een willekeurig nummer en begon een denkbeeldig gesprek met een schoolvriendin. Het leek me wel een gezellig gesprekje en daardoor schepte ik wat moed toen ik mijn “babbeltje” zou houden.
Eveneens zonder geld in te werpen draaide ook ik een denkbeeldig nummer en begon in het wilde weg met een vriendin te kletsen. Maar....... opeens klonk een stem door de telefoon die zei; “als dat gedonder nou niet afgelopen is dan bel ik de politie”. Verlamd van schrik hing ik de haak aan het toestel op en wist ik niet hoe snel ik  die cel uit moest komen. Mijn zus vroeg; “wat is er aan de hand” en bleek van schrik vertelde ik van de stem in de telefoon en het dreigement. Rap pakten we onze fietsen en alsof de politie op onze hielen zat, keerden we terug naar huis.
Aan tante Mien en onze neefjes dachten we niet meer. De gebeurtenis had een diepe indruk op me nagelaten en dat verklaart misschien meteen een soort telefoonangst waar ik tot heden toe soms nog last van kan hebben.
Ik heb dan wel een mobieltje maar bellen of opnemen doe ik nog steeds met enige schroom. Heb er trouwens ook niet veel behoefte aan om altijd bereikbaar te zijn.
Je zult me dan ook nooit fietsend met de 'tillefoon' aan m'n oor tegenkomen.   
Een paar fotootjes schieten tijdens een wandeling lukt meestal nog wel….



 



 





 



 



             




 

 






MARIJKE....


Gerrit kreeg op een zondagmorgen onverwacht bezoek van een vroegere klasgenote.



 

 

 

 

 







MARIJKE


Op zondagmorgen gaat de bel.
"Blijf maar moeder, ik ga wel".
Er staat een meisje voor de deur.
We krijgen allebei een kleur.


Het is Marijke uit mijn klas,
die toen bij de Jehova's was.
Ze is nog net zo mooi als toen.
Ik weet niet goed wat ik moet doen...


Ze mompelt, "Sorry, 'k ben verkeerd."
En ik ben te verbouwereerd
om haar naar binnen toe te vragen.
Niet om het Woord Gods uit te dragen
maar enkel omdat zij het is,
en om te zeggen da'k haar mis.


Maar ik ben helaas weer eens te laat,
Ze voegt zich haastig bij haar maat
en snel verdwijnt ze uit het zicht.
Ik doe beduusd de voordeur dicht..




 

 

 

 

 

 





UITSLAG RAADPLAATJE JANUARI


Iedereen had het goed! Het fraaie venster bevindt zich in de R.K. St. Jacobuskerk op de oude Markt.

Toen Maurits in 1597 Enschede op de Spanjaarden veroverde, raakten de katholieken de Grote Kerk op de Markt (die ook aan St. Jacobus is gewijd) kwijt omdat ze met de vijand hadden geheuld.
De kerk werd protestants en is dat tot op heden nog al wordt ze niet meer als zodanig gebruikt.
Het Roomse geloof werd door Maurits verboden en pas in 1841 kwam er op de huidige plek op de Oude Mark weer een Roomse kerk. Deze brandde tijdens de grote brand van Enschede in 1862 af en werd daarna weer opgebouwd, maar moest in 1934 wegens bouwvalligheid worden vervangen.
Dat werd de prachtige kerk die we nu kennen en waarin het venster zich bevindt.
Waarom St. Jacobus de meerdere? Welnu deze apostel van Jezus was de beschermheilige van Enschede en sierde ook het eerste wapen en zegel van de stad (zie tekening) dat later door het nu bekende hekwerk werd vervangen. Ook de kerk in Lonneker is een St. Jacobuskerk.





Door loting werd een winnares gevonden... Zij was zo blij met het toepasselijke kruikje Apostelrosé dat ze ons uitnodigde om het samen met haar burgemeester te maken, hetgeen succesvol werd volbracht.



Op St. Jacobus!!!





 








 

 

 

 

 


 



NIEUW RAADPLAATJE


Een pittoresk klokkentorentje....We kwamen er allemaal vaak langs en als we het zagen, wisten we dat we bijna thuis waren. Het torentje is er niet meer, het gebouwtje waarop het stond nog wel....

Gaat er al een lichtje branden"?
Als je het weet, stuur het dan in.
We zien je puzzelresultaten graag  tegemoet bij;


info@stefenfen.nl


Bel of mail de oplossing door aan Mini en maak kans op een leuke prijs…



 











 



 

TOP

HOMEPAGE