In mijn kinderjaren werd de uitdrukking “Hij groeit op voor
galg en rad” nog wel eens schertsend gebruikt voor jongens die in de ogen van de
gevestigde orde niet wilden luisteren. Wat de galg tot verstikkend gevolg heeft,
begrijpen we allemaal, maar veroordeeld worden tot het rad betekende ook een
gruwelijke dood. De misdadiger werd op een groot wagenwiel gebonden en net zo
lang met een knuppel geslagen tot al zijn of haar botten gebroken waren, met een
ferme klap op de borst werd daarna het doodvonnis voltrokken. Het rad werd
daarna compleet met lijk op een paal gezet als voer voor de vogels. Nee, onze
voorouders waren niet zachtzinnig zelfs niet als het ging om kleine vergrijpen
waarvoor we nu een geringe werkstraf krijgen…..Ook vond er veel klassenjustitie
plaats waarbij adel en gegoede burgerij er milder vanaf kwamen dan Jan met de
Pet.
In 1725 telde Enschede nog maar 1500 inwoners en kende geen politie. De enige
die er naast het gemeentebestuur fungeerde om regels te handhaven was de z.g.
stadsdiender, een manusje van alles in dienst van de gemeente. Hij was omroeper,
nachtwaker, ijker en bode tegelijk. Zijn macht was beperkt en daarbij
afhankelijk van zijn eigen overredings- en spierkracht. De stadsdiender had die
blijkbaar niet want ene Lammert Tesink die aan de Langestraat woonde, deed waar
hij zin in had. Hij roofde en vernielde naar harte lust en terroriseerde de
bewoners op een dergelijke wijze dat niemand de moed had om de oersterke kerel
iets in de weg te leggen. Wie dat wel waagde, werd afgetuigd en mocht blij zijn
het er levend af te brengen…. Het stadsbestuur zat met de handen in het haar en
besloot in 1728 wanhopig de hulp in te roepen van Ridderschap en Steden (nu
Provinciale staten). Deze beloofde in te grijpen en stuurde vanuit Zwolle acht
zwaar bewapende soldaten naar het huis van de misdadiger. Tesink, voor de duvel
niet bang, liet zich naar buiten lokken waar hij na hevig verzet met grof geweld
werd gekneveld en onder luid gejuich van de toegestroomde Enschedeërs afgevoerd
richting Hengelo. Onderweg bleef de gevangene blijkbaar zo tegenstribbelen dat
de soldaten hem halfweg Hengelo zonder proces aan een hoge boom ophingen. Zo
werden twee Franse valsemunters die op de hei tussen Enschede en Hengelo op
heterdaad werden betrapt terwijl ze tin aan het smelten waren en een zak vol
valse munten bij zich hadden, direct afgevoerd naar Markelo waar ze na een kort
proces worden opgehangen… Ook zigeuners waren vaak het slachtoffer. Ze
veroorzaakten door overvallen, inbraken, berovingen, enz. zoveel overlast
waarbij ze tevens golden als heidenen dat de Ridderschap ze in 1726 vogelvrij
verklaarde met het gevolg dat ze bij bosjes soms met wel 20 tegelijk werden
opgeknoopt...
Een oude kaart van de Haarmühle met rechts de
Galgenbult. De rode lijn is de grens tussen Nederland( boven) en Duitsland...
De Buurserbeek wordt er nog Haarmühlerbecke genoemd...
Galgen stonden meestal opgesteld aan de toegangswegen van een dorp of stad. Het
moest de bezoeker met snode plannen er op attent maken dat men hier korte metten
maakte met wetsovertreders. Veroordeelden liet men voor dit doel dan ook
wekenlang als afschrikwekkend voorbeeld hangen. Op de Twentse landkaart komen we
namen als Galgenven, Galgenbelt of Galgenberg als plek waar deze
gerichtsplaatsen stonden nog regelmatig tegen. Bij Enschede stonden galgen waar
zich nu het belastingkantoor bevindt en aan het einde van de Kottendijk. Ook ter
hoogte van de Broeierd bij het voormalige tolhuis moet er een gestaan hebben. Ik
zal jullie de gruwelijke tekeningen en afbeeldingen over terechtstellingen uit
vroeger dagen besparen.. De galg en het rad op de foto zijn replica’s die
compleet met de nodige informatie te zien zijn aan de Duitse kant op een van de
wandelroutes bij de Haarmühle. Hier liep vroeger een belangrijke Hessenweg, als
onderdeel van de handelsroute tussen Münster en Deventer waarbij men bij het
verlaten of betreden van Duits grondgebied werd gewaarschuwd zich aan de wet te
houden.
Nu het weer tijd wordt voor fiets of wandeltochtjes richting Buurse en de
Haarmühle is het misschien aardig om naast een bezoek aan de mooie natuur, de
watermolen, de oude grensstenen, een romantisch roeitochtje op de beek en
natuurlijk de geneugten van de “Gut bürgerliche Küche” van het restaurant ook
kennis te nemen van de plek waar eens het recht gesproken en op wrede wijze werd
toegepast.