MET JESSE OP PAD....

 

 

 

 

 




MET JESSE OP PAD (deel 1)   4 augustus 2020 

Vorige week ondanks de beperkingen met mijn kleinzoon, grote vriend en favoriete fotograaf Jesse voor een fotoreportage naar Usselo op pad geweest.
Dat kwam zo…Men had het op school over Willem van Oranje en zijn zoon Maurits de grote veldheer gehad. Helaas wordt er tijdens deze lessen nooit vermeld dat Maurits ook Enschede, Oldenzaal en Ootmarsum tijdens de 80 jarige oorlog op de Spanjaarden heeft veroverd. In Enschede is er niets van terug te vinden, maar op de Usseleres kunnen we nog de plek vinden waar de verkenners van Maurits hun tenten hebben opgeslagen om te zien hoe ze de stad het beste konden benaderen….
Hierover vertellen thuis op de bank waar mobieltje, TV en Xbox binnen handbereik zijn, heeft weinig effect dus gewapend met de camera op naar de locatie…
De auto geparkeerd bij Intratuin en via de Willemsbeekweg met het oude Usseler schooltje de es op.




Na een doolhofachtige wandeling tussen de meer dan 2 meter hoge maisvelden belandden we bij deze splitsing. Hier valt direct de vreemde naam Hilgenhues op genoemd naar een stuk bouwland waar ooit een z.g.”heilig huisje” moet hebben gestaan. Dit kan een kappelletje zijn geweest maar ook een stenen kruis of een afbeelding van Maria gebeiteld in reliëf….al deze religieuze, roomse uitingen op het platteland waar men even kon bidden of rusten, noemde men een “hilg huusken”. Hoogstwaarschijnlijk is het door de protestantse soldaten van Maurits in 1597 al vernield. De meeste Usseler boeren werden protestant…
De Ruilverkaveling vond tijdens de oorlogsjaren in 1941 plaats. De lappendeken van allerlei kleine akkertjes werd herverdeeld onder de boeren zodat men zo dicht mogelijk bij elke boerderij één groot bouwland kreeg.







Nu op zoek naar het Vleerbos of Mauritsbeumke…Verstopt tussen twee maisvelden loopt een smal paadje en daar zien we deze wegwijzer. We hebben het gevonden al ziet het er toch anders en minder spectaculair uit dan in mijn jeugd toen ik er regelmatig met mijn vader kwam





Een bordje vastgespijkerd op een door een plaatselijke handel aar in tuingereedschap geschonken picknicktafel vertelt het verhaal van de verkenners en de verovering van Enschede….
Onze poging om van hieruit de torens van Enschede te kunnen zien werd door de hoog opgeschoten mais verhinderd.






Ouder nog dan het hilg huusken of de herinnering aan de verkenners van Maurits is op deze plek de vlierstruik of in het Twents “vleerbos” die er volgens de overleveringen al in de voor christelijke tijd heeft gestaan en de boeren als baken bij het ploegen diende. Ook zouden er heidense rituelen zijn gehouden en zelfs offers gebracht om plagen en natuurrampen te voorkomen en een goede oogst af te smeken. Het magische aan het vleerbos is dat het nooit zal verdwijnen of af zal sterven. Dat laatste lijkt nu toch wel te gaan gebeuren. Van de eens grote en wit bloeiende struik uit mijn jeugd is niet veel meer over dan wat armetierige door korstmossen aangetaste twijgen, kleiner nog dan de gedenksteen voor de ruilverkaveling.







              Het vleerbos in de vijftiger jaren nog aan een breed pad tussen de rogge.





Enigszins teleurgesteld, daalden we via het fietspad langs de Haaksbergerstraat de es weer af waar we “de Koepel” passeerden, eens het buitenhuis van de schatrijke Enschedese familie Lasonder die in Usselo niet minder dan 11 boerderijen bezat. De laatste erfgenaam was in de oorlog z.g. fout en alle bezittingen, waaronder het landgoed Drienerlo zijn door de staat geconfisqueerd waaraan de stad de UT te danken heeft. De ouders van Willem Wilmink hebben een tijdje in de Koepel gewoond toen Willem al in Amsterdam studeerde.
Veel moois kon ik Jesse hier niet laten zien…Het maken van de foto’s maakte nog wat goed.
Terug naar de auto en op weg naar ons volgende doel…..
Hoe het ons daar verging, zien jullie in de volgende aflevering……

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 





MET JESSE OP PAD (deel 2) 6 augustus 2020

We zijn onderweg naar het eeuwenoude erve Wissink in Usselo waarvan de eigenaar Jan Hendrik Wissink in 1802 in het heideveld tegenover zijn boerderij een molen bouwde om het graan van de Usseler boeren te malen die daarvoor helemaal naar Enschede of Haaksbergen moesten.
Het was een z.g. standaardmolen, wij Twentenaren zeggen “Stenderkast” dat wil zeggen dat de molen op een standaard met as staat waardoor de hele molen naar een gunstige wind gedraaid kan worden. Het is een bijzonder exemplaar omdat de möl twee verdiepingen heeft met molenstenen. Meer dan 100 jaren deed de molen dienst, toen kwam de klad erin er omdat er elders machinaal werd gemalen wat sneller en goedkoper was. De Wissink’s möl genoemd naar zijn bouwer dreigde in 1921 gesloopt te worden toen textielbaron Jan Bernhard van Heek die op het Zonnebeek woonde ingreep en de molen liet verplaatsen naar het Buurserzand… waar hij een openluchtmuseum wilde stichten. Door zijn vroegtijdig overlijden is dat er niet van gekomen en het Buurserzand met molen ging over naar Natuurmonumenten….




                                             Wissinksmöl, Usselo..




          


De Stenderkast nog in het Buurserzand waar ik als kind vaak met mijn vader kwam. Het was een veel bezocht plekje, maar de molen leed eronder. Vandalisme en achterstand in onderhoud maakten de molen kwetsbaar… Er zijn enige restauraties uitgevoerd en het werd uiteindelijk een Rijksmonument, maar een hevige storm deed de molen bijna uiteenvallen waarna hij in onderdelen in Haaksbergen werd opgeslagen….






J.J. van Deinse heeft een gedicht gemaakt over de molen dat op de vier Bentheimer zandsteen teerlingen van de molen staat gebeiteld. ( eerste couplet )




 


Na een concurrentiestrijd tussen Haaksbergen en Usselo werd de molen in 1981, zestig jaar nadat hij uit Usselo verdween op zijn oude plekje bij het erve Wissink herbouwd. Waar we hem nu in alle glorie kunnen bekijken en fotograferen.






             Wel hoog....





Op dit moment kan de Wissink’s möl helaas wegens een op handen zijnde restauratie en reparatie niet malen en ook corona legt hier voor de bezoekers beperkingen op….
Wanneer we via het voetpad de molen naderen zien we dat de deur van het molenhuisje open is. Een vriendelijke meneer komt naar buiten om te vragen wat we komen doen. Als we zeggen dat we komen fotograferen, vindt hij dat prima en nodigt hij ons tot onze grote verrassing uit om ondanks de beperkingen de molen te beklimmen en de ingewanden te bekijken….
Jesse mag zelfs in een wiek klimmen…. het is de enige foto die opa maakte…






Het beklimmen van de molentrap was in Buurse vroeger een grote uitdaging voor de kinderen, maar de hele trap was destijds met prikkeldraad omwonden om dit te voorkomen…. Nu kan het eindelijk.
De aardige meneer legt ons binnen in de molen de werking uit van de houten tandwielen, assen en molenstenen. Molenaar blijkt een heel zwaar en gevaarlijk beroep te zijn geweest waar veel kracht voor nodig was.







                            De ideale plek voor “zakkenvullers”.






We dalen de trap weer voorzichtig af maar niet voordat Jesse vanuit het molenluik en plaatje richting Enschede heeft geschoten. Konden we door de hoge mais op de Usseler es de stad niet zien, hier zien we wel degelijk de Alphatoren boven de bomen uitsteken. Beneden is er zelfs een ijsje dat we met smaak consumeren. We nemen afscheid van onze gids. Het was leuk en leerzaam en we gaan voldaan en vol goede moed op weg naar onze volgende bestemming…..
Hoe het ons daar verging, lees je in de volgende aflevering..




 




 

 

 

 

 

 






MET JESSE OP PAD (deel 3) 10 augustus 2020

Goed gehumeurd door onze positieve ervaringen bij de Wissink’s möl laten we Usselo achter ons en gaan onderweg naar het stationnetje van Boekelo om de antieke stoomlocomotieven op de plaat vast te leggen….We hebben pech, alles is hermetisch afgesloten, het is geen treintjesdag. We zullen de stoomfluit en tjsoeke tsjoek vandaag niet te horen krijgen. Wat we echter wel horen is het knorren van onze magen. Gelukkig ligt café-rest. “de Buren” direct aan het spoor. Men houdt zich hier keurig aan de Coronavoorschriften en alles is netjes afgezet op 1,5 mtr. afstand. Het terras is overvol met fietsers en wandelaars maar we vinden toch nog een tafeltje voor twee personen. Weliswaar een mini plekje, het bord met patat en kipnuggets voor Jesse is echter maxi en ook het broodje gezond voor opa mag er zijn.

     
We laten het ons goed smaken en overleggen wat we als alternatief zullen gaan bekijken.


                                 Nu hebben er hier in de buurt ooit twee kasteeltjes gestaan.

      
                   Het Hof te Boekelo en iets verder op richting Hengelo de Olde Meule bij Oele.



      

Opa heeft ergens gelezen dat er tussen de twee adellijke huizen een prachtige laan moet hebben gelopen die beide huizen met elkaar verbond. De Wullenweg die van het Hof van Boekelo door de fraaie bossen naar café- rest. “de Zevenster” aan de weg van Hengelo naar Haaksbergen tegenover de Olde Meulenweg loopt, moet hier haast wel een onderdeel van zijn geweest. De twee kasteeltjes zijn in de loop van de 19e eeuw al verdwenen en er zijn grote boerderijen voor in de plaats gekomen. In Oele behoort de boerderij nog aan de oude adel van Twickel, Hof te Boekelo is nu van de voormalige textielbaronnen van Heek. Beide zijn opgenomen in een stichting. Bij Oele staat nog de oude watermolen van de Oldemeule die eigendom is geweest van de gemeente Hengelo maar nu weer bij Twickel hoort…en daar gaan we naar toe……






Twee pittoreske plattelandswoningen bij Oele. Aan de zwart-witte luiken is te zien dat ze bij Twickel horen.


Genoeg geschiedenisles… Ik laat al het schoons wat de natuur ons onderweg biedt over aan de creativiteit van onze jonge fotograaf….


Hoe het ons bij de watermolen verging, lees je in de volgende aflevering.






 

























 

 

 

 

 

 

 

 

 






MET JESSE OP PAD (deel 4; slot) 10 augustus 2020



 

We komen veilig aan op de parkeerplaats bij de Oeler watermolen, waar het ook al wemelt van de wandelaars en fietsers die blijkbaar via het toeristische Molenpad op dezelfde plek zijn aanbeland.
Jesse weet met enig geduld de molen vastteleggen zonder publiek…
Bij iedere foto hebben we de (on)nodige informatie gezet..





                                                   Oeler Watermolen



               

Al in 1334 maalde hier een watermolen, eigendom van de graven van Bentheim die het als leen gaven aan de adellijke geslacht Van Bevervoorde dat de haverzate Olde Meule en de watermolen tot ca. 1700 beheerde. De molen werd in 1604 door brand verwoest en pas in 1690 weer opgebouwd.
Het was toen een dubbele molen met een korenmolen aan de ene kant van de Oelerbeek en een Oliemolen aan de andere zijde. De oliemolen werd rond 1900 afgebroken.
Nog juist op tijd werd toen dit plaatje geschoten….






De molen met op de achtergrond het erve Olde Meule dat op de plaats kwam van het rond 1800 verdwenen kasteeltje.






Wegens de grote droogte van de laatste jaren blijft de sluis gesloten en draait de molen maar enkele keren per jaar….

 




De gevelsteen waarop Joost van Beverforde en zijn echtgenote Judith van Coverderden aangeven dat zij in 1690 de molen “uit de grond hebben vernuit” ( vanaf de grond nieuw hebben opgebouwd)
Helaas is de gevelsteen beschadigd en zijn de wapens van beide echtlieden vernield.
Volgens een overlevering moet dit zijn gebeurd door boze boeren…Rond 1700 ging het huis Olde Meule over naar de adellijke familie von Münchhausen (familie van de bekende baron?) De oudste broer was de eigenaar terwijl een jongere broer trouwde met een dochter van de slotheer van het Hof te Boekelo…(deze verwevenheid verklaart de fraaie laan tussen beide havezaten.)
Beide heren waren beroepsofficier in krijgsdienst… Tijdens een veldslag was een van de broers zo heldhaftig dat hij en zijn mannen een doorbraak forceerden in de vijandelijke linie. Hij vroeg zijn broer hem te volgen om de Fransen een zware klap toe te brengen. De broer echter durfde niet en trok zich terug naar op veilige plek. De broer die aanviel sneuvelde tijdens het gevecht…….
Natuurlijk drong dit overlijden van hun heer en meester en de lafheid van zijn broer door tot de boeren. Uit woede en verdriet vernielden ze het adellijke wapen op de molen dat overigens niet
eens van de von Münchhausens was….Toen de boeren enige tijd later in de buurt een stuk grond aan het ophogen waren en de “laffe broer” kwam vragen wat ze aan het doen waren, antwoordde een van de boeren; “Wi’j maakt n‘wal woar a’j achter kunt kroep’n as wear oorlog wordt.” waarna de edelman afdroop.

 




                        

In het begin van de vorige eeuw logeerde de bekende kunstschilder Piet Mondriaan regelmatig bij een bevriende schilder op het oude erve de Waarbeek.
Regelmatig trokken ze er op uit om inspirerende onderwerpen uit de omgeving op het doek vast te leggen. Mondriaan schilderde toen nog niet in zijn wereldberoemd geworden streepjes en blokjes, maar helemaal realistisch is dit schilderij, hij was toen 17 jaar oud, van de Oeler watermolen ook niet meer te noemen. Dit jeugdwerk van Mondriaan werd in 2018 voor € 115.000 euro geveild.








We sluiten af met een artistiek fotografisch hoogstandje. Een selfie van Jesse in de molenkolk.
Het was een geslaagd dagtochtje en wie weet gaan we nog eens samen op pad…
Iedereen bedankt en hopelijk tot een volgende keer.....