In mijn jonge jaren kwamen de leveranciers 
								bellend of roepend nog massaal aan de deur. 
								Vooral bij de diverse bakkers en groenteboeren, 
								hoopten wij altijd dat er iets te snaaien viel. 
								“Bakker hei’j nog ’n keddetje of greunteboer 
								mai’k ’n appel? Meestal was onze smeekbede 
								tevergeefs, maar een enkele keer vooral wanneer 
								er veel klanten om de wagen stonden en men een 
								goede beurt wilde maken, gaven ze nog wel eens 
								een krentenbol of appel weg die je dan soms 
								moest delen met z’n vieren, maar dat mocht de 
								pret niet drukken. Er was één knieperige 
								groenteboer waarvan je nooit iets kreeg, zelfs 
								geen half rotte appel of peer. Onze wraak was 
								fruitig…
								
								
								
								
								
								GROENTEBOER….
								
								
								Een groenteboer in onze straat,
								gaf nooit iets weg, zelfs geen tomaat.
								Ook afval waren wij niet waard
								hij voerde 't liever aan zijn paard.
								Had hij zijn handel hier gedaan, 
								spoorde hij zijn hengst weer aan.
								En ging het dier vol in galop,
								dan sprongen wij snel achterop.
								Vanaf de bok kon hij niets zien
								en dat was ook maar goed misschien.
								Want onder ’t motto; “EET MEER FRUIT”
								waren vaak appels onze buit…