Toen mijn vrouw onlangs een rondje langs de 
								modewinkels maakte, deed ik hetzelfde om de 
								Grote Kerk op de Markt. Eigenlijk was ik naar 
								wat anders op zoek, maar aan de achterzijde van 
								de kerk deed ik opeens een ontdekking; ook 
								Enschede heeft een HAGIOSCOOP, een klein 
								kerkraam dicht bij de grond, zonder glas maar 
								met een paar ijzeren of houten spijlen dat 
								uitzicht gaf op het altaar. Door dit raampje, nu 
								dichtgemetseld, konden in vroeger tijden mensen 
								die niet in de kerk toegelaten werden toch de 
								heilige mis volgen. Dit gold voornamelijk voor 
								leprozen, ook wel melaatsen genoemd waardoor men 
								ook wel sprak van een leprozenvenster. 
								Ook Enschede is in het verleden door diverse 
								epidemieën getroffen. De pest, cholera en tyfus 
								braken regelmatig uit waardoor soms 30 tot 50% 
								van de bevolking overleed. Was het met de pest 
								en cholera al snel met je afgelopen, met lepra 
								bleef je wel in leven maar werden je ledematen 
								ernstig verminkt en het was besmettelijk. Men 
								zag dit als teken van bezetenheid door de duivel 
								of als straf van god voor een te losbandig 
								leven. Hierdoor was men onrein en mocht de kerk 
								niet meer in.
								Het liefst verbande men de leprozen buiten de 
								stadsmuren. Wie wel eens op Kreta is geweest, 
								weet dat het eilandje Spinalonga zo’n 
								verbanningoord was en ook de grote steden hadden 
								vaak buiten de poort een leprozenhuis. Ze werden 
								soms wel toegelaten tot de stad om bijvoorbeeld 
								te bedelen of de mis via de hagioscoop te volgen 
								maar moesten dan een bel als waarschuwing dragen 
								zodat men tijdig een straatje om kon gaan om een 
								confrontatie te voorkomen... 
								
								
								
								
								
								
								
								HAGIOSCOOP
								
								De koster sluit de kerkepoort....
								Het klokgelui verstomt.
								Men luistert binnen naar Gods woord
								dat van het altaar komt.
								
								Daar kruipt geheel gehuld in lompen,
								een weerzinwekkende figuur.
								Handen en voeten zijn slechts stompen.
								Ze zoekt wat houvast bij de muur.
								
								Dan knielt ze bij het kleine raam,
								dat naast de poort is aangebracht.
								Ze vouwt haar knokkels vroom te saam
								en prevelt haar gebeden zacht.
								
								Nu kijkt ze door het raam naar binnen,
								waar 't altaar zichtbaar is
								en luistert naar Latijnse zinnen,
								behorend bij de heil'ge mis.
								
								Ze staat bekend als de Leproze.
								Het volk is bang voor haar gebrek.
								Ze is bezeten door het boze.
								Voor haar is in de kerk geen plek........