Wanneer we, komend vanaf Usselo of Intratuin, 
								via de Haaksbergerstraat Enschede binnenrijden, 
								passeren we een opmerkelijke rotonde met twee 
								reusachtige hazen- of konijnenoren. Over smaak 
								valt niet te twisten, maar ik word er altijd 
								vrolijk van want ze zijn ludiek en speels en 
								geven me een gevoel van thuiskomen want ik ben 
								in die buurt geboren en opgegroeid.
								De oren zijn gecreëerd door de Enschede 
								kunstenares en medelid van ons Oud-Enschede, 
								Helga Kock am Brink van wie meer mooie 
								kunstwerken in de regio te vinden zijn waar je 
								niet voor naar een museum hoeft, zoals “de 
								Zielendraagster” op het Boerenkerkhof aan de 
								Deurningerstraat.
								Ondanks dat ik er blij van word, wist ik tot 
								voor kort niet wat Helga met de oren bedoelde. 
								Ik kwam hooguit tot de frivole gedachte dat het 
								een verkapte reclame was voor seksclub “het 
								Haasje” even verderop richting Haaksbergen.
								De oren beelden het protest uit van de natuur 
								tegen de door de gemeente geplande bebouwing van 
								de Usseler Es. Steeds meer worden bloemen, 
								insecten en vogels verjaagd uit hun vertrouwde 
								omgeving en ook voor de meesten van ons zou het 
								asfalteren van de unieke Es een daad van gebrek 
								aan historisch besef zijn. Gelukkig is het 
								voorlopig even van de baan, we moeten echter 
								alert blijven…
								Ook de boeren van de Es wordt gevraagd niet 
								alleen nog mais en gecultiveerd gras te 
								verbouwen, maar ook weer hier en daar veldjes 
								met oude graangewassen aan te leggen zodat de 
								korenbloem en de klaproos weer een kans krijgen 
								en insecten en vogels worden aangetrokken.
								Er is nog een reden waarom de oren mij 
								ontroeren. In mijn kindertijd toen het kruispunt 
								nog buiten de bebouwde kom in het boerenland lag 
								en de wijken Stadsveld en Boswinkel nog in de 
								planning zaten, stak hier het treintje van de 
								gemeentereiniging komend van de vuilnisbelt aan 
								de Poolmansweg met het afval van de stad de 
								Haaksbergerstraat over. Geen spoorbomen of 
								knipperlichten maar een van de beide machinisten 
								die zwaaiend met een rode vlag het verkeer tegen 
								hield. Het treintje passeerde stapvoets het 
								kruispunt en als het laatste wagonnetje de 
								straat over was, liep de man met de vlag terug 
								naar het locomotiefje en zette men de vaart er 
								weer in. Dit was het moment waarop wij gewacht 
								hadden, we sprongen op een van de laatste 
								wagentjes en als we niet ontdekt werden en met 
								gevloek verjaagd, reden we, ondanks de stank, 
								kilometers mee richting het Usselerveen waar het 
								vuilnis als compost werd gebruikt bij het 
								ontginnen van de woeste heidegronden. Dat we het 
								hele eind terug moesten lopen, was geen bezwaar 
								er was onderweg altijd wel wat te beleven.
								Ach ja, al die herinneringen…alweer bijna 65 
								jaar geleden..
								Ik heb het in een rijmpje proberen vast te 
								leggen dat ik onlangs aan Helga voor haar 
								verjaardag heb opgedragen:
								
								
								
								
								
								HAZENOREN
								De buurt waar ik ben geboren,
								is veranderd, naar ik vrees.
								Er ging veel boerenland verloren
								en het buurtcafé werd een Chinees.
								
								Ooit reed er een vuilnistreintje
								met het afval van de stad.
								Nu ligt daar een aardig pleintje,
								een rotonde noemt men dat.
								
								Een plein met twee enorme oren
								van een haas of een konijn.
								Zo laat de natuur zich horen
								en waarschuwt ons alert te zijn.
								
								Ze vragen de gemeente; luister
								ook naar wat de burger zegt
								en niet gedwee naar ‘t zoet gefluister
								van wie in stenen en beton belegt.
								
								Denk aan insecten, vogels, bloemen
								en hoe mooi de Es eens was.
								Laat ze weer zingen, bloeien, zoemen,
								zaai niet enkel mais of gras.
								
								Toen ik de oren laatst passeerde,
								remde ik toch even flink
								om stil te staan bij wie ze creëerde,
								Dank je, Helga Kock am Brink.