LIJNTJE NAAR DE HEMEL?
Wie deze oude foto ziet,
gelooft z’n eigen ogen niet.
Kabels die aan 't godshuis hingen
en rechtstreeks naar de hemel gingen?
Kon men via Eanskes toren
zo de stem des Heeren horen?
Hadden Jannink, Blijdenstein
hier vandaan hun eigen lijn?
Of sprak God misschien eens per week
direct met Gerrit Jan van Heek?
Je fantaseert er wat op los
bij ’t zien van zulk een dradentros.
Maar zou zo’n lijn hebben bestaan,
dan hadden de heren niets gedaan.
Ze durfden zich niet tot God te wenden
omdat ze hun eigen zonden kenden.
Die hielden ze liever “onder ons.”
Een gewicht met het wapen van Enschede dat werd
dus moesten de kabels ondergronds.
gebruikt bij het wegen in de
toren
Een lijntje rechtstreeks naar Onze Lieve Heer
dat was de eerste gedachte die bij me opkwam
toen deze fraaie winterse foto een tijdje
geleden op deze mooie site aan onze gretige
blikken voorbij kwam. We lazen toen dat de toren
werd gebruikt als steunpunt voor het telefoonnet
waarvan de centrale in het oude stadhuis was
gevestigd. Maar ik hield mijn vraagtekens want
welk zichzelf en god respecterend kerkbestuur of
bisdom zou zulk een ontsierende tros kabels op
haar heiligdom toelaten? De Plechelmus in
Oldenzaal of de Utrechtse Dom hebben dit zeker
nooit gehad.
Er moest dus iets bijzonders aan de hand zijn.
Daarvoor moeten we even terug in de tijd en wel
naar de Franse bezetting van ons land van 1795
tot 1813. De Enschedese katholieken hoopten dat
de toch ook roomse Fransen hun de Grote Kerk die
ze in 1597 bij verovering van Enschede door
Maurits op de Spanjaarden kwijt waren geraakt
aan de hervormden, terug zouden geven. Een
ijdele hoop want de bezetters hadden geen enkel
respect voor de kerk. Ze werd als paardenstal
gebruikt en de banken werden tegen de winterkou
opgestookt als brandhout… In 1808 kwam daarbij
het bevel dat de toren eigendom moest worden van
het gezag, de stad Enschede dus. De reden was
dat de toren als hoogste punt in de omgeving ter
beschikking moest staan als militair steunpunt
van waaruit men een eventuele vijand kon zien
naderen, met vlaggen kon seinen of de klokken
bij calamiteiten kon luiden zonder daarbij
afhankelijk te zijn van een koster die even was
gaan koffiedrinken bij zijn zus in Losser…….. De
toren was vanaf toen van de stad en de kerk van
de hervormden.
De burgemeester kon dus doen en laten met de
toren wat hij wilde. Dat is tot op de dag van
vandaag nog zo en verklaart de telefoonkabels en
het ambtelijk wegen van de handelswaar tijdens
de marktdagen dat vroeger in de toren
gebeurde……….