Hebben jullie je
paspoort bij de hand? We gaan deze zondag de
grens over, een klein stukje slechts, maar je
weet nooit wie of wat je tegenkomt.
We verlaten ons land bij de Knalhutte ook wel
Sandersküper genoemd.
Aan de Nederlandse kant van de grens vinden we
hier o.a. de mooie oude boerderijen van
Berenbroek, Smalenbroek en Groot Brunink gelegen
in de Broekheurne. Aan de Duitse kant heet dit
gebied Alstätter Brook of Brock dat net als het
Nederlandse broek van Broekheurne, “drassig
gebied” betekent. Ook hier liggen twee oeroude
boerderijen; Grosse Hündfeld en Herker Orthaus.
Voor ons verhaal dat J.J. van Deinse zo’n
tachtig jaren geleden optekende uit de mond van
een oude boer uit deze omgeving, moeten we terug
naar het jaar 1736.
De erven waren toen nog verdeeld in Groot en
Klein Hündfeld en Orthaus en Herker Orthaus.
De beide laatste grensden aan elkaar. Zoals zo
vaak in die tijd werd in deze afgelegen streken,
bij gebrek aan wat anders, de zoon van Orthaus
verliefd op de dochter van Herker Orthaus en
omgekeerd. De ouders van beide kanten stemden
hier verheugd mee in want het in de familie
houden van de erven hing hiervan af.
Al snel
werd dan ook de verloving aangekondigd.
Maar toen de voorbereidingen voor het huwelijk
in volle gang waren, bedacht de aanstaande
bruidegom zich plotseling en probeerde onder
huwelijksbelofte uit te komen. Dat ging in die
tijd echter niet zo makkelijk als tegenwoordig.
De spoeling was dun en je moest als meisje maar
afwachten of er een nieuwe vrijer opdook. Zij en
haar familie hielden Joannes Orthaus, want zo
heette de onwillige bruidegom, dan ook aan zijn
woord en verzetten zich hevig tegen een breuk. Maar Joannes wilde niet meer en bleef bij zijn
besluit. Maanden duurde het geschil waarbij de
verstoten bruid verstikt werd door
liefdesverdriet. Toen ze tenslotte in zag dat
het een hopeloze zaak werd, stemde ze toe en
liet hem vrij. Ze verbond hieraan echter een
opmerkelijke voorwaarde… Hij moest op de grens
van beide erven aan het kerkpad van Orthaus naar
Alstätte een hilgenhuuske als boetedoening
oprichten. Joannes greep die kans met beide
handen aan en liet uit Bentheimer zandsteen een
zogenaamde statie maken met afbeeldingen die het
leed dat hij haar had aangedaan, moesten
uitbeelden. Na meer dan tweehonderdtachtig jaren
staat het er nog altijd ongeschonden en goed
onderhouden bij.
(zie foto’s)
Aan de voorzijde zien we een Mater Dolorosa, de
moeder aller smarten. Zeven zwaarden richten
zich op haar hart. Aan de achterzijde de val van
Jezus onder het kruis op weg naar Golgotha,
aangevuld met een aantal Bijbelteksten. Kortom;
al het Bijbelse lijden, smart en pijn zijn
aangehaald om het liefdesverdriet van de
afgewezen boerendochter in beeld te brengen.
Helemaal bovenin het dakje, in het rondje staat
de tekst; “Joannes Orthus poni fecit”, wat
betekent; “Joannes Orthus heeft dit als
boetedoening opgericht.”
Het moet hem een paar Groschen hebben gekost
maar daarmee was hij dan ook van zijn belofte
verlost en hoogstwaarschijnlijk ook van de
laster en roddel in de boerschap of sancties van
de kerk.
Of er een ander in het spel was en of ze nadien
beide het geluk nog elders hebben gevonden,
vertelt de geschiedenis niet…..
Een aangrijpend verhaal waarover we ter
afsluiting onder een glaesken Schnapps bij café
Sandersküper nog even na prakkeseren want wat
zou de wereld van tegenwoordig overvol staan met
zulke monumentjes als een dergelijke compensatie
nog kon worden afgedwongen. Aan de Duitse kant
van de grens treffen we trouwens meer van deze
kleine gedenktekens aan terwijl we er in de
Broekheurne tevergeefs naar zullen zoeken. De
Alstätter boeren waren namelijk streng
katholiek, hun Broekheurner buren protestant en
daar waren kruizen, heiligen beelden etc. taboe.
Hoe ze daar zo’n liefdesdrama hadden opgelost?
Misschien wel met ‘n koo of ‘n motte met bigg’n?
Zo dat was ’t veur vandage. Nog efkes zweai’n
noar Aline… en dan goa’w wear rap op hoes op an…….