JUNINIEUWS  2021
 

 

 





GISTEREN   


Uit Mini’s platenrekje komt deze keer een hit uit de zestiger jaren die ons terug doet verlangen naar de dag van gisteren….
Gisteren toen alles nog vanzelfsprekend was, geen vuiltje aan de lucht.
Vandaag gebeurt er ineens iets onverwachts en alles is anders.
Waarom? Wat ging er mis? Plotseling ben je jezelf niet meer…
Ach, was het nog maar gisteren…. toen alles nog goed was.



Kijk, luister en zing mee bij; "NOSTALGIE"


Heb jezelf een favoriet plaatje met dierbare of romantische herinneringen, geef het door aan Mini en we spelen het een volgende keer af…..




 

 





MARSKRAMER...


Sinds mijn pensionering wandelen we graag en veel. Voor Corona gingen we met auto naar een van de mooie wandelgebieden in de omgeving, volgden daar de aangegeven routes en gebaande paden om aan het einde ons zelf te belonen met een culinaire traktatie in een nabij gelegen horeca-etablissement. Nu dit alles niet meer zo makkelijk gaat omdat we tot de risicogroep behoren, zoeken we het dichter bij huis en starten onze wandelingen vanaf de voordeur richting het buitengebied waar we aan de rand van de stad wonend, ook wat de natuur betreft, verrassend aan onze trekken komen. Zo belandden we op een tot dan door ons nooit opgemerkt paadje dat onderdeel van een oude handelsweg tussen Deventer en Osnabrück bleek te zijn geweest en nu opgenomen is in een wandelroute….en ja, dan ga je in gedachten zomaar 250 jaren terug in de tijd……




 

 

 

 

 



Een door ons nooit opgemerkt paadje dat onderdeel van
een oude handelsweg tussen Deventer en Osnabrück bleek te zijn...
 

 

 

 


MARSKRAMER


Marskramer, een oud vergeten beroep. Mensen met de achternaam Kramer hadden hoogstwaarschijnlijk zo’n handelaar in hun voorgeslacht. Het woord mars betekent; te voet en kramer; handelaar. Mars is ook de benaming voor de mand met koopwaar die de kramer op zijn rug droeg.. “Iets in zijn mars hebben” is daarvan afgeleid en betekent iets te bieden hebben. Kraam is aan ander woord voor verkoopstalletje en iets uitkramen betekent van alles en nog wat beweren dat hoogstwaarschijnlijk te maken had met gladde verkooppraatjes. Verder kennen we nog de uitdrukking, “het niet in de kraam te pas komen” voor iets dat je niet goed uitkomt of waar je niets mee te maken wilt hebben. Kortom het beroep marskramer bestaat niet meer maar leeft in onze taal nog altijd voort….





Ik stond zonder da’k er erg in had
op dit eeuwenoude handelspad.

Een piepklein plaatje op een paal
vertelde mij een heel verhaal.


Een kramer liep hier heen en terug,
een mars vol koopwaar op zijn rug.
Met koffie, zeep en specerijen,
ventte hij langs boerderijen.

Er werd geruild en druk verkocht
waarna hij naar een rustplaats zocht.
De herberg was hem veel te duur,
dus sliep hij in een boerenschuur.

Brood en koffie kreeg hij zat
als hij wat nieuws te melden had,
dat hij van anderen vernam
of onderweg te weten kwam.

Had hij een mooie winst gemaakt
en nergens in conflict geraakt,
ging hij als een tevreden man
weer langs dit pad op hoes op an.

En nu volg ik dit oude spoor
dat zijn betekenis verloor
en enkel wat ontspanning biedt
an oale leu met vrieje tied.



 

 



Marskramer - ook wel Kiepenkerl of Töddenkerl genoemd... 
 

 



Marskramer met z'n koopwaar aan de deur.. 
 

 




 

 

 

 

 






MINI STEEKT ONS EEN HART ONDER DE RIEM...



                                                                               
                                                 


     


 

 





GEBOUWTJE




Een vraag stellen is hem vaak zelf al beantwoorden. Dit overkwam onze trouwe lezer Daan Horsselenberg (broer van Tonia die bij ons in de zesde zat). Hij ging zelf op zoek in de gemeentearchieven.
Het pand aan de vroegere Broekheurnerweg was de in 1958 gebouwde werkplaats van Piet Jansen. Een jaar later bouwde hij er een woonhuis met cafetaria voor. Die cafetaria herinneren wij, de in de buurt wonende klasgenoten, nog goed..








 

 




 






GROLSCH


Bij de oude reclames die we iedere maand laten zien, mag natuurlijk ons al sinds 1615 gebrouwen Twents/Achterhoekse biertje niet ontbreken.
 

Grolsch had altijd aansprekende reclames maar de mooiste waren toch van “VAKMANSCHAP IS MEESTERSCHAP” met de foto’s van andere gespecialiseerde beroepen van fotograaf Paul Huf.


Andere oude bekende reclameteksten waren… “Bierkenners vragen Grolsch” en “Op een dag drink je geen bier meer maar Grolsch”






 




                                
        



                  
          



 

 







VERGEETACHTIG



 

 

 

 





BROEKHEURNERWEG


Een reconstructie van een deel van de oude Broekheurnerweg, nu Weth. Elhorststraat, aan de hand van een aantal foto’s van Mini’s vroegere buurjongen Jaap Kootstra van de bekende zaadhandel.
                                 
 

Een rijtje afdakswoningen zoals er in Enschede legio waren.
Afdakswoning komt in het Nederlandse woordenboek niet voor en die benaming is typisch iets Enschede… Men noemde ze zo omdat de dakrand aan de achterkant lager was dan die aan de voorkant.
                            


Deze rij stond tegenover de zaadhandel van Kooistra aan de Broekheurnerweg en moest in de zestiger jaren plaats maken voor de nieuwbouw van het Boswinkel. Rechts naast deze woningen bevond zich een stukje weiland dat “peardeweitje” van Staarman werd genoemd. Staarman had een groentewinkel op de hoek van de Burg. Jacobsstraat en de Broekheurnerweg. Maar Staarman ventte zelf ook met paard en wagen door de wijk. Hij kondigde zijn aanwezigheid in de straat luid roepend aan. Gerrit heeft lang niet geweten wat hij precies schreeuwde en verstond iets van “arruparoebe!!! pere en appele” Dat laatste was duidelijk, maar het eerste drong pas later tot hem door… het was het snel uitspreken van “aardappelen en groente”.
Staarman was niet de groenteboer van Gerrits ouders, die kochten liever op de markt. Alleen als er nieuwe aardappelen waren ( een jaarlijks terugkerende lekkernij die we nu niet meer zo kennen) dan moest Gerrit naar Staarman want die had een machine waar ze in geschraapt werden, wat moeder een stuk werk uit handen nam. 

  

Op de foto van het weitje zien we rechts al de rioleringsbuizen voor het nieuwe stratenplan liggen. Rechts naast de wei zien we op de luchtfoto nog een aantal achter elkaar liggende panden. Dit was vroeger een boerderij die niet meer als zodanig werd gebruikt maar  de laatste jaren onderdak bood aan een verhuur en opslagbedrijf voor marktkramen.
Ook deze panden zijn in de loop van de jaren zestig gesloopt.

                        
 
Op de luchtfoto is rechts aan de Burg. Jacobsstraat ook het ouderlijk huis van Rob te zien die de veranderingen uiteraard van nabij heeft zien gebeuren….
Het witte vierkante hokje iets links van de zaadhandel is de toen in populaire houten patatkeet van “Hennie”…
(Wordt vervolgd)



 

 





STRAF OP SCHOOL...


Pot.....
Wie niet volgt is af,
krijgt van de meester straf,
met een dikke stok
boven op zijn kop
oh, wat doet dat pijn
moet je maar gehoorzaam zijn….

o - ef - of ......

Wat dreunden we dit  wijsje vroeger vaak af op het schoolplein.
Volgens ons was het een aftelversje maar zeker weten doen we het niet..


Veel vroeger dan toen wij op school zaten heersten er heel andere regels en afspraken in de klas. Net zoals ook in onze schooltijd zaten de kinderen twee aan twee in de schoolbank. Als  juf of meester de klas binnenkwam moesten eerst alle kinderen staan om de meester te begroeten. Je moest braaf zijn en goed naar de meester luisteren. Deed je dat niet en was je soms wat balorig dan liep je kans dat hij je bij je oor pakte en zo en de klas werd uitgezet. Ook slaan met de stok was in die tijd heel woon. Je moest dan voor in de klas gaan staan met je handen naar voren en dan pakte de meester een stok en begon op je handen te slaan.
Er waren verschillende soorten van zulke straffen en vaak durfde je thuis niet te vertellen. Je ouders zeiden dan dat je het wel verdiend zou hebben, omdat de onderwijzer je niet zomaar zou slaan of straf zou geven. Niet zelden kreeg je er ook nog eens een klap van je ouders bij.

Wie na het lezen van onderstaand verhaal ook zijn of haar herinneringen heeft en deze met ons wil delen, bel of mail naar Mini om samen wat “op papier” proberen te krijgen...

 






In onze schooltijd ging het er al een stuk barmhartiger toe, hoewel ook wij wel enkele leerkrachten kenden met een nogal klassieke kijk van opvoeding.
We herinneren ons vast allemaal  wel het “strafbankje” nog wel bij juf van den Bosch. Het bankje deed dienst als schoolbordtrapje om kinderen op het schoolbord laten schrijven. Maar als je straf had van de juf moest je voorin de klas een poos op dat bankje zitten en werd je zo voor de hele klas te kijk gezet.
En wie van ons herinnert zich de praktijken van Fokkens niet die we in klas 4 hadden. Ook Mini houdt de klap om de oren van deze onderwijzer nog als levende herinnering in bewaring.
In klas 3 en 5 hadden we het geluk de jonge en  sympathiek leraar Gönning te krijgen. Maar ook bij hem moest je het niet te bont maken, want dan vlogen de krijtjes en in het ergste geval de schoolbordwissers je om je oren. Wanneer iemand (meestal een jongen) al of niet per ongeluk aan flatulentie leed werd hij subiet de gang opgestuurd om uit te luchten. Meestal riep diegene zelf als eerste dat het stinkt en daarbij met de hand z’n neus dichtkneep. Dan leek het tenminste dat de geur niet van hemzelf afkomstig was. Maar Gönning kende z’n pappenheimers en de aromaverspreider werd onmiddellijk de gang opgestuurd om uit te luchten.
Mini herinnert zich nog van Diny T. die in de Zaaierstraat woonde, dat zij toch wel erg vaak strafwerk van Gönning mee naar huis kreeg en vaak wist ze niet eens waarom.
Diny had het er zelfs nog even over op onze 2e reünie in het speeltuingebouwtje. Ze was het nog steeds niet vergeten en benadrukte nog eens dat ze werkelijk vaak niet wist waaraan ze het elke keer te danken had. Mini kon dat beamen want de herinnering daaraan was ook bij haar nog heel levendig.
Mini die in die periode naast haar schoolvriendin zat, begon er zelfs afgunstig van te worden. Oké, misschien zat Diny dan wel eens achterstevoren in de bank en had ze vaak praatjes, maar daarom hoefde ze toch niet elke keer strafwerk te krijgen? Dus stapte Mini na weer zo’n incident en ook uit medeleven gedreven voor haar vriendin naar meneer en vroeg hem wanneer zij nu eens strafwerk kreeg. Op zijn wedervraag; “wil je dat dan graag?
" antwoordde Mini volmondig “JA!”.
En zo kreeg ook Mini blaadjes die meneer uit een schrift haalde mee naar huis met de opdracht; “Ik moet deze zin honderd keer opschrijven”. Dat ‘honderd’ moest wel voluit, dus niet in cijfers. Ze was er ’s avonds nog laat mee bezig en haar vader zei dat ze er nu maar eens mee stoppen moest met  werk dat ze zichzelf op de hals had gehaald. Het was in zijn ogen dan ook geen strafwerk maar een soort huiswerk. Maar daar wilde Mini niks over horen. Het werk moest af, punt uit! ’s Avonds tegen 21.00 uur was ze er eindelijk mee klaar en kon daarna gelijk gaan slapen.
De volgende dag lieten Diny en Mini onderweg naar schoolde de volgeschreven blaadjes aan elkaar zien.
In de klas overhandigde ze vol trots het werk aan Gönning, maar meneer was nauwelijks geïnteresseerd en zei enkel; “Leg daar maar neer”, wijzend naar een plek op zijn tafel.

Niks complimenten van meneer en hoe 'meevoelend' ze eigenlijk wel niet was met haar vriendin...
Enigszins beteuterd deed Mini deed wat haar gezegd werd en legde de volgeschreven blaadjes op tafel neer en heeft daarna nooit meer om strafwerk lopen zeuren...

 
                                             




              

                              Tegenwoordig zijn de kinderen wel een stukje  mondiger dan in onze schooljeugd.....




 

 





 ZÁÁÁÁÁÁND.... 


Gerrit stamt af van een zandmannetje. Hopelijk is zijn verhaal niet zo slaapwekkend dat het lijkt dat hij jullie zand in de ogen strooit…

 

 

 

 

 




Foto van een zandtapijt, afkomstig van een museumboerderij in Schoonebeek....
 

 





ZÁÁÁÁÁÁND...
ZÁÁÁÁÁÁND!!!!

Mijn grootmoeder, Gerritdina Zantman, kwam van een boerderij boven Wierden.
Haar voornaam heeft, zowel in vrouwelijke als mannelijke variaties, veel vernoemingen in onze familie tot gevolg gehad waaronder ik zelf.
Mij interesseerde echter vooral die achternaam Zantman, waar kwam die voor een landbouwer vandaan? Helaas kon ik het mijn grootouders niet vragen, ze waren al voor mijn geboorte overleden. Maar de archieven geven als je goed zoekt belangrijke informatie prijs. Zo ontdekte ik dat de familienaam in 1805 nog Willemsz was, maar bij de in 1830 ingevoerde burgerlijke stand waar iedereen een vaste familienaam moest hebben, was het bij mijn betovergrootvader ineens Zantman en ook zijn in 1832 geboren zoon Derk kreeg die achternaam. Ook de beroepen van beiden, landbouwer/wegwerker stonden vermeld en hier begon het me al te dagen. Familieverhalen van mijn vader en tantes spraken namelijk over grote bulten geel zand die bij de boerderij lagen. Naast boer hadden vader en zoon er namelijk ook een semi-overheidstaak bij. Ze moesten in opdracht van de provincie een gedeelte van de, toen nog, zandweg van Wierden naar Ommen onderhouden hetgeen betekende; bij dagelijkse inspectie; gaten, kuilen en andere beschadigingen in het wegdek of aan de berm met zand opvullen en aanstampen….Dit alles leverde mijn betovergrootvader de bijnaam “zandman” op die hij later per abuis met een t tot zijn familienaam maakte. Het zal een aardige bijverdienste zijn geweest…..
Wat ook een leuk zakcentje opbracht was de verkoop van zand aan de noabers in de omgeving. In die tijd waren de vloeren van de boerderijen nog geplaveid met leem of Bentheimer zandsteen, alleen rijke boeren konden zich een soort plavuizen veroorloven. De meeste boerderijen waren toen nog een los hoes zonder binnenmuren dus bracht het in en uitlopen veel vuil met zich mC13100n laag geel zand op de vloer bracht uitkomst. De smerigheden trokken in het zand en aan het einde van de week veegde men alles eenvoudig naar buiten. Ook in herbergen waar de klodders uitgespuwde pruimtabak nog wel eens naast de kwispedoor belandden, werd zand op de vloeren gebruikt.
Was de boerin creatief of kunstzinnig aangelegd dan maakte ze, op zaterdagavond of zondagmorgen voor de kerkgang, met het zand een prachtig zandtapijt met allerlei fraaie figuren zodat tijdens de feestdagen of als er hoog bezoek kwam, de ruimte een deftige aanblik bood.
Het resultaat kon worden geperfectioneerd door niet het gele zand maar speciaal gezeefd en gewassen wit zand uit een beek te gebruiken. Dit was heel fijn en kon door middel van een peunttoet’n waar een stukje van de punt was afgeknipt in de mooist vormen worden gestrooid.(zie foto)
Wie denkt dat dit alleen op de boerderij gebeurde, heeft het mis. Mijn vader die in 1913 werd geboren en aan de Janninksweg opgroeide, vertelde me over de “záándboeren of záándventers” die met een kruiwagen of handkar vol wit zand op het Pathmos luid roepend ZÁÁÁÁND, ZÁÁÁÁND langs de deuren gingen en het zand per emmer verkochten waar het ook als vloerbedekking werd gebruikt.
Maar het zand had nog een functie. Als het in de zandbak op speeltuin “het Stevenfenne” te droog en te fijn was om er iets mee te bouwen, noemden we dat “zuurzand” een rare benaming die echter in onze kindertaal was afgeleid van “schuurzand” want zand werd namelijk ook gebruikt om vuile en aangekoekte pannen en potten te schuren waar men later VIM en nu CIF voor gebruikt.
In de keuken hing daarvoor een houder met drie metalen potjes voor de schoonmaakmiddelen; ZAND-ZEEP en SODA…. We hadden thuis ook zo’n groen geval, maar dat was in mijn tijd toen al verwezen naar de schuur waar vader er zijn roestige spijkers en schroeven in bewaarde……
Een boer uit de Usselermarke genaamd Záándmeijer die aan de Meijersweg woonde, kan zo’n zandboer zijn geweest. De boerderij is er nog en heet nog altijd Záándmeijer. De Meijersweg bestaat niet meer en is nu de Reygershöftehoek op de Helmerhoek..
We kunnen het ons nog nauwelijks voorstellen dat zand zo’n belangrijke rol in het huishouden speelde. Nu is het alleen in bloempotten nog welkom en als ik vergeet de voeten af te vegen en er wat van mee naar binnen smokkel dat op de huidige vloerbedekking terecht komt, is de boot aan….
Maar goed; “zand erover”



 

 



De Helmerhoek in aanbouw. We zien de Meijersweg (nu Reygershöftehoek nabij de busbaan), 
waar ongeveer de boerderij van Záándmeijer heeft gestaan..    foto ca 1983
 

 

 

 

 

 

 





UITSLAG RAADPLAATJE VAN MEI


Angst is vaak een slechte raadgever, maar doet je bepaalde gebeurtenissen ook niet snel vergeten.

Niet minder dan 6 goede oplossingen kwamen er binnen op onze vraag welk oude intussen al verdwenen gebouw dit was.
We zien hier het pand van het Algemeen Ziekenfonds voor Enschede en Lonneker aan de Nijverheidstraat.
De meeste arbeidersgezinnen waren hier vroeger verplicht verzekerd tegen ziekte en andere lichamelijke ongemakken. Op de begane grond zaten het kantoor en de apotheek. Hier kon je pillen, zalfjes en drankjes halen…Maar de grote angstaanjagers huisden op de eerste en tweede verdieping.
Daar zaten namelijk de tandartsen, ook wel smoelsmeden genaamd. Toen we van school gingen waar de tandartsen zelf nog langs kwamen, moesten we daar naar toe. Vooral als je geboord moest worden dat toen nog met langzame en een zenuwslopend geluid voortbrengende apparatuur werd gedaan, raakte je dagen van te voren al van de kook en was je blij dat je er weer een half jaar af was.
Het oude gebouw werd vervangen door een prachtig optrekje aan de M.H. Tromplaan - hoek Kortenaerstraat. Ook hier zaten de tandartsen boven maar de omgeving was klantvriendelijker met o.a. een mooi aquarium…


Onze prijs (een tube Oral B tandpasta en een buisje Steradent) is al onderweg naar de winnares.


                                                                            

 






Algemeen Ziekenfonds Enschede & Lonneker.... Nijverheidstraat 1940

 

 


Algemeen Ziekenfonds aan de M.H. Tromplaan 47 - hoek Kortenaerstraat 1958 
 

 


 Thans heet het gebouw 'Tromphuis' waar men moderne kantoorruimten kan huren...

 

 

 

 

 RAADPLAATJE
 


Ons raadplaatje van deze maand toont ons een fraai fragment van een gebouw waar we in onze jonge jaren om uiteenlopende redenen allemaal graag kwamen….
 

Als er een lichtje gaat branden stuur je antwoord naar ....

 info@stefenfen.nl

 

 
Maar via de gewone mail mag natuurlijk ook!

 









 

 

 

TOP

HOMEPAGE