|   
			  
			  
			  
			
			KARIN  
			  
				
					
						| 
							
 
 
 
 Het jaar zit er alweer bijna op en we kijken terug 
							op wat Oud Enschede ons allemaal voor moois en 
							interessants te bieden had.
 Voor mij persoonlijk was dat deze prachtige foto die 
							me onmiddellijk deed denken aan de Duitse schilder 
							Caspar David Friedrich uit de romantiek die groots 
							opgezette verstilde landschappen schilderde met 
							daarin een of twee kleine nietige figuurtjes, 
							meestal op de rug gezien die de overweldigende 
							wereld om hen heen vol verwondering aanschouwen, 
							maar daardoor zelf, hoe nietig ook, onze aandacht 
							opeisen.
 Zo is het hier ook. We bevinden ons op het minder 
							drukke gedeelte van de Oude Markt.
 De foto straalt een serene rust uit tussen de grote, 
							vroeger zo belangrijke gebouwen voor de stad.
 Links de Grote Kerk en in het midden het voormalige 
							woonhuis van Gerrit Jan van Heek ooit de machtigste 
							man van Enschede en een der rijkste inwoners van ons 
							land. De tijd schrijdt voort, de gebouwen staan er 
							nog, maar de eens zo machtigen als Onze Lieve Heer 
							en van Heek hebben plaats moeten maken….
 Je zou bijna in kerstsfeer wegdommelen als niet onze 
							charmante Karin, die de laatste inkopen voor Kerst 
							heeft gedaan, onze aandacht trekt en een beetje 
							leven in de brouwerij brengt. Een beetje maar, want 
							ook het klikklakken van haar hakjes wordt gedempt 
							door het laagje sneeuw dat het tafereeltje een 
							romantisch, winters aanzien geeft.
 
 
 |  
				
					  
						  
					
						
							| 
								
									
									
									
 
 
 
 KARIN
 
 
 De Oude Markt in serene rust,
 door een sneeuwbui licht gekust.
 Kerk en villa bij elkaar,
  al meer dan honderdzestig jaar.
 
 
 De romantiek in deze plaat
 is dat onze blik naar Karin gaat.
 Die op hakjes met een volle tas,
 rap op weg naar huis toe was.
 Waarbij we hopen met z'n allen
 dat ze niet zal VALLEN.
 
 
 Haar stappen worden niet gehoord,
 ’t geluid is door de sneeuw gesmoord.
 Haar voetspoor is misschien
 nog korte tijd te zien.
 
 
 Nog even toont ze ons haar rug,
 dan keert de stille rust terug.
 Want als ze straks de hoek om is,
 wacht ons al bijna Kersemis.
 
 
 
 |          |