
								
								
								
								KERKGANG
								De kerk gaat uit de dienst is klaar.
								Men blijft wat klitten bij elkaar.
								Nog even naar de rogge vragen
								of over lage prijzen klagen.
								“Hoe is’t noe met oen zeeke va?”
								Zo kuiert men een poosje na.
								
								Via Papengang, Knibbelbrugsteeg
								loopt de Markt dan langzaam leeg.
								Op weg naar de van Lochemstraat
								waar de kleedwagen te wachten staat.
								Een laatste groet “good goan” en dan;
								goat ze wear op hoes op an..
								
								
								
								Deze fraaie foto van het uitgaan van de Grote 
								kerk op de Markt is in 1893 gemaakt door een van 
								de heren van Heek vanuit de bovenverdieping het 
								van Heekshuis. 
								We zien een gemêleerd gezelschap waartussen we 
								de boerenkerkgangers meteen herkennen aan de 
								knipmuts van de vrouwen en de kips bij de 
								mannen. Allen schuifelen richting de Papengang.
								Vooral voor de boerenbevolking die geen handel 
								dreef op de dinsdagmarkt of elders in de stad, 
								was de zondagse kerkgang meer dan alleen het tot 
								zich nemen van Gods Woord. Vaak moest men te 
								voet, per koetsje of kleedwagen van ver buiten 
								de stad komen.
								De Lipperkerkstraat en de Brinkstraat (een der 
								langste straten van de stad) zijn van oorsprong 
								eeuwen oude kerkenpaden waarlangs de boeren uit 
								de Esmarke te voet ter kerke gingen. Na een week 
								hard werken op de veelal afgelegen boerderij 
								waarbij je maar weinig mensen zag, was de 
								kerkdienst een welkome afleiding waar men 
								familie of bekenden ontmoette waarmee de laatste 
								nieuwtjes konden worden uitgewisseld. Later toen 
								de wegen beter werden, kwam men wel met een 
								rijtuigje of kleedwagen (huifkar). Blijkbaar 
								mochten deze niet op de Markt geparkeerd worden. 
								Men stalde ze dus langs de Noorderhagen en de 
								van Lochemstraat waar wel een oppasser voor de 
								paarden dienst zal hebben gedaan. Via de 
								Papengang (nu het Menistenstraatje), de 
								Achterstraat(nu Stadsgravenstraat) en de 
								Knibbelbrugsteeg kwam men weer bij de rijtuigen 
								waar afscheid genomen werd. Opvallend is dat er 
								toen op de Markt nog geen enkele kroeg te 
								bekennen viel waar onder het genot van een 
								glaeske over de preek nagepraat kon worden. Het 
								latere café Monopole is nog een winkel, het 
								huidige Blue Sakura en de Poort van Kleef zijn 
								nog woonhuizen. Cafébezoek na de dienst, 
								Frühschoppen noemen onze oosterburen het, dat 
								vooral in het zuiden en “oaver ’n poal” wel in 
								de R.K. traditie voorkwam, paste hier blijkbaar 
								niet in de hervormde leer.