Op tweede paasdag is
het raak,
dan gaat de kermis open.
Jong en oud snakt naar
vermaak.
Je kunt over de
koppen lopen..
In mijn
kinderjaren was de
eerste paasdag nog voor
Onze Lieve Heer, alles
was gesloten.
Maar op paasmaandag
precies om twaalf uur
kon het feest beginnen.
Vooral op jonge leeftijd
maakte de kermis op mij
grote indruk. De geuren,
kleuren, de muziek en
het geschreeuw van de
exploitanten uit de
luidsprekers, de grote
snoepkramen en
natuurlijk de
attracties, je keek je
ogen uit. Vader was ook
een groot liefhebber en
samen waren we al vroeg
aanwezig om alles te
verkennen en te
bekijken. En uurtje maar
want om een uur moest er
worden gegeten. Ik mocht
wel een keer draaien en
vader deed wat
behendigheidspelletjes
bij een gokkraam waarmee
hij altijd wel een
doosje bonbons of een
plak noga won dat als
presentje voor moeder
werd meegenomen, maar
verder moest ik geduld
hebben tot de namiddag.
Tegen vier uur gingen we
naar mijn tante die aan
het eind van de
Pathmossingel woonde.
Hier verzamelde zich de
familie en zo trokken we
in optocht naar het
Volkspark. Groot feest
natuurlijk voor mijn
neef en mij met het
spookhuis en in de
botsauto’s met vader als
hoogtepunten. Natuurlijk
een suikerspin die heel
wat leek maar weinig
was.
De laatste ronde over de
kermis begon met het
invallen van de
duisternis zodat we
konden genieten van de
kleurrijke verlichting
en waarbij we wat uit
mochten zoeken bij een
snoepkraam. Mijn
voorkeur lag bij zo’n
grote kaneelstok. Daarna
volgde een ritueel dat
ik nooit goed heb
begrepen. Langs de
ingang bij de Parkweg
stonden tot mijn grote
verbazing wel vier of
vijf palingkramen naast
elkaar. Ik snapte niet
waarom. Paling kon je
iedere dinsdag en
zaterdag volop op de
markt bij Rillman kopen
en misschien nog wel
lekkerder en goedkoper
dan op de kermis. Maar
het zal van oudsher wel
traditie zijn geweest..”noar
hoes met ’n pondje
paling.”
Mijn familie
maakte daarop geen
uitzondering en beladen
met de goed verpakte
gerookte aal keerden we
terug bij mijn tante
thuis. Hier werd de
eettafel vrijgemaakt en
gedekt met een tafelzeil
waarop oude kranten
werden uitgespreid.
Iedereen schaarde gretig
zich rond de dis waarna
het grote eetfestijn kon
beginnen. Ik hield wel
van vis maar lustte
absoluut geen paling.
“Pech had, dan krieg ie
niks.” Een alternatief
was niet denkbaar. En zo
keek ik genoeglijk
lurkend aan mijn
kaneelstok toe hoe met
steeds vetter wordende
vingers de palingen van
hun goudbruine velletje
werden ontdaan en door
steeds vetter wordende
lippen onder het
uitroepen van
superlatieven als;
“Lekker, ze bint good
vet dit joar, fijne
paling en Gerrit preuf
toch ok es” naar binnen
werden gewerkt……
De kermis is een pijp
kaneel, een ieder zuigt
eraan en pakt zijn
deel….