Eanske heeft een tijd gekend zonder media, zelfs
geen krant en als die er al was dan alleen voor
de hogere kringen want 80% van de inwoners kon
niet lezen. Voor roddels en achterklap moest je
bij de buurvrouw zijn, nieuws van de overheid
kwam via de stadsomroeper of werd voorgelezen
bij de ingang van het stadhuis. Voor nieuwtjes
van buiten de stadspoorten was je aangewezen op
kooplieden of de postiljon en de reizigers die
met de postkoets van Münster naar Deventer reden
en hier een sanitaire stop hielden. Maar de
leukste nieuwsbron was de liedzanger. Hij trok
van stad tot stad en droeg daar zijn op vage
feiten en sensatie gebaseerde rijmpjes voor en
als hij kon zingen gebeurde dat met begeleiding
van een buikorgeltje of een assistent met een
instrument. Tegelijkertijd verzamelde hij in de
kroeg of op de markt weer geruchten of
kletspraat voor een nieuw gedicht. De
onderwerpen moesten het liefst zo gruwelijk
mogelijk zijn dus moord en doodslag hadden de
voorrang maar ook heldendaden, kinderleed of
hopeloze liefdes kwamen aan bod. Zijn eigen
fantasie speelde bij het uiteindelijk resultaat
een grote rol. Om het verhaal te verduidelijken
tekende hij op een roldoek(ook wel smartlap
genoemd) een soort stripverhaal waar de meest
aangrijpende scènes uit het vers werden
afgebeeld. Eenmaal in een stad aangekomen,
liefst tijdens de markt of kermis, zocht hij een
plekje bij de kerk en begon luidkeels reclame te
maken waarbij hij een tipje van de sluier
oplichtte om het volk nieuwsgierig te maken. Had
hij voldoende toeschouwers en geld verzameld dan
ontrolde hij het doek en wees al zingend of
voordragend de plaatjes aan die bij een couplet
hoorden…..
Een tijd geleden ben ik eens in de huid van zo’n
liedjeszanger gekropen en heb geprobeerd de
geruchten over een kwaaie, vrijgezelle, oude
jongejuffrouw op rijm te zetten. Ze woonde aan
de Knijphoeksteeg, een smal steegje dat liep van
de Langestraat tot Achter het Hofje waar we nu
de Raadhuisstraat vinden waarbij de doorbraak
naar het van Heekplein (toen Zuiderhagen) er nog
niet was. Argeloze passanten van haar woning
daar werden verrot gescholden en uitgemaakt voor
alles wat lelijk en smerig was waarbij ze soms
zelfs handtastelijk werd. De Enschedese burgers
meden het steegje dan ook angstvallig….. Tot
zover de feiten die we kennen. Wanneer, waarom
en hoe het afliep, is verloren gegaan op de
rommelzolder van het verleden…..
Hier mijn verzonnen versie… Het is gratis. De
plaatjes laat ik aan jullie eigen fantasie over.
DE OUDE VRIJSTER VAN DE KNIJPHOEKSTEEG
De angst heerst in de Knijphoeksteeg.
't Is onheilspellend stil en leeg.
Geen sterveling durft er nog heen.
De mensen klagen steen en been.
Want op de hoek woont een naar wijf.
Ze scheldt je rot, gaat je te lijf.
De burgemeester maakt zich kwaad.
Ook de politie weet geen raad.
Maar niemand durft haar wat te doen,
daar Achter 't hofje van Van Loen......
Mijn oudoom Jan, een vrijgezel,
sprak toen; "Ik was dat varken wel."
Hij dronk wat borrels voor de moed.
Schikte zijn jas en stropje goed.
Hij is er rechtstreeks heengegaan
en is pal voor haar raam gaan staan.
De vrijster bonkte op de ruit
en stormde woest haar woning uit.
Daar heeft hij haar een les geleerd
waarbij ze zich niet heeft bezeerd.
(gekuiste
versie)
Na dat bezoek met Jan als gast,
had nooit meer iemand van haar last.
Zelf zei ze later in de stad;
"Dat was noe net wa'k neudig had."
Het stadsbestuur slaakte een zucht.
de burgers waren opgelucht.
En oudoom Jan die had plezier,
hij kreeg veel lof en gratis bier.
Is 't wat geworden met die twee?
Hier zei oom Jan hardgrondig "NEE!"
Hij heeft haar nog wel eens gekust,
enkel voor de veiligheid en rust.
Want vastigheid leek hem een hel.
Hij bleef veel liever vrijgezel.
Daar op die plek van Jan zijn daad,
vinden we nu de Raadhuisstraat......