IN EEN GROEN KNOLLENLAND
In een groen, groen, groen, groen
knollen-knollen-land,
Daar zaten twee haasjes heel
parmant,
En de één die blies de
fluite-fluite-fluit
En de ander sloeg de trommel.
Toen kwam opeens een jager-jager-man
En die heeft er een geschoten
En dat heeft naar men wel denken
denken kan,
De ander zeer verdroten.