KOFFIEHUIS "DE VOLKSVRIEND"
 

 


 




Koffiehuis "De Volksvriend" aan de Diezerstraat..
 

 





Onlangs trof ik een artikeltje in een Tubantia van 1936 over koffiehuis "De Volksvriend" en omdat we hier niet zoveel over weten, heb ik het stukje grotendeels overgeschreven in de huidige spelling.
Daarbij ook een artikeltje over Dr. Ariëns die vroeger een flinke vinger in de pap had bij de Van Heeks en voor de fabrieksarbeiders veel voor elkaar wist te krijgen…

KOFFIEHUIS "DE VOLKSVRIEND"
Wie niet beter weet, zou denken dat het een heel gewoon café is, zoals er in volksbuurten verscheidene staan: een rij hoge verlichte ramen, voor enkele daarvan een prijslijst, een uithangbord, een deur die uinodigend open staat. Maar wie beter kijkt ziet in forse blauwe letters op de grijze muren staan; “Volkskoffiehuis”, en op het uithangbord bij het schaarse licht van een lantaarn; “De Volksvriend” – Ver. tot expl. van Volkskoffiehuizen. Wie door die uitnodigende deur naar binnen gaat, voelt ogenblikkelijk dat de “De Volksvriend” niet zomaar een café is. In een ruim zaaltje zitten een twintigtal mannen aan kleine tafeltjes. De meesten leggen een kaartje en in een hoekje zitten er twee over een dambord gebogen. Enkelen kijken belangstellend toe, weer anderen zijn verdiept in de krant of maken bij een dampend kopje koffie een praatje.
Dat is de typische sfeer van het Volkskoffiehuis aan de Diezerstraat.
Geen schreeuwerige opgeschoten knapen, geen luidruchtige dronkenmannen, geen jengelende jazzmuziek maar een weldadige rust.
“Zo is het altijd hier geweest en zo moet het blijven ook”, verduidelijkt de heer K.A. Veldhuis die er in 1936 als conciërge al ruim twee jaar de scepter zwaait. Hij weet nog wat van de geschiedenis van “De Volksvriend” te verhalen wat hij zo en passant van zijn voorganger heeft gehoord. Met enige eerbied vertelt hij dan hoe “De Volksvriend” er gekomen is, nu bijna een halve eeuw geleden. De geestelijke vader ervan was mgr. Alph. Ariëns, die diep- sociaal voelende priester aan wie velen in Enschede zoveel te danken hebben.
Al lang schreeuwden de wantoestanden in de volksbuurten om een oplossing.
Hard werken, van de ene kroeg de andere insjouwen, af en toe een vechtpartij en niet de minste geestelijke of lichamelijke ontspanning. Dat waren zo de hoofdtrekken in het leven van de werkende massa. Monseigneur Ariëns (toen hier nog kapelaan) kreeg medewerking van wijlen de heer L. van Heek en anderen en samen besloten zij tot oprichting van een Volkskoffiehuis in de Krim. Zij moesten die eerste tijd van het bestaan van “De Volksvriend” zeker geen al te hoge verwachtingen hebben gekoesterd want aanvankelijk was het koffiehuis maar weinig in trek. Wie verpozing zocht ging liever naar de ettelijke cafés welke de omgeving van de Krim rijk was. Dat die eerste vijf jaren, toen het een zuiver particuliere instelling was, moeilijk ging en dat er veel geld bij moest is wel duidelijk. Maar geleidelijk kwamen meer klanten en begon “De Volksvriend” naam te maken. Het koffiehuis van 50 jaar geleden was maar een klein gebouwtje, half zo groot als het nu is. Veel gasten kon men niet herbergen maar toen de toeloop steeds groter werd, kwam er een uitbreiding. De slaapgelegenheid werd groter, er kwamen behoorlijke zaaltjes en het volkskoffiehuis won zichtbaar aan geriefelijkheid. “Drie en veertig kamertjes waren er later en die waren constant bezet. Dikwijls kwamen aanvragen van de Protestantse of Katholieke geestelijkheid, van het Leger des Heils en de Gemeente maar moesten meestal teleurgesteld worden. “Het zou waarschijnlijk niet anders zijn als ik nog 25 bedden bij had”, zegt Veldhuis wat mismoedig.
    
(Op de foto rechts;)  
Frederik Hendrikstraat met op de achtergrond "De Volksvriend"
 
                                                                                                                                                      
DR. ARIËNS
Van Dr. Ariëns weten we dat hij een groot tegenstander van overmatig drankgebruik was. "Als muizenvallen omringen de kroegen de fabrieken", zei hij eens. En zo was het inderdaad. Niet alleen in de kroeg werd de sterke drank overvloedig genuttigd, maar in de buurten de Krim en Sebastopol dronken de vrouwen bijvoorbeeld stiekem jenever uit de koffiepot.
Drank was een vluchtmiddel uit de afschuwelijke sociale toestanden. Aan het eind van de 19e eeuw werd er in Enschede per hoofd van de bevolking zo'n 18 liter gedestilleerde drank verbruikt. De fabrikanten gebruikten het grote drankmisbruik, dat ze mede hielpen creëren, als middel om geen loonsverhoging toe te staan. "Wat hebben ze aan meer loon, ze verzuipen het toch maar.”
Ariëns wist het drankmisbruik onder de arbeiders terug te dringen, zo ver zelfs dat hij samen met de schatrijke Helmich van Heek in de Krim het koffiehuis "De Volksvriend" stichtte, waar geen drank geschonken werd en de daklozen onderdak werd geboden. Verder stelde hij een zogenaamde arbeidsraad in bij diverse Enschedese fabrieken. De raden bleken succesvol, tussen 1890 en 1901, het jaar van Ariëns vertrek, bleven stakingen uit.
De burgerlijke achtergrond van Ariëns maakte het voor hem makkelijker om in de kringen van de fabrikanten te vertoeven. Dit vergemakkelijkte het overleg tussen de katholieke vakbond en de fabrikanten aanzienlijk..





 

 




Mauritsstraat gezien vanaf de Lindelaan met op de achtergrond het koffiehuis aan de Diezerstraat..