Mijn vader was een hartstochtelijk
voetballer. Voordat hij met moeder trouwde
voetbalde hij al bij Phenix. Later
veranderde hij van club en kwam hij bij de
Enschedese Boys. Niet bij het betaald
voetbal maar gewoon in een B groep of zo.
Wij als kinderen gingen af en toe ook naar
het voetbalveld om te kijken wanneer vader
ergens in de buurt moest voetballen zoals op
het UDI-veld of het op het Volkspark. Vader
was keeper en moest de bal tegenhouden
wanneer iemand die in het doel dreigde te
knallen. Met luide kreten moedigden wij hem
aan, “Hup va! Hup va!” En zo kwam het voor
dat de club mede door ons gejuich maar
liefst met 4-0 had gewonnen. Van spelregels
hadden we geen bal verstand maar de
overwinning was duidelijk te danken aan het
feit dat vader zich elke keer maar zo
bovenop de bal liet vallen en er zelfs mee
door de drek rolde. Maar dan had ie de bal
ook klemvast. Vaak kwam vader zo smerig als
een varken thuis en moeder maar mopperen als
vaders voetbalkleren na een wedstrijd niet
meer schoon te krijgen waren. Ook kwam hij
weleens ‘geblesseerd’ thuis, soms ook een
beetje kreupel, of met een blauwe plek of
een wond. Dat vond ik altijd erg zielig en
verzorgde de wond zo goed mogelijk door er
een ‘lapje’ om te doen. Vader liet het zich
allemaal welgevallen en was zelfs blij met de
aandacht.
Bij een andere keer had ie weer eens een
zere kop van ’t köppen. Ook dat werd zo goed
mogelijk
verzorgd en dan nam ik maar meteen ook z’n
vieze nagels mee voor een schoonmaakbeurt.
Vader gaf het voetballen voorlopig nog niet
op. Hij hield ervan en bleef mooi waar ie
was, bij de Boys. Voor mij was hij een echte
voetbalheld. Als vader keepte, nou dan kwam
er nog geen erwt doorheen en ze WONNEN
altijd.
Jaren later toen vader al heel lang niet
meer voetbalde kwam een Fries fenomeen bij
de Enschedese Boys voetballen om de club een
groter aanzien te geven. Het vergelijk houdt
hier dan ook meteen op. Abe was een ster en
speelde daarom in het betaald voetbal.
Eigenlijk had ik als jongste in het gezin
een jongen moeten worden waaraan vader zijn
voetbaltechnieken kon overbrengen. Maar
helaas pindakaas had de natuur anders
beslist en werd er voor de 3e
keer een meisje in zijn armen gelegd. En dit
wicht had terwijl ze opgroeide geen enkele
ambitie om met hem een potje te gaan
voetballen in de straat of op het Spartaveld
aan de Zweringweg. Of om samen met hem eens
naar een voetbalveld te gaan.
Eigenlijk had ze geen ambitie voor welke
sport dan ook.
De keren dat ik voetbalde met de kinderen in
de straat waren zeldzaam en als de bal per
ongeluk toch op mijn voet terecht kwam,
schopte ik die precies de verkeerde richting
uit zodat ie weer bij de tegenpartij terug
kwam. Dat leverde een hoop gemopper en
gezanik waar je niet echt blij van werd.
Tegenwoordig is damesvoetbal
in en
als dat vroeger ook zo populair was, had
vader zich vast en zeker alle moeite gegeven
om me warm te krijgen voor een meidenelftal.
Natuurlijk volg ik al eeuwenlang EK- en WK
wedstrijden op TV ook al snap ik nog steeds
geen bal van de spelregels. Er gaat me vaak
van alles mis. Zoals bijvoord een
buitenspel. Uitentreuren is aan me uitgelegd
hoe dat precies in elkaar steekt. Maar als
er weer voor gefloten wordt dan zie ik
domweg de situatie niet.
Maar vooral als het dames Oranje elftal
speelt in de EK wedstrijden dan vind ik dat
prachtig en ben ik toch ook wel heel trots
op onze Leeuwinnen, op wat ze allemaal doen
en kunnen.