LAANTJE NAAR HET 
								USSELER KERKHOF 
								
								
								
								Velen zijn langs 
								deze laan
								naar hun laatste plek gegaan.
								Een man in zwart bracht ze er heen,
								hun namen prijken op een steen.
								
								
								Zodat ze niet worden vergeten
								en men na honderd jaar kan weten
								wie met zijn deugden of zijn zonden
								hier rust en vrede heeft gevonden.
								
								
								Ikzelf zal deze weg niet gaan.
								Mijn naam komt op geen steen te staan.
								Want mij schuift men straks blij van zin
								niet ver van hier de oven in.
								
								
								Waar ik daarna ooit aanbeland?
								Ik hoop te stuiven als los zand,
								door ’t spel van weer en wind verspreid,
								dolend door de eeuwigheid….