HOE HET PATHMOS AAN ZIJN
NAAM KWAM
Het begon allemaal in 1871. Helmich van Heek
woonde met zijn gezin in een huis aan de Markt
(nu café Aspen Valley ). Het was een hete zomer,
er was slechts een kleine tuin en door alle
industrie stonk het in de stad. Helmich besloot
om een zomerhuis buiten de stad te kopen.
Daarbij had hij zijn oog laten vallen op de
ververij van Pieter ter Kuile, een bescheiden
optrekje aan de Haaksbergerstraat bij een brug
over een heldere beek. De koop werd gesloten en
het huis met enkel een kamer , een keuken en een
paar slaapkamertjes werd sober ingericht als
zomerverblijf. Het huis lag voor die tijd ver
buiten de stad. Op weg er naar toe zag men na de
fabriek van Scholten links en rechts blekerijen.
Dan was er de Aardappelkelder, een opslag plaats
voor de aardappels van de boeren van het
Veldkamp onder de grond met een toegangsdeur.
Hier splitste zich de weg links naar de
Chromhoffsbleek en verder naar de Broekheurne (
nu de Broekheurnerweg) Daarna lag er links aan
de Haaksbergerstraat nog een rijtje
afdakswoningen met een winkeltje.
Rechts lag de Janninksbleek en links de
Chromhoffsbleek, grote grasvelden doorsneden met
slootjes waar het linnen werd gebleekt. Achter
het huis was het woest en ledig, Alleen heide,
moeras en zandverstuivingen zover het oog
reikte. Het gezin vond het er prachtig en van
Heek keerde er na zijn drukke bezigheden in de
stad terug voor z’n rust. Omdat het zo eenzaam
en afgelegen lag, noemde hij het zijn Patmos.
Hij bedoelde daarmee het Griekse eiland waar
naar toe de prediker Johannes, ook wel Sint Jan
genaamd door Romeinen was verbannen en waar hij,
wonende in een grot in alle eenzaamheid het
Bijbelboek “Openbaringen” schreef. Van Heek
begon steeds meer van zijn Patmos te houden en
wanneer er in de buurt grond te koop was tastte
hij toe. Ook liet hij het huis uitbouwen voor
wat meer comfort en er kwamen stallen voor vee
en een boomgaard. Er werd een park aangelegd met
struiken, bomen, slingerpaden en een
eendenvijver waar op zondag wandelaars uit
Enschede vrij toegang hadden.
uitsnede kaartje Gemeente Enschede 1923
De huidige Zuiderstraat, een zandpad, werd Pathmosweg
genoemd. Toen Helmich in 1875 de villa de op de
hoek van de Deurningerstraat en de
Hengelosestraat liet bouwen( later Hervormd
Rusthuis) waar een prachtige grote tuin bij was,
ging men zomers niet meer wonen op het Patmos.
De koetsier Jan Elshof werd er beheerder en boer
en kreeg de bijnaam Jan Patmos. Een kamer bleef
gereserveerd voor de familie van Heek die er
toch nog regelmatig kwam.
De gemeente Enschede kreeg belangstelling voor
het landgoed als plek voor de bouw van huizen
voor arbeiders en in 1913 verkocht van Heek het
hele spul voor een mooi rond bedrag van fl.
100.000,-- Het resultaat kennen we, een
prachtige woonwijk. Het Eendenparkje is er nog
en ook de villa op de foto die later dienst deed
als onderkomen voor de woningbouwvereniging
staat nog op dezelfde plek naast de Derde School
met den Bijbel ( de Bron) maar is nu wit
geschilderd.
Het is geen wonder dat de naam van de nieuwe
wijk Pathmos werd en de R.K. kerk en de school
naar Sint Jan werden vernoemd. Het Griekse
eiland heet Patmos zonder h. Men fluistert dat
van Heek die h ( van van Heek) er zelf tussen
heeft gezet omdat men overal in de stad een
vinger in de pap wilde en de oorsprong van de
mooie wijk niet vergeten zou worden.
Of het werkelijk zo was???