MAARTNIEUWS  2022
 

 

 





THIS WALTZ...   


Dit keer op verzoek van Gerrit een lied van Leonard Cohen waarin hij ons met mysterieuze teksten meeneemt naar het walsende Wenen van rond 1850....


Kijk, luister en zing mee bij NOSTALGIE



Heb jezelf een favoriet plaatje met dierbare of romantische herinneringen, geef het door aan Mini en we spelen het een volgende keer af…..




 

 





GRATIS BAD.....


  
Gerrit dook voor ons in het Van Heekbad ...   





 

 

 

 

 



Het gezin van Gerrit Jan van Heek (1837-1915) met zijn tweede vrouw, dertien kinderen en hond..
 

 






Het verdwenen badhuis van van Heek is bij ons allemaal nog wel bekend.
Velen hebben er gezwommen maar de motivaties van de gulle stichter zijn minder bekend.

De andere fabrikanten lachten hem uit toen hij met zijn plannen voor een badhuis annex zwembad kwam. Maar Gerrit Jan van Heek was niet voor niets de machtigste man in de stad. Hij had een bredere visie dan zijn collega’s - concurrenten. Investeren in goede voorzieningen, betaalde zich dubbel en dwars terug. Het bond de arbeiders aan het bedrijf en hield ze gezond zodat ze harder konden werken. De schenkingen waren aftrekbaar voor de belasting terwijl het omzetten van een landgoed naar een openbaar park fiscaal zeer aantrekkelijk was. Het leek allemaal op weldadigheid maar de ware aard kwam tevoorschijn bij een staking. Dan pasten de heren de UITSLUITING ook wel
HET TWENTSE STELSEL
genoemd, toe. Dat betekende dat wanneer bij één fabriek werd gestaakt, ook de andere fabrieken sloten en de arbeiders, ook al hadden die niets met de staking te maken, naar huis werden gestuurd en zonder loon zaten zolang de staking duurde. Hiermee zette men extra druk op de stakers om hun acties op te geven, zij waren er dan immers de oorzaak van dat collega’s zonder werk kwamen….. Zelfs bij de conservatiefste werkgevers in het land werd dit als een onmenselijke maatregel beschouwd, maar daar hadden de textielbaronnen geen boodschap aan. Er moest duidelijk worden gemaakt wie het hier voor het zeggen hadden……
In 1892 opende de Zwem en Badinrichting in het bijzijn van een keur aan notabelen waaronder burgemeester Edo Bergsma de deuren van de badhokjes.
Werknemers van van Heek waren verplicht eens per week een gratis stort of kuipbad te nemen, zwemmen was vrij. Ook buitenstaanders waren welkom maar moesten betalen…
Het bad was het tweede in zijn soort in Nederland en in die tijd een groot succes…





GRATIS BAD

Arbeiders van meneer van Heek
moesten zich douchen, eens per week.

Men mocht dan gratis naar het bad,

omdat de baas daar baat bij had.


Meneer van Heek de gulle schenker,
was eigenlijk een sluwe denker.
Al wat hij gaf, kreeg hij terug
over de arbeider z'n rug.


Een park, een bad, een goede woning,
garandeerden zijn beloning.
Want op de duur zou je het merken,
men werd niet ziek, kon harder werken,


Ook het rijk betaalde mee
aan wat hij schonk aan Enschede.
De bonden wisten het allang;
't was grotendeels eigen belang.



"Liefde voor 't volk" was wat hij voelde.
Een liefde die al snel bekoelde,
als men het lef tot staken had.
Dan sloot 't fabriek en ook het bad.....




 

 



Zwem- en Badinrichting van Van Heek in 1955...

 

 




Opening Zwem- Badinrichting van
Van Heek in 1906
..
 




In 1972 wordt de schoorsteen
van het badhuis opgeblazen..
 

 

 

 

 







UIT DE KRANT VAN MAART 1947...


Een artikel met foto uit de Tubantia waarop we café de Sport (de Vos) en de motorhandel van Piet van Dijk zien aan de oude Broekheurnerweg bij de geheel onder water gelopen afslag naar de Ypkemeulestraat. We waren er allemaal al in die dagen en vooral Ria en Rita woonden er bovenop, maar te jong om er nog herinneringen aan te hebben. Ook later stond de plek vaak blank en konden we er als het daarna ging vriezen mooi op schaatsen.... Om aan de overlast een eind te maken, heeft men de beken die dit veroorzaakten deels omgeleid naar het Boswinkel of ondergronds op het riool aangesloten. Met de aanleg en van nieuwe wegen en het bouwrijp maken van het Boswinkel was de overlast voorgoed over. Het overtollige water wordt nu opgevangen in de vijvers aan de Nederlandlaan en kan door een sluisje worden afgevoerd via een oude beek richting Helmer...



                              




 

 






    DELFTSE SLAOLIE







Tussen 1890 en 1915 werd in Europa een kunststroming populair die Art nouveau, Jugendstil of in Nederland Nieuwe Kunst werd genoemd. Het kenmerkte zich door sierlijke, door de natuur geïnspireerde lijnen en vormen waarin ook vrouwen vaak werden afgebeeld. Het werd gebruikt voor gebruiksvoorwerpen als glaskunst, boeken, plateel, sieraden en meubels maar vooral in de schilderkunst en architectuur. Bekende schilders waren o.a. Alfons Mucha en Gustav Klimt. In Nederland werd het ook wel spottend “Slaoliestijl” genoemd een term die afkomstig was van een door Jan Toorop in 1893 ontworpen affiche voor de slaolie van de Nederlandse Oliefabrieken in Delft nu beter bekend als Calvé...
Het is nog altijd een fraaie reclameboodsschap... 
In Enschede bevinden zich in de voormalige Burgemeesterstraat (nu Haverstraatpassage) enkele gebouwen in Jugenstil.


                              



                             
 

 


 





 

 





HET GLANER NUNNEKEN


Gerrit vertelt de geschiedenis en de legende van het Glaner klooster...



 

 

 

 

 




Rest van voormalig klooster Maria Vlucht, nabij Glane ...
 

 






HET GLANER NUNNEKEN 


Toen in 1633 het houden van diensten en missen voor de katholieken steeds moeilijker en zelfs verboden werd, bouwden gelovige Oldenzalers een schuur als noodkerk direct over de Duitse grens, iets ten noorden van de brug over het grensriviertje de Glane(nu Glanerbrug). Veel roomsen uit Oldenzaal, Losser, Lonneker en Enschede gingen hier vaak ’s nachts ter kerke en werden thuis vanuit daar door de geestelijken in het geheim bezocht bij ziekte of dood. Toen de schuur in de loop der jaren te klein bleek, werd ze door een mooie kapel vervangen.
In 1665 werd op de plek van de kapel met geestelijke en financiële steun van de bisschop van Münster (Bommen Berend) een klooster met kerk gebouwd om aan de, uit het klooster van Almelo verdreven 28 nonnen een onderdak te bieden. Deze noemden het heel toepasselijk; “Maria Vlucht”. De nonnen, onder wie twee vermogende dochters van de bewoner van hof Espelo, stonden bekend om hun bedrevenheid in het spinnen. Het werd een door de Twentse katholieken drukt bezocht veilig toevluchtsoord voor missen en de heilige communie. Ook de kerkschatten en relikwieën uit de Oldenzaalse St. Plechelmus werden hier in veiligheid gebracht.

Het klooster oogstte nog meer bekendheid door de toetreding in 1803 van zuster Maria Clementine Martin aan wie het samenstellen van de recepten voor het nog steeds in apotheken verkrijgbare drankje tegen alle ongemakken; “Klosterfrau Melissengeist” wordt toegeschreven.
Ten tijde van de overheersing van Napoleon moest het klooster sluiten. Er was weliswaar godsdienstvrijheid voor iedereen, maar bij de vrijheid, gelijkheid en broederschap van de Franse Revolutie pasten niet de weelde van de kastelen der adel en de kloosterorden die over de ruggen van het volk tot grote rijkdom waren gekomen……
Vanaf dat moment ontstonden ook de legenden over “Maria Vlucht”. Zoals het verhaal van de moedige dienstbode. Toen het Franse leger vanuit Enschede oprukte naar Bentheim, stuitte een afdeling op weg naar Gronau op het klooster. Even hield de commandant stil, keek rond en gaf toen bevel door te rijden. De zusters slaakten een zucht van verlichting. Maar terwijl ze nog bezig waren met rozenkransjes bidden en Maria te danken, arriveerde een groep achterop geraakte Dragonders te paard die om indruk te maken een paardenstaart aan hun helm droegen. Ze scholden, vloekten en bedreigden de nonnen terwijl een van hen met een brandende fakkel zwaaide waarmee hij probeerde het strodak in brand te steken. Dat was het sein voor de huishoudster, een struise tante, om in te grijpen. Ze trok de soldaat aan zijn paardenstaart achterover uit het zadel waarbij hij op de grond viel en de fakkel in de gracht belandde. Toen de heldin hem daarop met haar bezem dreigde, krabbelde hij haastig op, sprong op zijn paard en galoppeerde achter zijn maten aan die waren doorgereden. De dappere vrouw verklaarde later dat ze constant de nabijheid van een engel had gevoeld en dat wilden de nonnen en de ter kerke gaande katholieken maar al te graag geloven.
Sterker nog is het verhaal van het Glaner nunneken…
Toen de nonnen later toch door de Fransen uit het klooster waren verjaagd, sloegen soldaten er hun kamp op. Tijdens een nachtelijk drankgelag ontdekten ze in de kloostertuin het stenen beeldje van een glimlachende non die deed denken aan een madonna. De glimlach maakte de soldaten nerveus en om ook het laatste restje van het kloosterleven op te ruimen, smeten ze het beeldje onder luid gejuich in de gracht. Wat ze niet wisten, was dat het beeld de magische kracht bezat dat waar men het ook heen zou brengen of zelfs vernietigen, het altijd op haar plaats zou terugkeren…….
De schrik sloeg hen dan ook om het lijf toen het wateroppervlak zich in het weerspiegelende maanlicht opende en het nunneken ongeschonden naar haar plekje onder de perenboom terug zweefde. De volgende morgen toen de soldaten hun roes hadden uitgeslapen en dachten dat ze door hun dronkenschap de avond te voren waren misleid, besloten ze het nunneken voorgoed te laten verdwijnen in het “grondeloze meer”. Ze tilden het op een affuit (onderstel met wielen voor een kanon) en sleepten het naar het Aamsveen waar deze onpeilbaar diepe plas gelegen was. Dat viel niet mee. Steeds wegzakkend in de moerasbodem lukte het met de grootste inspanning het meer te bereiken en met vereende krachten het nunneken in het donkere water te laten weg zinken. Uitgeput en onder de modder keerden ze terug naar het klooster en stuitten daarbij onderweg op een stille processie met kruis en vaandels. De soldaten vermoedden dat men de plaats van het verdwenen beeldje had bezocht om er te bidden. Toen ze echter het kloosterterrein bereikten, stond het nunneken in al haar glorie en zonder spatje modder weer op haar plaats….. Dit werd zelfs de ruwe soldaten te veel en in allerijl ontruimden ze het klooster en vertrokken hals over kop.
Zo had de glimlach van een beeldje een heel eskadron op de vlucht gejaagd…..
Nog altijd vriest, zelfs bij de strengste vorst, de plek in de gracht niet dicht waar het nunneken voor het eerst door de soldaten in het water was gegooid.
In 1811 moest het klooster op last van Napoleon worden afgebroken, waarbij toch een klein gedeelte overeind bleef dat later werd gerestaureerd. De stenen van de sloop werden in 1814 hergebruikt bij de bouw van het eerste roomse kerkje in het dorp Lonneker….
Hoe zat dat nu met het beeldje? Het bleek geen nonnetje maar gravin Walburga van Brederode, slotvrouwe van het in 1567 afgebroken slot van Gronau dat behoorde aan de graven van Bentheim – Steinfurt waarvan ze de wapenschilden vasthoudt….Ze moet in het Westfaalse Landesmuseum te Münster staan, maar het zou mij niet verwonderen als ze, volgens de legende, terug is op haar oude plekje onder de perenboom in Glane……



 

 




stenen beeldje van een glimlachende non..

 

 




Rest van voormalig klooster Maria Vlucht..

 

 

 

 

 

 








                  >




 

 





POORT VAN KLEEF


Ik stam uit een oude kroegenfamilie.
Toen mijn moeder geboren werd in 1910 stond haar wiegje in een kroeg in de Walstraat. Correctie, het zal wel een slaapkamer geweest zijn.
Haar ouders, mijn grootouders dus, waren Jan Bernard Hofman en Dina Gerrits Northolt. Zij waren in die tijd de uitbaters van een café waar nu ongeveer restaurant ‘De Saloon’ zich bevindt. Daar tegenover stond het koetshuis van een of andere fabrikant waar jaren later het Grieks restaurant Sirtaki zich zou bevinden. Volgens de laatste berichten doet dit voormalig restaurant thans dienst als de voorbereidingskeuken van Foodbar Bluff aan Oude Markt 6.  


 






 
                                  MARKT 19......  

                                

              


 








                  
                                 Café-Restaurant Northolt aan de Deurningerstraat omstreeks 1900....              

   
Grootmoeder Dina Northolt was het kroegleven niet helemaal onbekend. Haar vader (mijn  overgrootvader), beheerde immers ook al een café-restaurant, dat aan de Deurningerstraat lag, zo ongeveer op de plek waar later het ons allen wel bekende hotel Avion werd gebouwd.
Grootvader Jan Bernhard Hofman kreeg omstreeks 1917 een mooi aanbod van de brouwerij om een café op de Markt te runnen. Het pand Marktzicht kwam vrij waar voorheen de heer J. Barske zijn bieren en limonades bottelde. Dat liet grootvader zich natuurlijk geen tweede keer zeggen en toen de familie er kwam wonen was moeder op de leeftijd van 7 jaar. Ze heeft er haar verder jeugd doorgebracht samen met haar broers en zussen.
In ± 1926 werd Marktzicht omgedoopt in De Poort van Kleef.
Mijn moeders zus, tante Jo trouwde op 6 juni 1926 met Hennie Vrieler en gingen daarna in de Hessenweg wonen. Ze kregen er een dochter en later een zoon (mijn oudste nicht Gretha en neef Jan Vrieler). Toen het met de gezondheid van grootvader niet erg goed ging keerden ze  naar de Poort terug en namen de zaak over. Moeder was er steeds blijven wonen totdat ze vader ontmoette en  in 1940 met hem trouwde. Na een aantal maanden van inwoning bij mijn grootouders van vaders kant, werden ze de gelukkige huurders van een woning aan de Egstraat op het Stevenfenne, waar mijn zussen en ik alle drie geboren en getogen zijn.
De Poort van Kleef herbergt vele mooie herinneringen voor mij. Als kind achterop de fiets met moeder mee naar de dinsdagmarkt om bij tante Jo koffie te drinken en daarna langs allerlei winkels en ook de markt voor de nodige boodschappen. Bij terugkomst was er allerlei interessants te beleven.
Een verlegen meisje van een jaar of vier die zich achter moeders rokken schuilhield  maar ondertussen niks ontging. Er viel veel te beleven. Zo zal ik in elk geval nooit  de vieze stank vergeten die de visrokerij van buurman Rook verspreidde. Zijn nering aan de Stadsgravenstraat grensde precies aan de achterpoort van Kleef. "Rook is ook weer aan ’t roken", zeiden de groten dan.
Er kwamen ook allerlei vehikels door Stadsgravenstraat rammelen om hun waren af te leveren aan hun cliënteel. De bierboer leverde een heleboel vaten af die ze achterthuis naar beneden in de kelder lieten rollen, nadat eerst de kelderkleppen open waren gemaakt. Dat gerol maakte een bult lawaai en dan was er beneden in de kelder weer iemand die de vaten netjes op elkaar stapelde.
De ijswagen bracht grote staven ijs die eveneens met veel lawaai en gebonk onder grote kasten in het café werden gelegd voor het koelen van dranken en limonades. Koelkasten bestonden er in die dagen nog niet. Op een klein meisje als ik maakte het allemaal grote indruk...
Dan was er die enorme biljarttafel nog. Ik keek mijn ogen uit naar de mannen die om de biljarttafel hun kunsten vertoonden. Ze hadden een lange stok die ze in het stokkenrek (niet te verwarren met rekstokken) zorgvuldig hadden uitgezocht en waarmee ze vervolgens op het viltachtig groene laken de nogal zware ballen in een gat probeerden te stoten. Er waren twee witte en een rode bal maar ik snapte van het hele spel geen bal. Op de rand van de tafel lag ook een soort blokje met blauwachtig krijt, waarmee de mannen regelmatig  over het uiteinde van hun keu wreven. Het blauwe goedje is bedoeld om het stoten wat te vergemakkelijken.... dacht ik.    
Toen ik wat ouder was en ook wat meer durfde te vragen, vroeg ik oom Hennie of ik ook eens met zo’n stok tegen die ballen mocht tikken.  “Ohhhh, neuhh, neuhh, neuhh....” zei hij, schuddend met z'n hoofd. “Doar komp niks van in. Dan stoot ie mie nog dwas deur ’t laak’n en dat kost ’t oe wa 100 guld’n”. Dat kun ie nich betaal'n.
Ik drong niet langer aan.
Na een handjevol pinda's die ik uit de grote glazen pot op de toog mocht nemen nam moeder afscheid en onderweg naar huis klonken de klokken in de kerktoren me nog lang na in de oren....

Ach, het blijven mooie herinneringen die je het meest waardeert als de glorie is vergaan.
Met weemoed loop ik soms over de Oude Markt. De Poort…. Het eens zo bruisend etablissement,  wat is er van over…..
De eigenaar van het naastgelegen Aspen Valley heeft het pand gekocht en doet nu alleen dienst als opslagruimte. 
Een onaantrekkelijk huis is met een doodse indruk, te midden van een verder zo mooi en levendig horecaplein…
Een geluk dat mijn moeder er geen weet van heeft.
Haar hart zou breken…

 

   



 











           Oma Dina Hofman-Northolt ± 1940....

 



   
    Mijn moeder Jacoba Hofman op 6-jarige leeftijd...
    in 1916

 





 

 

                      

       
     De trouwdag van Jo Hofman en Hennie Vrieler. Zij trouwden op 9 juni 1926.
           Naast het bruidspaar mijn grootouders en daarachter mijn moeder.....
 



 
 













De Poort van Kleef nu; een onooglijk huis die als opslagplaats dient,
te midden van een zo mooi en levendig horecaplein…



 

 





NIEUW WERK VAN HANS      


Hans heeft tijdens de lockdown niet stilgezeten en heeft de kunstwereld verrijkt met een fraai abstract in de mooie felle kleuren die we van hem gewend zijn en een ets die waarvoor hij de inspiratie haalde uit de geboortegolf tijdens corona.... Zoals bij het werk van Hans gebruikelijk, mogen we zelf bepalen wat we er in zien en onze fantasie erop los laten.
Bijvoorbeeld; een wolk van een baby...............


 





 





 


 





 

 

 

 

 





UITSLAG RAADPLAATJE FEBRUARI


Weer viel het ons mee wat we nog herkennen uit het verleden. We kregen veertien goede inzendingen...
Natuurlijk was dit het torentje dat ooit op het Philadelphiakerkje aan de Haaksbergerstraat prijkte.

Het kerkje werd in 1920 in neogotische stijl gebouwd en in 1921 in gebruik genomen door de Vereniging voor Vrijzinnig Hervormden. Philadelphia betekent broederliefde. In de tweede helft van de twintigste eeuw gingen de Vrijzinnig Hervormden op in de Hervormde Gemeente Enschede en kwam het kerkje vrij.

Het werd overgenomen door de Zevende Dags Adventisten en omgedoopt tot “Adventskapel P
hiladelphia.
Helaas werd bij een restauratie het klokkentorentje verwijderd....


De door loting verkregen prijswinnaar kreeg een toepasselijke XL verpakking “Philadelphia Roomkaas” al uitgereikt.




 







Philadelphiakerk ca. 1950...




 

 

 


NIEUW RAADPLAATJE...

 


Alweer een klokkentorentje,
maar nu een die zich met grote regelmaat in de wijde omgeving liet horen en zorgde dat men in de benen kwam.....

Ook dit torentje is door sloop verdwenen.


 









 

 

 

TOP

HOMEPAGE