MARIAKAPEL  
									
									
									
Op een kwartiertje lopen van mijn huis,
vond Maria een tehuis
									Vol van genade is ze neergestreken
in een 
									hilgenhues met gevelteken.
									
 
									
									Ze schenk de 
									wandelaar er rust
									
									terwijl ze ‘t 
									gejaagd gemoed wat sust
									
									en die er met 
									verdriet verpoost,
									
									wordt door haar 
									liefdevol getroost.
									
									
									
									Wie een dierbare verloor,
									
									vindt bij haar een 
									luisterend oor.
									
									Men knielt er voor 
									een kort gebed,
									
									er worden kaarsjes 
									neergezet.
									
									
									
									Als ik ‘t kapelleke passeer,
									
									ontroert dat alles 
									me steeds weer.
									
									Ik geloof niet in 
									hemel of in hel,
									
									maar dan heel even 
									wel.