Sinds mijn pensionering wandelen we graag en
veel. Voor Corona gingen we met auto naar een
van de mooie wandelgebieden in de omgeving,
volgden daar de aangegeven routes en gebaande
paden om aan het einde ons zelf te belonen met
een culinaire traktatie in een nabij gelegen
horeca-etablissement. Nu dit alles niet meer zo
makkelijk gaat omdat we tot de risicogroep
behoren, zoeken we het dichter bij huis en
starten onze wandelingen vanaf de voordeur
richting het buitengebied waar we aan de rand
van de stad wonend, ook wat de natuur betreft,
verrassend aan onze trekken komen. Zo belandden
we op een tot dan door ons nooit opgemerkt
paadje dat onderdeel van een oude handelsweg
tussen Deventer en Osnabrück bleek te zijn
geweest en nu opgenomen is in een
wandelroute….en ja, dan ga je in gedachten
zomaar 250 jaren terug in de tijd……
MARSKRAMER
Ik stond zonder da’k er erg in had
op dit eeuwenoude handelspad.
Een piepklein plaatje op een paal
vertelde mij een heel verhaal.
Een kramer liep hier heen en terug,
een mars vol koopwaar op zijn rug.
Met koffie, zeep en specerijen,
ventte hij langs boerderijen.
Er werd geruild en druk verkocht
waarna hij naar een rustplaats zocht.
De herberg was hem veel te duur,
dus sliep hij in een boerenschuur.
Brood en koffie kreeg hij zat
als hij wat nieuws te melden had,
dat hij van anderen vernam
of onderweg te weten kwam.
Had hij een mooie winst gemaakt
en nergens in conflict geraakt,
ging hij als een tevreden man
weer langs dit pad op hoes op an.
En nu volg ik dit oude spoor
dat zijn betekenis verloor
en enkel wat ontspanning biedt
an oale leu met vrieje tied.
Marskramer, een oud vergeten beroep. Mensen met
de achternaam Kramer hadden hoogstwaarschijnlijk
zo’n handelaar in hun voorgeslacht. Het woord
mars betekent; te voet en kramer; handelaar.
Mars is ook de benaming voor de mand met
koopwaar die de kramer op zijn rug droeg.. “Iets
in zijn mars hebben” is daarvan afgeleid en
betekent iets te bieden hebben. Kraam is aan
ander woord voor verkoopstalletje en iets
uitkramen betekent van alles en nog wat beweren
dat hoogstwaarschijnlijk te maken had met gladde
verkooppraatjes. Verder kennen we nog de
uitdrukking, “het niet in de kraam te pas komen”
voor iets dat je niet goed uitkomt of waar je
niets mee te maken wilt hebben. Kortom het
beroep marskramer bestaat niet meer maar leeft
in onze taal nog altijd voort….