GEZICHT OP ENSCHEDE VAN
VOOR DE GROTE BRAND IN 1862...

 

 

 



Gezicht op Enschede van vóór de grote brand in 1962...
 

 





GEZICHT OP ENSCHEDE....
Het belooft een mooie heldere dag te worden dus maken we vandaag een wandeling terug in de tijd naar 1858. Het startpunt mogen jullie zelf bepalen en ook of je wandelt of met ander vervoer komt, wanneer je maar eindigt op de Gronauscheweg tussen AB en Slotzicht. We staan daar op het hoogste punt van de stad en hebben een pracht uitzicht over de Oliemolenesch, een groot landbouw gebied in de Noordelijke Eschmarke waar hoofdzakelijk rogge en vlas werd verbouwd. We zijn er in het gezelschap van tekenaar H. ter Meulen die het panorama voor het nageslacht vast legt. Laten we van links naar rechts eens kijken naar skyline van de oude stad waar we al een aantal schoorstenen ontdekken die aangeven dat het stoomtijdperk zijn intrede heeft gedaan. Als eerste zien we Oliemolen of Pelmolen waarnaar de Es is genoemd. De molen werd in 1776 gebouwd door een telg uit het geslacht Blijdenstein en stond ongeveer op de hoek van de huidige Kneedweg en de Espoortstraat. Het was een zware molen die het lijnzaad(vlas) tot olie sloeg en kon daarnaast ook harde kernen zoals gort kraken(pellen) vandaar de andere naam Pelmolen. Later werd er ook verfhout gemalen. De Pelmolenstraat en de Oliemolensingel herinneren nog aan de molen die in 1887 werd gesloopt. Verder naar rechts zien we een gebouw met een torentje, het in 1652 gebouwde stadhuis dat op de zelfde plek stond als het huidige gemeentehuis. Vaag hierachter zien we nog een paar wieken van de Zuidmolen. Daarna de drie torens van de in 1842 gereed gekomen R.K. kerk op de Markt gevolgd door de Grote Kerk. Dan zouden we ook het Menistenkerkje moeten zien maar dat zit verstopt achter de boerderij. Dat is het oude erve Veluwe dat al in 1475 in oude akten wordt genoemd. In de loop der eeuwen verbasterde de naam via Velwe tot Velve waaraan de latere de wijk haar naam te danken heeft. Nu krijgen we de Reudinksmolen in beeld, een standaardmolen (stenderkast) die in 1820 werd gebouwd door Jurriaan Reudink. Het was een korenmolen die maalde voor boeren en bakkers. De molen bleef in de familie die een ook tot op heden moderne zakelijk truc uithaalde door de Noordmolen(hoek Hengelosestraat en Molenstraat) op te kopen, stil te leggen en af te breken om zo de klanten te dwingen van de Reudinksmolen gebruik te maken. De molen stond op de hoogte waar later ook de watertoren en Hoog en Droog zouden komen. De familie gaf haar naam aan de Reudinkstraat terwijl de molen in 1887 moest wijken voor de stadsuitbreiding. Naast de molen zien een voor die tijd reusachtig gebouw omgeven door schoorstenen. Dat was de op de hoek van de Hengelose straat en de huidige Raiffeisenstraat gelegen “Groote Stoom” de eerste door stoom aangedreven fabriek in Enschede. Ze werd door diverse fabrikanten in 1833 opgericht met vijftig aandelen waar zelfs koning Willem I er enkele bezat. Een groot zakelijk succes was het niet, het gebouw brandde in 1890 af. Op de open gekomen plek bouwde Dr. Van Delden de nu nog bestaande gele villa. Helemaal rechts zien we nog een groot optrekje, misschien een fabrikantenvilla? Het zou de villa Nieuwlust, gebouwd door Charles de Maere, kunnen zijn waar later de brouwerij kwam. Maar daar durf ik mijn hand niet voor in ‘t bier te steken……. Uiterst links zou een schuur van Erve Wooldrik kunnen zijn…
Ik hoop dat jullie hebben genoten… We dalen nu al wandelend of fietsend weer af naar de stad terug in onze eigen tijd waar we misschien onder het genot van een zondags opkikkertje bij ons clubhuis “de Pimpelaar” nog even gezellig kunnen napraten……
De afbeelding is niet de originele tekening van ter Meulen maar een naar zijn voorbeeld door J.J. van Deinse geschilderde aquarel….


 

 



De Groote Stoom gezien vanaf de Hengelose kant met kerktoren op achtergrond..
(schilderij van Lambertus Bruna, 1822-1906)