Neęrlands rockband De Dijk en Amsterdam Sinfonietta
geven een extra concert vanwege hun gezamenlijke
concertreeks in 2014 onder de naam Dijkers &
Strijkers.
U geniet van een prachtige mix van pop en klassiek
en u hoort De Dijk klassiekers als Bloedend Hart,
Zevende hemel en Dat zou mooi zijn. Maar ook hoort u
covers van Jacques Brel en Ramses Shaffy. Wat
betreft het klassieke repertoire komen Sehnsucht van
Tsjaikovski en Der Leiermann uit de Winterreise van
Schubert langs. Dit vertaalde zanger Huub van der
Lubbe naar het Nederlands.
‘Het strijkersensemble maakt van het toch al
geliefde Hou me vast een groots en meeslepender
geheel dan ooit tevoren.’ Nummers
van Jacques Brel en Ramses Shaffy passen Huub van
der Lubbe als een oude jas, vooral 5 Uur van Shaffy,
dat fraai spookachtig werd gespeeld’
Het resultaat wordt in januari 2014 negen keer
opgevoerd in een periode van elf dagen. Zo waren ze
ook in het Wilminktheater in Enschede. Wie er niet
bij was, heeft echt iets bijzonders gemist, dat
blijkt uit de registratie die nu al in de winkel
ligt. Dit is niet zomaar ‘een strijkje’ dat een
rockband begeleidt of een rockband die wat stevige
invloeden in de klassieke muziek injecteert. Dit
zijn 27 muzikanten die rock, klassiek en soul
samensmelten tot datgene wat ze echt
gemeenschappelijk hebben, nl. de liefde voor muziek.
Algemene betekenis van de tekst van 'Dat Zou Mooi
Zijn', uitgevoerd door De Dijk in samenwerking met
het Amsterdam Sinfonietta, weerspiegelt een diep
verlangen naar de transformerende kracht van muziek.
De zanger drukt een verlangen uit naar het vermogen
van een lied om echte verandering in de wereld
teweeg te brengen: honger uitroeien, armoede
uitbannen en duurzame vrede tot stand brengen. Dit
verlangen is een vurige wens dat muziek haar
traditionele rol als louter entertainment overstijgt
en een kracht wordt die in staat is om
maatschappelijke problemen aan te pakken en op te
lossen. Het refrein "Dat zou mooi zijn" dient als
een aangrijpende herinnering aan het idealisme dat
muziek kan inspireren, zelfs als de zanger worstelt
met de realiteit dat dergelijke diepgaande
veranderingen vaak buiten het bereik van een lied
liggen.
In de coupletten schetst de zangeres een reeks
grootse aspiraties die verder gaan dan de beperkte
wereld van muzikale expressie. Door te beweren dat
als muziek wonderen zou kunnen verrichten, ze een
prachtig lied zouden creëren, onderstreept de
kunstenaar een ontroerende kwetsbaarheid: de
erkenning dat muziek weliswaar hoop kan inspireren,
maar niet in zijn eentje de wreedheden van de wereld
kan oplossen.