Ons medelid en mijn oud-klasgenoot van de 
								Stevenfenneschool; Hans Scholte in ’t Hoff maakt 
								prachtig en kleurrijk werk in magisch 
								realistische stijl waarvan ik bij de eerste 
								aanblik al onder de indruk was en waarbij we 
								hebben afgesproken dat ik zal proberen er 
								passende rijmpjes bij te maken.
								Een fraai schilderij is voor mij persoonlijk; 
								“Twents Landschap” , waarin Hans het 
								onverantwoord uitputten van de rijkdommen der 
								aarde aan de kaak stelt en waar het 
								uiteindelijke resultaat daarvan te zien is. Ik 
								associeerde het onmiddellijk met onze Usseler 
								Es.
								Waarom de Usseler Es? Ik zal het proberen uit te 
								leggen.
								We zien op het eerste oog realistische zaken in 
								een onwerkelijk landschap, het kenmerk van het 
								magisch realisme. Laten we het geheel echter 
								rustig op ons inwerken dan gaan we associëren.
								
								De blauwe zee is dan de oerzee die hier 
								miljoenen jaren geleden verdampte waarbij een 
								dikke zoutkorst achterbleef waar nu de AKZO op 
								de es naar boort.
								Het gele zand kunnen we zien als de bodemlagen 
								die de droog gevallen zee bedekten maar ook als 
								metafoor voor de teloorgang van de groene es 
								naar een industriële woestijn als de gemeente 
								Enschede haar plannen ooit doorzet. 
								Mens en dier kijken met verbijstering toe 
								waarbij de fazant zich met weemoed afvraagt waar 
								de roggeakkers waar hij zijn kostje bij elkaar 
								sprokkelde zijn gebleven en waarbij het meisje 
								in badpak misschien wel terugdenkt aan Bad 
								Boekelo; dat met het zoute golfslagbad en een 
								zandstrand geheel passend in dit geheel “de zee 
								op de heide” werd genoemd. 
								De oude boerenkar geeft aan dat het gedaan is 
								met de antieke boerenactiviteiten die we uit 
								onze jeugd nog kennen en waar alleen de saaie 
								mais die volledig machinaal wordt geoogst, 
								resteert.
								Tenslotte zien we een stukje groen, een 
								boerderij met schuur en een paar koetjes die 
								door hooivorken in een wankel evenwicht worden 
								gehouden. Het geeft weer dat de meeste nog 
								bestaande eeuwenoude Usseler boerderijen hun 
								functie hebben verloren en alleen door 
								kunstgrepen (welk een toepasselijk woord) als 
								monumentenzorg nog kunnen worden behouden.
								Zo, dat was mijn visie.
								Het magisch realisme laat echter ruimte voor 
								ieders eigen interpretatie dus neem het in je op 
								en onderga je eigen indrukken en laat je 
								fantasie de vrije loop…
								
								
								
								
								OSSELER ES
								Wel as keend vrogger hef wes
								op ‘n oal’n Osseler Es
								met ziene row in gel en goald
								en et bleui’nd vleerboshoalt
								zag al dat moois heanig verdwien’n,
								en mais en zoalthuuskes verschien’n.
								De oale erven dee ‘w nog keant,
								könt slechts vedan as monumeant…
								
								Wat doot ze toch met oonze earde
								hef de natuur dan genne wearde?
								De multies hebt oons bie ‘n nös
								totdat ze ‘t op ‘n emmer vrös
								dan geet ’t opeens onmeunig mis
								zodat d’r niks mear oaver is
								dan ’n dooi’n zee en van oons laand
								’n woestenie met eankel zaand….
								
								
								
								
								
								
								
								
								Dit gedicht is opgenomen 
								in de Twentse Taalbank
								onder;
								
								zoekfunctie > 
								type Gerrit Schorn