POASCHEN

 

 





 


 





Wetens(w)aardigheden veur bi'j 't eierett'n!
De paasgebruiken die we kennen, waren er al lang voordat het christendom tot onze streken doordrong.
Ze behoorden bij de lentefeesten die in deze tijd van het jaar ter ere van de terugkeer van het licht werden opgedragen aan Ostara (ook wel Ostera), een Germaanse lente- en vruchtbaarheidsgodin die haar hazen als boodschappers naar de aarde uitzond om het nieuwe voorjaar met al haar bloemen, jonge dieren, eieren en nieuwe levenskracht aan te kondigen.
De R.K. kerk heeft geprobeerd deze feesten uit te roeien door de dood en de wederopstanding van Jezus er voor in de plaats te zetten. Dat is slechts gedeeltelijk gelukt want de oude gebruiken hielden hardnekkig stand. Zo zelfs dat de naam van Ostara nog terug te vinden is in het Duitse Ostern en Engelse Easter als naam voor het Paasfeest.
                                                   

Toen de kerk bemerkte dat de oude heidense gebruiken niet uit te drijven waren, besloot men ze om het volk tot vriend te houden, te kerstenen. Dat wil zeggen ze gaven er een christelijk tintje aan.
Zo zien we bepaalde plaatsen boven in het paasvuur een pop die Judas moet verbeelden.
Hij moet boeten voor het verraad van Jezus.                                                    
                                                  
De eieren kwamen volgens de kerk niet van de paashaas of de vogels maar werden op donderdag voor Pasen door de kerkklokken uit Rome opgehaald en met Pasen over het land gestrooid terwijl het eieren eten het gevolg was van het einde der vasten waarbij men zich weer te buiten kon gaan.
Wat we nu een Palmpasen noemen was van oorsprong een hoge houten staak, versierd met blijvend groen en eieren met daarop een echte vogel gespietst. Dit alles als dankoffer voor de nieuwe lente. (de meiboom en de paal voor het vogelschieten vinden hier ook hun oorsprong)
De kerk maakte er een kinderprocessie van ter ere van de intocht van Jezus in Jeruzalem. Het groen verwijst naar de palmtakken en de broodhaantjes naar de haan die kraaide toen Petrus Jezus drie keer had verloochend..
 

 POASCHEN

Waarom we 'n extra eitje eten,
zal menigeen niet zo goed weten.
Het zegt ons nu niet meer zoveel,

maar 't is een oeroud ritueel.

Het hoorde bij een lentefeest

dat er van oudsher is geweest.
Na een lange winter hongerlijden,
kwamen er betere tijden.

Licht en warmte keerden weer.
Milde regens daalden neer.
De nachten gingen korter duren
dus ontstak men vreugdevuren.

Men keek hoe of de hazen renden
en als ze dan het veld verkenden,
vond men eieren en jong gebroed.
Daaraan deed men zich dan tegoed.

Het waren tekens van Ostara's macht
en gaven lust en levenskracht.
Hoe meer men van de ei'ren at,
Hoe eerder men die "lust" weer had.

Dus paasvuur, eieren en hazen
hadden niets van doen met kerk'lijk Pasen.
De paus wou dat wel streng bepalen
door Jezus dood erbij te halen.

Dat hij daaruit is opgestaan,
is er als wonder bij gedaan
om de lentefeesten uit te drijven
zodat men bij de kerk zou blijven.

Zover heeft hij het nooit gekregen.
het volk verzette zich er tegen.

Dus rent de paashaas nog door 't land
en nemen wij een eitje want;

De natuur hèf niks met Roomse wett'n
en dat is 't hele eierett'n