TUNNEKE
Regelmatig zien we hier foto’s en zelfs een film
van de Enschedese gemeentereiniging uit 1923 en
dan in het bijzonder de ophaaldienst en de
afhandeling van de poeptunnekes. Deze waren voor
die tijd zeer modern en onze stad was hierbij
een voorbeeld voor vele andere gemeenten. Ik
moet bij het zien van zo’n foto meteen
terugdenken aan belevenissen uit mijn jeugd
waarvan ik jullie graag deelgenoot wil maken….
De huizen aan de Frederikastraat waar ik
opgroeide hadden al een WC behalve de oude
boerderij tegenover ons. Daar werden de volle
tonnetjes nog omgewisseld voor lege. Niet
bepaald een schoon karwei. Het waren sombere
mannen van de reinigingsdienst met verweerde
gezichten waarop de invloed van hun dagelijkse
omgang met de materie duidelijk viel af te lezen
en die, om zich te beschermen tegen eventuele
ongelukken grote canvasschorten en handschoenen
droegen. We stonden altijd vol spanning te
kijken bij het inladen in de hoop dat er wat mis
zou gaan, maar het waren ervaren lieden die hun
vak verstonden.
Ik kende het gebruik van een tonnetje of
poepdoos want een oom en tante van mij woonden
in de Elisabethstraat (nu het verlengde van de
Fredrikastraat) waar huizen stonden uit het jaar
1901. Ik kwam er vaak en deponeerde ook
regelmatig een bijdrage in de metalen ton van
het houten privaat. Niets aan de hand alleen het
krantenpapier dat aan een touwtje was opgehangen
om de restanten te verwijderen, gaf af en was te
dun. De bladzijden uit de radiogids voldeden
beter. Verder las ik er met plezier de bekende
spreuk die oom eigenhandig met een “gleunige
spieker” in een oude broodplank had gebrand..
"Hier rust en rot
het stoffelijk overschot
van ontbijt, diner en avondpot"
Ik leerde het delicate rijmpje uit het hoofd
want dit soort poëzie was in die tijd iets waar
je op het schoolplein gegarandeerd mee kon
scoren…. Toen oom en tante inclusief de plank
met spreuk verhuisden naar een mooi vrijstaand
huis in het buitengebied, bleek ook daar nog een
"tunneke" aanwezig. Dit werd echter niet geleegd
door de reinigingsdienst want de huurbaas, een
boer die even verderop woonde, had een betonnen
gierkelder achter in de tuin aangelegd waar de
inhoud van een "tunneke" moest worden
gedeponeerd. Eens in de zoveel tijd leegde de
boer de kelder om met onze uitwerpselen zijn
land te bemesten. Wanneer ik er logeerde en de
pech had dat het tunneke vol was, moest ik
helpen het zware geval vanaf het huuske naar de
gierkelder te dragen. In deze route zaten een
paar hindernissen, zoals een hoge stoep. Mijn
oom schiep er een groot genoegen in om onderweg
regelmatig van zijn lengte misbruik te maken
door de ton wat hoger op tillen zodat de inhoud
naar mijn kant toe klotste en hoewel er een
deksel opzat, over mijn hand en mouw liep.
Loslaten was geen optie, de gevolgen zouden
desastreus zijn geweest.......Mijn tante was
altijd woest wanneer oom weer eens had
toegeslagen. Ik moest mezelf grondig met groene
zeep reinigen en ook mijn overhemd moest in de
was..... Op verjaardagen waar vaak de oude
familieverhalen los kwamen, werd ik er nog tot
vervelends toe mee geconfronteerd.......
Op de foto boven een nette poepdoos. Ze waren er
erger...