Vanaf de 3e klas op de Stevenfenneschool 
							kregen wij meiden op de dinsdagochtend in het 
							laatste uur handwerkles. De jongens gingen in 
							datzelfde uur met onze favoriete onderwijzer een 
							balletje te trappen op de groene voetbalvelden 
							ergens in de buurt van de Wielerbaan. En terwijl zij 
							met grote geestdrift goal na goal scoorden, zat, 
							althans ik, te zwoegen op allerlei ‘nuttige’ en 
							‘onnuttige’ creaties…. 
							Handwerken op school, eigenlijk was het niet zo mijn 
							ding. Had er niet veel plezier in, ik kreeg het niet 
							in m’n vingers en liep steeds mijlenver achter bij 
							mijn andere klasgenootjes.  
							Zeker is dat ik daardoor niet alle kunstwerkjes heb 
							gemaakt die zij wel hebben gefabriceerd. Wat ik me 
							nog goed herinner is dat we babyslofjes gingen 
							breien. 
							Compleet met gaatjestoer waar een gehaakt koordje 
							door moest en waar aan beide uiteinden zo’n 
							pompoentje kwam. Dat vond ik wel erg leuk en heb 
							daarna nog heel wat van die snoezige bolletjes 
							gemaakt.
							Ik heb geprobeerd om iets van mijn handwerkervaring 
							samen te vatten in een soort rijm… 
							
							
							
							
							POMPOENTJES
							
							Waren jullie ook zo dol op handwerkuur?
							Juf van de 1e gaf ons les, ze was vol 
							vuur. 
							Pannenlapjes breien met ‘ingewikkeld’  blokmotief,
							
							Bracht voor mij veel last en ongerief.
							
							Breien was voor mij een echte veldslag,
							‘k hoop nu maar niemand mijn gepruts zag.
							Want keer op keer, ‘t was vrees’lijk balen,
							moest de juf mijn werkje weer uithalen.
							
							Borduursteekjes leren op stramien,
							hield ik ook al heel snel voor gezien, 
							Ik was erg goed om alles te verknallen,
							door menig steekje dat ik steeds liet vallen.
							
							Haken, breien, voor de meeste meisjes niks 
							bijzonder, 
							dat ik met een klosje kornen kon, was al een wonder.
							Maar babyslofjes breien en pompoentjes maken,
							daar kon ik wel van in vervoering raken.
							
							Om die bolletjes te maken had ik reuze lol, 
							 in enkele dagen tijd lag ‘t hele huis tjokvol.
							Moeder zei; kind, ga toch eens wat anders doen,  
							als je zolang doorgaat, word je zelf nog een pompoen
							
							Ze had gelijk en verveeld keek ik door de ruiten, 
							
							Daar kwam de zon net door, dus ging ik naar buiten,
							
							om met de kinderen uit de straat wat te verstrooien,
							
							of met de grote bal een potje stoeprand gooien.