RIOLERING
In 1900 werd de riolering van Enschede vernieuwd
en uitgebreid. Dat was hard nodig want de stank
en overlast namen ernstige vormen aan. Tot aan
de grote brand in 1862 kieperde men de tonnetjes
met uitwerpselen leeg als mest op het eigen
stukje bouwland of eenvoudig in de gracht. Bij
de wederopbouw na de brand werd de gracht
gedempt en werd een systeem ingevoerd waarbij de
tönnekes tegen betaling door de gemeente werden
opgehaald en geleegd op de Konijnenberg bij de
Molenstraat. Een goede riolering was dus hard
nodig en men schakelde daarbij waar mogelijk
over op closet met waterspoeling…. Pas na 1960
verdwenen de laatste “tönnekes’ uit de stad.
Maar niet alleen de menselijke resten van
ontbijt, middagmaal en avondpot werden gedumpt
op de nieuwe riolering ook het smerige
afvalwater van de fabrieken verdween
ondergronds. Overigens niet voor lang want de
Enschedese rioolbuizen hielden op aan de
stadsgrens waar de hele rotzooi werd geloosd op
beken en sloten langs de Hengelosestraat, de
Parkweg, de Emmastraat en het Stevenfenne die
allemaal samenkwamen op de Oelerbeek. De
gemeente dacht hierbij mooi van de troep verlost
te zijn maar had niet gerekend op baron van
Heeckeren van Wassenaar, kasteelheer en bezitter
van het landgoed Twickel. De door het Enschedese
afval vervuilde Oelerbeek stroomde over zijn
grondgebied en veroorzaakte daar een
ondragelijke stank terwijl het water door het
afval van de ververijen alle kleuren van de
regenboog kreeg. Toen klagen niet hielp spande
de baron die belangrijke connecties in de hogere
kringen had, een proces aan dat Enschede
jammerlijk verloor en waarbij de stad werd
veroordeeld tot een boete van 50 gulden per dag
zolang de overlast duurde….. Pas in 1915 werd
een eerste poging gewaagd de stank te beteugelen
door een waterzuivering-installatie aan te
leggen bij het Bruggert waar het water uit de
beken werd opgevangen. Het was een fiasco en de
dagelijkse boete bleef gehandhaafd. In 1920 werd
een nieuwe poging ondernomen. Een gerenommeerde
firma uit Utrecht bouwde aan de Bruggertsteeg
voor 190.000 gulden een "moderne" zuivering (ik
heb deze installatie nog gekend). Maar ook dit
bleek een mislukking. Pas in 1939 werd begonnen
met een grote nieuwe biologische waterzuivering
naast het kanaal. De bouw werd door de oorlog
vertraagd en de installatie kwam pas echt in
1951 in bedrijf. De kosten bedroegen 4 miljoen
gulden. Intussen had men wel gezorgd dat het
afvalwater niet meer richting Twickel stroomde.
De boete verviel in 1949 en had dus bijna 50
jaren standgehouden en
de Enschedese belastingbetaler een klein miljoen
gulden gekost, de beide falende installaties op
het Bruggert nog niet eens meegerekend.
Bruggenmorsweg 1947 met rioolwaterzuivering
en machinekamer...