HET TWENTSE ROS
We kennen het allemaal het steigerende witte
paard op een rode achtergrond. FC Twente,
Dagblad
Tubantia en diverse
andere Twentse bedrijven, clubs en organisaties
gebruiken het als logo…
Wie denkt dat de populaire vlag al eeuwen oud
is, heeft het mis. Pas bij de bouw van het
Rijksmuseum aan de Lasondersingel in de
twintiger jaren werd het ros door J.J. van
Deinse geïntroduceerd en gepromoot om het
Twentse zelfbewustzijn aan te wakkeren.
Eerst in 1981 werd het dundoek als officiële
vlag van Twente erkend…
Waar komt dat Twentse ros vandaan? Welnu, van
Deinse leende het van onze oosterburen uit de
Duitse deelstaten; Nedersaksen en Westfalen
waarmee hij Twente verbonden voelde.
Voor de oorsprong nemen we de tijdmachine die
ons terugbrengt naar de vroege middeleeuwen
tijdens de Grote Volksverhuizing die plaatsvond
tussen ca.450 en 750 na chr.
Opgejaagd of verdreven door Aziatische volkeren
als de Hunnen zochten Slavische en Germaanse
stammen toevlucht naar het westen waarbij ze op
hun beurt de daar wonende bevolking met geweld
verdreven of zich er mee vermengden. Drie
stammen, de Juten, Saksen en Angelen die in het
huidige Denemarken(Jutland) en het Duitse
Sleeswijk Holstein woonden, trokken zo richting
het zuidwesten waarbij ze in Noord Duitsland,
Groningen, Drenthe, de Gelderse Achterhoek,
Salland en ook in Twente belandden. Of er strijd
is geweest of dat men vredig het dun bevolkte
land in de Twentse moerassen deelde, is niet
bekend. Wel dat men ook hier niet genoeg
levensruimte vond en op avontuur trok naar de
Britse eilanden die kort daarvoor door de
Romeinse bezetters waren verlaten.
Een oude legende verhaalt over twee Saksische
broers Hengist en Horsa, waarin we al ons woord
hengst en het Engels voor paard; horse,
herkennen. Zij werden door hun stamhoofd
aangewezen om met een leger de Noordzee over te
steken teneinde in Brittannië nieuwe
woongebieden te vinden of veroveren. De broers
slaagden er in het vertrouwen te winnen van de
Keltische koning Vortigern bij wie ze zich
nederig meldden om hem te helpen in zijn strijd
tegen de Schotten. De koning hapte toe waarna de
broers schepen vol met Saksische krijgers en
emigranten over lieten komen waaronder een
Saksische schone die met de koning trouwde. Toen
was er geen houden meer aan en wisten de Saksen
langzaam maar zeker de macht over te nemen
waarbij Hengist uiteindelijk koning van Kent
werd en Horsa in de strijd met de Schotten
sneuvelde…….
Het geeft niet geheel de werkelijkheid weer maar
feit is dat Saksen, Angelen en Juten aangevuld
met Friezen en misschien wel Tubanten uit Twente
vanuit hun Hollandse nederzetting, het huidige
(Sa(k)ssenheim?), de Kelten verdreven naar Wales
en Ierland, de Schotten op afstand hielden en
zichzelf vestigden in wat Angelland, later
Engeland, zou heten. In de namen van Engelse
graafschappen als bijvoorbeeld Essex en Sussex
verwijst de laatste lettergreep sex nog naar
Saks, terwijl we nog altijd spreken van
Angelsaksisch wanneer we het over Engelse zaken
hebben…
Komen we terug op het Twentse ros. In de
Saksische godsdienst speelde het paard een grote
rol. Het werd als een heilig en edel dier
vereerd, misschien dat het daarom tot op de dag
van vandaag geen kop en poten heeft zoals andere
dieren maar een hoofd en benen. Bij speciale
grote erediensten in een heilig bos of bij een
heilige eik of steen werden ook vaak paarden
geofferd aan de goden.
Het paard zou bescherming bieden tegen
allerhande ellende en werd een Saksisch symbool
dat op vaandels en wapenschilden werd
aangebracht. Ook op de boerderijen werden twee
zich kruisende paardenkoppen, waarmee
waarschijnlijk ook de legendarische Hengest en
Horsa werden vereerd, op de nok van het dak
geplaatst tegen onheil als bliksem, brand,
ziekte en misoogst.
Deze paardenkoppen vonden we tot in de vorige
eeuw nog terug op het Twentse losse hoes dat
veel overeenkomsten vertoonde met de vroege
Saksische boerderijen.
Op het vaste land bleef Twente tot ca. 780 deel
van een groot Saksisch rijk dat bijna geheel
Noord-Duitsland omvatte en bestond uit diverse
gouwen met ieder een eigen aanvoerder. Alleen in
tijd van oorlog werd er een grote leider
benoemd, dat was op het laatst hertog Widukind
die de Saksische legers aanvoerde in de strijd
tegen Karel de Grote die met grof geweld de
Saksen wilde bekeren tot het christendom.
Widukind en zijn soldaten hielden lang stand
maar werden uiteindelijk verslagen waarbij Karel
de Grote als afschrikwekkend voorbeeld 4500
Saksische edelen liet vermoorden.
Met de hardhandige onderwerping aan het
christendom werd ook de verering van het paard,
de heilige eiken en stenen verboden maar mochten
de Saksen wel hun eigen oude wetten, de Lex
Saxonum, behouden. De twee paardenkoppen maakten
bij de veel boerderijen plaats voor christelijke
geveltekens waarbij een kruis de boventoon moest
voeren. Maar de boeren in afgelegen gebieden
bleven, om in paardenjargon te blijven,
halsstarrig, lieten zich moeilijk beteugelen,
gooiden de kont tegen de krib en hielden de
paardenkoppen op schuren en stallen in ere want
je wist het maar nooit. De kerk bedacht toen een
list. De paardenkoppen mochten wel, maar dan
moesten er op de koppen een kruisje worden
geplaatst als bewijs van overwinning van het
kruis op het bijgeloof… Ook hiervan zijn/waren
voorbeelden in Twente te vinden.
Uit deze geschiedenis komt dus ons Twentse ros
voort. We zijn niet de enigen want ook het
Engelse graafschap Kent waar Hengist en Horsa
aan land gingen, heeft op haar vlag en wapen het
steigerende Saksische ros net als veel Engelse
en Duitse steden zoals Hannover……
Naast het Saksische ros hebben we met onze
Duitse buren, onze landgenoten langs de
oostgrens en op de Veluwe de Nedersaksische taal
gemeen die sinds kort ook officieel erkend is…
“Loa’w de sproak en ’t ros in ere hoald’n”