ROKEN
Op een goede
dag, het was in het laatste jaar van de
lagere school, ik was nog net geen twaalf
spraken we met vier jongens uit de buurt af
stiekem een pakje sigaretten te kopen. Ons
oog viel op het merk Everest waarvan de
peuken een stuk langer waren dan die van de
andere merken. Een pakje van tien kostte
toen 40 cent dus voor ieder van ons een
dubbeltje. We haalden het uit de automaat
zodat we niet op zouden vallen want roken
was voor ons nog streng verboden. We
haastten ons met het pakje naar een met
struiken begroeide plek om het genot van de
eerste trekken te ondergaan.
Ineens stond daar een meisje uit de buurt
naast ons. Ze was wat ouder want zat al op
de huishoudschool. “Dat za’k an oen mo
vertell’n!” dreigde ze een van de jongens
waarvan ze de ouders blijkbaar goed kende,
maar voegde er meteen aan toe dat ze niks
zou zeggen wanneer ze ook een sigaret
meekreeg. Wij gingen mokkend akkoord maar de
brutaalste van ons stelde dat er wel wat
meer tegenover mocht staan, zoals het laten
zien van dingen die wij niet bezaten maar
zij wel. Tot onze grote verbazing stemde ze
toe mits ze er een tweede sigaret bij kreeg.
We konden onze oren niet geloven en
beloofden enthousiast wat ze had gevraagd.
We trokken ons verder in de struiken(bosjes
noemden we dit toen) terug en keken ademloos
toe hoe ze uitkleedde. We mochten alles zien
wat we wilden als we er maar met onze
tengels afbleven.
Ze gunde ons ruimschoots de tijd en we gaven
onze ogen dan ook gretig de kost. Toen vond
ze het welletjes en maakte een eind aan de
voorstelling. Ze stelde voor samen een
sigaret te roken op dit spannende avontuur
en er met niemand over te praten waarmee wij
volmondig instemden. Toen we hoestend en
kuchend de peuken uitdrukten, moesten de
overgebleven sigaretten verdeeld worden.
De andere jongens schepten op dat het roken
lekker was en hen goed was bevallen, ze
hadden zelfs over de longen gerookt. Ik vond
het maar smerig, kreeg er een vieze smaak
van in de mond, tranen in de ogen en gaf het
exemplaar waarop ik nog recht had dankbaar
aan het meisje. Het was voor mij, bij gebrek
aan zusjes, nichtjes of willige buurmeisjes,
de eerste keer dat ik de vrouwelijke
anatomie goed had kunnen bestuderen. Ze
bedankte me met een knipoog en beloofde aan
me te denken wanneer ze hem zou oproken,
hetgeen mij met warme gevoelens vervulde.
Hier bewees zich ook weer eens dat vrouwen,
ook als meisje, de jongens te slim af zijn.
Ze had drie sigaretten gebietst die haar in
tegenstelling tot ons geen cent hadden
gekost terwijl ik achteraf aan haar houding
meen te hebben gemerkt dat het laten zien
voor haar net zo opwindend was als voor ons
het kijken.
Ik heb haar later nog wel eens
gesproken maar ons avontuur bleef hermetisch
opgesloten in de doofpot met jeugdzonden.
Ik zou deze eerste poging tot roken wellicht
zijn vergeten wanneer het meisje er niet die
speciale dimensie aan had toegevoegd.
Ik werd dus een niet roker wat ik een aantal
jaren volhield. Ik keek echter met enige
jaloezie naar mijn vrienden die bij het
Witte Huis of het V&D restaurant met meisjes
in contact zochten door een sigaret aan te
bieden. Omdat ik grote moeite had met het
aanpappen met dames kocht ik ondanks mijn
afkeer van tabak in navolging van mijn
vrienden, vol goede hoop toch een pakje. Dit
keer waren het in de mode gekomen
mentholsigaretten ik meen van het merk Alaska. Ze vonden wel aftrek maar leidden
slechts tot oppervlakkige gesprekjes, laat
staan tot een intieme relatie. Toen het
pakje leeg was, was ook mijn animo om er een
vervolg aan te geven, in rook opgegaan.
Dat ik zelf niet rookte, wilde niet zeggen
dat ik geen rook binnenkreeg. Overal waar ik
kwam, thuis, op school, in het openbaar
vervoer of op de kantoren waar ik werkte
werd volop gerookt en rookte ik dus ongewild
mee. Maar ja, het hoorde erbij.
En weer kon ik de verleiding niet weerstaan
om tot aankoop over te gaan, niet omdat ik
snakte naar nicotine maar om mezelf een
imago aan te meten.
Na er een paar jaren weinig aan te hebben
gedaan, begon ik weer met tekenen en
tekstschrijven en kon ik zo af en toe tegen
een vriendenprijsje een ontwerp voor een
briefhoofd of bedrijfslogo verkopen. Bij die
bezigheid hoorde natuurlijk een artistiek
uiterlijk. Ik ging wat minder naar de
kapper, kocht voor die tijd alternatieve
kleding en schafte me als kers op de taart
een pijp aan om het geheel te vervolmaken.
Als pijptabak koos ik voor het merk Clan dat
geurde naar karamel, wat bij de omstanders
zowel afgrijzen als waardering opleverde.
Ook deze poging van mij om op te vallen bij
de dames mislukte want “Al rookt een lul een
pijp, hij blijft voor joker rijp.” Mede
omdat ik er bruine tanden van kreeg stopte
ik na een maand alweer met de pijp. Dit was
de laatste poging. Rookwaren kocht ik alleen
nog voor mijn vader die je met zijn
verjaardag of op Vaderdag niet gelukkiger
kon maken dan met sigaren van zijn favoriete
merk waarvan hij op zon - en feestdagen er
twee per dag met genot in de brand stak. De
rest van de week rookte hij de goedkoopste
tinnef. Hij is er 83 mee geworden, wat ik
als niet-roker nog maar af moet wachten….