SEPTEMBERNIEUWS  2023
 

 

 





LIED


Toen Mini, surfend over het internet, stuitte op een filmpje over ballroomdansen, kwamen nostalgische gevoelens boven die haar terugvoerden naar haar danslessen bij Bram Harberink.
Ze vertelt er verderop uitvoerig over.
Toen ging het allemaal nog officieel, jongen vraagt meisje en die mag niet weigeren.
In Mini’s platenrekje vond ze een toepasselijk singeltje van Adamo echter in het Frans en omdat de meeste van ons hier geen fromage van hebben gegeten en niet verder komen dan: bonjour of trottoir, koos Mini voor de Duitse versie…


Kijk, luister en beleef het mee bij;     NOSTALGIE


En heb jezelf een favoriet plaatje met een dierbare of romantische herinneringen, geef het door aan Mini en we spelen het een volgende keer af…..



 

 

 

 

 

 
Een Hereford koe in het Buurserzand op de bloeiende heide....
 

 

 

 

 





DANSLES.....


De meeste jongeren die vroeger op dansles hebben gezeten zullen het zich nog wel goed herinneren.
Het was ook een spannend gebeuren, de eerste gang naar de dansschool. Onder leiding van de dansleraar leerde je de toen meest gangbare dansen zoals de Engelse wals, Tango, Quickstep, Slow Foxtrot en de Weense wals. Deze worden onder de ballroomdansen gerekend. 
Wekelijks ontmoette je je vaste dansgenootjes en al gauw ontdekte je dat dansen ontzettend leuk was. Velen hebben in de dansschool zelfs hun eerste vriendje of vriendinnetje ontmoet. In de jaren 60, 70 en 80 mocht je als tiener naar de dansschool omdat het nu eenmaal bij je opvoeding hoorde.

 

 

 

 

 

 

 

 

BEENTJES VAN DE VLOER...


Toen ik 15 jaar was mocht ik ook op dansles.
Samen met een vriendin/collegaatje van mijn zus (winkelmeisjes bij groentehandel Jan de Groot aan de Haaksbergerstraat), schreven we ons in bij Bram Harberink voor een cursus dansen die ca. 3 maanden duurde. Hij gaf ‘s zondagsmiddags les bij dancing Engels aan de Laarresstraat.
Willie, haar achternaam ben ik kwijt, was een leuke meid en samen met de andere debutanten begonnen we aan ons dansavontuur.

      

De les duurde van 14.30 tot 16.00 uur, daarna was er vrij dansen tot 18.00 uur waarbij je ook een vriendin, zus of broer mocht uitnodigen om te komen dansen.
Geleidelijk leerde je de passen van de verschillende dansen, de ritmes en in de maat te blijven. Bij de Quickstep ging het met twee langen en twee korten…… slow – slow – quick-quick – slow – slow… enz., dat op een tamelijk snel ritme ging. De Foxtrot was ongeveer van hetzelfde laken een pak maar dan op een trager tempo. Bij de Weense Wals ging het…… hoem-tja-tja – hoem-tja-tja –hoem -…... en zwierde je op de muziek een eind in 't rond tot je er duizelig van werd. Bij de Tango lijken de stapjes wel wat de Foxtrot of de Quick Step maar dan net even anders. Dat gold ook voor de Engelse Wals. Na flink oefenen kreeg je het ritme wel in je voeten en leerde je de verschillende dansen wel herkennen en uit elkaar houden maar of we ook het talent hadden om ons net zo  zwoel en gracieus op de Tango te bewegen wat deze Latijn-Amerikaanse dans nou eenmaal karakteriseert?
We deden ons best.
In het begin danste je met je partner in al je verlegen- en onzekerheid wel een meter van elkaar af . Maar dan kwam Bram er snel bij om je heel dicht tegen elkaar aan te drukken. Hij had ook niet voor niets de bijnaam Brammetje Smok.
In de zaal zelf zaten de jongens aan de ene zijde van de muur en de meiden langs de andere.
Elke zondagmiddag kwam steeds dezelfde jongen om me op te halen en werden we vanaf  les 1 al vaste danspartners. Het was niet gebruikelijk en hoefde ook niet, maar ik vond het zelf wel zo prettig. We leerden de verschillende dansstijlen met veel  gestuntel  en hilariteit want vaak ging het mis. Dan trapte hij me op m’n tenen (1-0) en trapte ik hem even later weer terug (1-1). We lachten wat af en al stuntelend bewogen we ons op de maat van muziek door de lessen heen en geleidelijk  werden we volleerde stijldanser(s)essen en lag de ballroom aan onze voeten.  


Op de foto de cursisten met links dansleraar Bram Harberink in dansgelegenheid Engels.
Ik zie mezelf erop en ook appeljantje, mijn danspartner.
Behalve de deelnemers waren er ook andere genodigden, een vriend of vriendin, zus of broer, die na 16.00 uur mochten komen voor vrij dansen dat tot 17.30 uur duurde. Mijn zus staat er ook op, om die reden was zij hier ook elke zondagmiddag te vinden.


Hij was een aardige jongen van ongeveer 17 of 18 en begon ik mezelf na een poosje ernstig af te vragen waarom er eigenlijk geen afspraakje uit voortvloeide. Kennelijk was mijn bezorgdheid bij de andere dames niet onopgemerkt gebleven omdat een van de meiden me in m’n oor fluisterde dat die jongen de bijnaam appeljantje heeft en elke dinsdag en zaterdag op de markt in een fruitkraam staat. 
Aha, ik moest de markt dus op om hem te kunnen treffen en daarom vroeg ik op een zaterdagochtend zo langs m’ n neus weg aan m’n moeder of ze niet iets van de markt nodig had, daar ik toch de stad in ging. En wat een geluk voor mij  dat ik behalve wat groenten en kaas ook wat sinaasappels mocht kopen. Dus struinde ik de hele markt af op zoek naar die ene kraam en na wat heen en weer geschuifel ontwaarde ik  hem achter een kraam waar hij met luide stem zijn fruit aan de marktklanten probeerde te slijten. Schuchter en vol spanning stapte ik op de kraam af…. Gelukkig was het niet zo druk en was snel aan de beurt. Hij kreeg mij in t’ vizier, begroette me en pakte de sinaasappels voor me in. We kletsten maar een paar minuten met elkaar totdat …… klaarblijkelijk was het zijn bazin, ertussen kwam en iets zei in de geest van... 'hem niet van z’n werk afhouden'... Ik schrok me rot, zo lang was het toch niet eens? Die twee minuutjes maar? En het was niet eens zo druk bij de kraam.
Met een “Nou tot zondag dan hé?”, draaiden we snel een eind aan ons praatje en beteuterd droop ik af.   
We bleven gedurende de hele cursus met elkaar dansen maar daar is het ook bij gebleven...

                           


Toen ik 16 jaar werd mocht ik zondagsavonds naar de dancing. Dat Avion bij uitstek de meest gepaste gelegenheid werd is niet toevallig. Wij kwamen op de zondagochtenden al met Kynologenclub samen voor de training met de hondjes en op de feest/carnavalsavonden waren we er ook bij. Niet zo verwonderlijk dus dat we er een bruiloft en later ook een verloving in onsze familie hebben gevierd.    
De heer Becker die er toen gerant was kon ‘s avonds dan mooi een oogje in 't zeil houden....
Ik heb het altijd heerlijk gevonden om te dansen en dat is altijd zo gebleven, alleen is het tempo nu een heel stuk rustiger... 
Zullen we?? 

 

 

 





 

 




De vroegere dansgelegenheid Engels aan de Laaresstraat
die nu als ontmoetingsplek is voorbestemd, foto ca. 2022
 

 

 

 

 

 

 

 

 


 

ABRO


Abro, Azon, Dubro en Glorix zijn producten die we allemaal wel kennen
hoewel de jeugd van tegenwoordig je wel een beetje vreemd zal aankijken als je over Abro en Azon begint.
Het was de Zwolse Zeepziederij ‘De Fenix’ die begonnen was deze producten te fabriceren. De geschiedenis van deze zeepziederij gaat vermoedelijk terug tot 1719. Dit is tenminste het jaartal dat gebeiteld is in de gevelsteen die tot voor kort in het gebouw van de Fenix aan de Lijnbaan zat met daarop de tekst “E cynere vivo” hetgeen zoveel betekent als “Uit de as leef ik”.

De zeep die volgens de oude traditie in deze fabrieken werd vervaardigd bestond voornamelijk uit puur natuurlijke vetten als reuzel, boter, levertraan, hennepolie, lijnolie of raapolie. In eerste instantie waren het de producten Abro en Azon die het grootste deel van de omzet bepaalden. De naam Abro was gevormd uit de naam van de uitvinder van het product, (A)rend (Bro)ek. Beide producten, Abro als afwasmiddel en Azon als bleekmiddel, waren in de jaren '50 in bijna ieder aanrechtkastje wel te vinden. Dat was zeker het geval toen ‘De Fenix’ bij aankoop van een fles acties ging ontwikkelen. Door toevoeging van drie plastic kralen bij iedere fles Abro kreeg het product steeds meer aandacht van de consument. We herinneren ons vast de kralen nog die je tegen elkaar kon klikken en je zodoende een armband of halsketting kon maken.
Sinds de 20e eeuw wordt het Zeepzieden voornamelijk nog uitgeoefend als hobby want fabrieken zoals De Fenix die op deze wijze hun producten maken zijn er niet meer.
In 1964 ging alles over in Unilever.







                     



                             
 

 

 

 

 

 

 





DE PAARDENTRAM VAN BEUNK


Toen de eerste berichten in 1905 over de eventuele komst van een tramlijn in Enschede stalhouder Beunk aan de Molenstraat ter ore kwamen, bedacht hij dat een voorschotje hierop hem geen windeieren zou leggen. En hoewel er nog geen rails lagen, was de naam “paardentram” al snel gevonden. De “Jan Plezier”, een feestelijk opgetuigde wagen met aan weerszijden lange banken waar zo’n vijftien tot twintig personen plaats konden nemen, was een goed alternatief. De rit ging net als met de geplande elektrische tram naar de grens bij Glanerbrug waar het zondags in de diverse Duitse gelegenheden met “Biergarten” aan de Glanerbeek, goed toeven was. Om de feestvreugde te verhogen reed er vaak een harmonicaspeler mee. Een wandeling naar Glanerbrug met een bezoek aan jeneverstokerij Viefhues net over de grens waar een fles “foezel” heel wat minder kostte dan in de stad, was in die dagen al een gewild uitje waarbij de terugweg na het nuttigen van iets teveel geestrijk vocht toch altijd wel wat meer moeite kostte dan de heenweg. De paardentram van Beunk bracht hierbij dus uitkomst. Men rekende twintig cent voor een enkele reis en een kwartje voor een retourtje. De paardentram reed zondags op vaste tijden twee keer op en neer naar “de Brug”, later werd er nog een rit op woensdagmiddag aan toegevoegd. Toen de echte tram in 1908 ging rijden was de pret voor Beunk voorbij.
 

 

 

 





 

 






DE PAARDENTRAM VAN BEUNK


De komst van de tram naar Enschede,
bracht voerman Beunk op een idee.
Want in zijn vrachtstalhouderij,
waren op zondag paarden vrij.


Dus zag hij in een paardentram,
een dik belegde boterham.
Zo’n zondagsritje naar de grens
dat was toch leuk voor ieder mens.


Bij foezel of een glas Duits bier,
beleefde men een hoop plezier.
En met, Wein, Weib und Gesang,
duurde de zondag niet zo lang.


Voor twintig cent naar Glanerbrug
en voor een kwartje heen en terug.
Heen sprak men nog van grote dorst,
terug zong men uit volle borst,
gezamenlijk de oude deun;
“Warum ist es am Rhein so schön?”




 

 




 

 




Foezelstokrij Viefhues....
 

 




Van hieruit werd vertrokken;
Molenstraat 1905 met hoek Hengelosestraat - richting Oldenzaalsestraat,
met blokhuisje 47 (spoorwachtershuisje), Beunk Stalhouderij

 

 

 

 

 

 

 

 

        
 

 

 

 





HAUTE COIFFURE EN HAUTE COUTURE


We zullen allemaal onze hobby, liefhebberij of zelfs roeping hebben.

Bij de een gebeurt dat in de geborgenheid van thuis, anderen als Hans met zijn beeldende kunst of Mini en Gerrit met hun schrijverijen en gedichten, komen ermee naar buiten.
Tijdens ons koffie-uurtje bij Dini, eind april ontdekten we zo’n verborgen talent.
Een der dames merkte op dat Ria D. zo’n mooie jas aan had waarna Ria trots opmerkte dat ze die zelf had gemaakt. Bewondering alom en helemaal toen ze haar eigen label in de kraag van de jas liet zien.
Nu was het zelfs Gerrit die niet erg modebewust is en na zijn pensionering alle driedelige pakken en Terlenka broeken heeft ingeruild voor jeans, al opgevallen dat Ria op onze bijeenkomsten altijd zo stijlvol en smaakvol gekleed was. Hij vond het een surplus voor haar charme…
Maar waar deed ze dat van?
Had de verkoop van haar kapperszaak zoveel opgebracht dat de zich de haute couture in de exclusieve modezaken in Londen of Parijs kon veroorloven?
Niets is minder waar. Als kind werd Ria, zoals ze vertelde, al geboeid door de naaldkunst en had al naailes op haar tiende toen wij nog “schipper mag ik overvaren” speelden. Ook tijdens de drukke werkzaamheden in haar kapsalon, bleef er tijd over voor het naaien van fraaie jurken, rokken of pakjes waarvan ze de patronen uit vakbladen haalde of zelf ontwierp. Enige van haar modellen hebben we hier mogen afdrukken net als haar exclusieve label.
Ze is dus niet alleen creatief met haar,
maar ook met naald en schaar.
En zo zie je maar weer, we hebben allemaal onze talenten, maar laten ze nog te weinig zien.
We hopen Ria en haar fraaie creaties nog vaak op onze bijeenkomsten te mogen bewonderen.

 

 

 

 

 







 

 

       

  

 

 

 

 

 

 

 

 

 

TUNNEKE BERENBOS...
 




Tunneke, Tunneke, Berenbos.....
 

 





Zin in een eeuwenoud kinderspel?
Laten we het gewoon proberen. Je hebt er minstens drie personen voor nodig, maar wees voorzichtig!
Daar gaan we……….




Tunneke, Tunneke Berenbos

Woar zult wie ’t Tunneke loaten?

Al in de Haverstroate?

Of an de Kuupersdiek ?

Woar smiet wie ‘t Tunneke liek?

Of an de Mooyen Hof

Doar smiet wie ’t Tunneke of






Bij ons in de buurt werd het gezongen tijdens een wreed ritueel waarbij je bij armen en benen werd gepakt, heen en weer geslingerd en daarna losgelaten zodat je een eind verder, soms hard en pijnlijk op het gras terecht kwam. Als er niet werd geslingerd, liet men je steeds met je achterwerk hardhandig op de grond komen, dat heette poëtisch; kontjestoten….
We doen het nog wel eens voor het slapen gaan met onze kleinkinderen die dan in bed belanden.
Zoals veel van dergelijke oude versjes die bij kinderspelletjes werden gezongen is ook dit rijmpje een afspiegeling van de grotemensenwereld. Het blijkt een liedje te zijn dat ondanks de Haverstraoate, de Kuupersdiek en de Mooyen Hof niet alleen in Enschede werd gezongen. Ook in andere Twentse plaatsen maar dan ook met daar aanwezige straten…. Het is volgens lieden die er voor hebben doorgeleerd een parodie op het legen van de vroeger gebruikte poeptonnetjes toen die nog niet door de gemeentereiniging werden opgehaald. Je moest maar zien waar je het kwijt kon. Meestal in het eigen groentetuintje maar soms ook in de gracht of een sloot. Hoewel ik daar vroeger als slachtoffer nooit aan hebben gedacht, vind ik het een plausibele uitleg. Alleen wat betekent Berenbos dat in de meeste variaties van het liedje wordt gebruikt? Ook Berenboks komt voor. Een variatie met Beer en Brood is aardig. In het Tunneke zaten immers de restanten van bier en brood…… maar het meest voor de hand ligt dat het van het oude woord beer (uitwerpselen) komt, nu nog gebruikt bij beerput.
Een Hollandse versie van Tunneke is het; Jonassen, afgeleid van de profeet Jonas die volgens het Bijbelverhaal door de bemanning van een boot op deze manier overboord werd gekieperd om de storm te doen luwen en daarbij in de maag van een walvis terecht kwam.


 

 



Havertstraat met rechts waar later Stolker kwam, ca 1909...
 

 



Kuipersdijk ca 1915...
 

 

 

 

 





BOEKWERKJE


Eindelijk was het dan zover.

Ze hadden het er al eens over gehad en ook van buitenaf werd er vaak aangedrongen om een boekwerkje samen te stellen met de kunstwerken van Hans en de gedichten van Gerrit.
Materiaal vinden en kijk- en leesvaardig samenstellen was niet het grootse probleem.
Na enkele keren brainstormen in december bij Hans thuis was dit ook met behulp en support van Gerrie snel gepiept. De opmaak en het drukken waren ingewikkelder en eigenlijk te duur om het zelf helemaal te realiseren. Als het zou lukken, zouden familie, vrienden en klasgenoten een exemplaar gratis krijgen, de rest moest aan de man worden gebracht om het te bekostigen, maar mocht niet duurder uitvallen dan 10 euro per boekje… Winst hoefde er niet te worden gemaakt het was bedoeld voor het voor eeuwig vastleggen van onze kunsten voor ons zelf en het nageslacht.
Na het aanvragen van enige offertes bleken de kosten veel te hoog ( min. 22 euro per exemplaar)
Maar gelukkig waren daar de neef en het achternichtje van Hans die een bedrijf runnen waar contacten zijn met de benodigde drukkerijen waarbij men tevens aanbood ons te sponsoren.
Die kans werd door Hans en Gerrit met beide handen aangegrepen en zo konden tijdens de reünie eind april bij Dini de eerste exemplaren aan de aanwezige klasgenoten worden uitgereikt.
Via de site “Oud Enschede” waar Gerrit stukjes voor schrijft, werd de verkoop in gang gezet en wonderwel was de oplage van 150 boekwerkjes binnen een week uitverkocht.
Nog steeds komen er aanvragen binnen, maar op is op!
Mini die ook enkele boekjes had besteld, kwam op het mooie idee een exemplaar te schenken aan het in onze oude school gevestigde Stevenfennehuis hetgeen zeer op prijs werd gesteld.


*** Gelukkig was ik net op tijd om bij Gerrit nog een paar extra exemplaren bij te bestellen voor liefhFEF2AF in eigen kringetje. Een idee dat ineens in me opkwam was om ook een boekwerkje voor het Stevenfennehuis te bestemmen.
Via de mail legde ik contact, stelde me voor en beschreef in het kort waar het over ging.
Al snel kreeg ik een berichtje terug van locatie manager Ellis de Graaf die het een heel leuk initiatief vond en vermeldde dat ik van harte welkom was.
We spraken een datum af en op dinsdagmiddag 15 augustus om 13.30 uur werd ik er verwacht. De ontvangst in haar bureau was hartelijk en onder genot van een kop thee deed ik in het kort mijn verhaal over onze schooljaren en hoe we via Schoolbank weer contacten met oud-klasgenoten legden op een leeftijd dat we allemaal al gepensioneerd waren. Over de reünies die we sinds die tijd met elkaar hielden en over de bezoeken aan onze school in de periode dat kinderopvang Okidoki er nog gehuisvest was. Over het opzetten van onze website met al onze herinneringen en de verhalen en gedichten die voornamelijk aan Gerrit te danken zijn en ook over de Facebook site Oud-Enschede waar de leden eveneens van zijn inbreng over het oude Enschede konden genieten.
In de inleiding van het boekje kon ze lezen over de werken van Hans en de schrijverijen van Gerrit en hoe zich vervolgens de kans en de mogelijkheid zich voordeed om er een gezamenlijk boekwerkje van te maken en deze uit te geven.
Ellis bladerde even kort door het boekje waarbij ik hier en daar wat uitleg gaf.
Ze was erg enthousiast en sprak er meerdere keren haar waardering over uit dat aan het Stevenfennehuis gedacht werd.

       

Met een korte rondleiding door het gebouw, een blik in beide huiskamers, door de “mega"grote hal waar we vroeger sinterklaas welkom heetten en bij de klok waar je onder moest staan als je te laat op school kwam. Ik wees op de tegeltjes waar ik tijdens de verbouwing ter herinnering een paar van mee mocht nemen, waar we even in onze 1e klas rondkeken (nu de activiteitenkamer) en daar over de grote ontsnapping van Diny en mij vertelde. Van daar langs de garderobes en de toiletten (heb maar niet vermeld dat het er toen altijd zo naar urine stonk) en we via de achterdeur op het schoolplein uitkwamen waar ik onze eigen oude korfbalpalen weer zag staan. Opnieuw die onvermijdelijke  herinneringen… Ik waande me even weer kind, hoe kon ik weten…..
Het schoolplein is gedeeltelijk afgerasterd en doet dienst als parkeerplaats maar of het bestemd is voor het zorgpersoneel is me niet echt duidelijk geworden. Kan ook aan de orthodoxe kerk toebehoren die in het naastgelegen voormalig gymnastiekgebouwtje gehuisvest is dat er tijdens onze schooljaren nog niet was.
Daarna nog even de trap op naar boven waar in het halletje ook het fonteintje nog intact is.
De vroegere klaslokalen zijn verbouwd tot kamers (studio’s) geworden voor de bewoners.
In een leegstaande kamer mocht ik even binnenkijken. Niet zo heel groot maar mFEF2AF eigen doucheruimte,  een klein keukentje met aanrechtblad en wasbak.
Terug in kantoor bedankte Ellis me nogmaals voor het brengen van het boekwerkje en mocht ik een plaatje van haar schieten. 
Het bundeltje komt in de huiskamer te liggen zodat iedereen er in kan zien, lezen of er gewoon doorheen bladeren en hopen we dat er veel plezier aan beleefd wordt.***


 

 





UITSLAG RAADPLAATJE APRIL 2023



Op het eerste oog een moeilijke opgaaf, veel meer dan een leeuwenkop was er niet te zien.
Toch kwamen er veel goede antwoorden want we gingen allemaal graag naar de kermis of de speeltuin en de hertjes in het Volkspark waar we meestal via de andere ingang aan de volksparksingel binnen kwamen. De leeuwenkop zit aan de deftige monumentale ingang met trap een het eind van de Tromplaan….

De winnaar moest dus weer eens worden uitgeloot.

Zij kreeg al in mei deze aardige picknickmand om tijdens een mooie zondagmiddag op een grasveld in het park smaakvol te vertoeven.

De inhoud komt voor eigen rekening…..


 







Ingang Volkspark met de leeuwenkop rond 1900...
 


 Dezelfde leeuwenkop is anno 2022 nog steeds te vinden bij de trappen van het Volkspark...

 

 

 

 





RAADPLAAT SEPTEMBER 2023




Met deze uitsnede van een fraaie dakversiering zijn we alweer aan het eind gekomen van ons septembernieuws…

Tip: Zoek het vanuit de stad komend, bij een splitsing richting onze oude woonbuurten...


 
Als er een lichtje gaat branden stuur het dan in.
 We zien je puzzelresultaten graag  tegemoet bij;
 
 info@stefenfen.nl

 

 
Maar via de mail van Mini mag natuurlijk ook!

 


 

 

 

 


 

 

 

 

 

TOP

HOMEPAGE