Beste klasgenoten, hier mijn verhaal over de molen.
Als kleine jongen kwam ik nog al eens in
het Buurserzand.
Dit had ik te danken aan mijn vader, hij was een verwoed
natuurliefhebber, lid van het IVN en Natuurvrienden.
We maakten vele fiets- en wandeltochten en deze gingen meestal
richting Buurse en Haaksbergen. Het belang van de natuur werd
ons met de paplepel ingegoten. Zo ook kwamen we regelmatig langs
de molen en de Bommelas (een boerderijtje) en het Buursermeertje
in het Buurserzand. Heb me nooit afgevraagd waarom deze molen
daar op een heuveltje bij het vennetje stond. Heb deze plaatsen
afgelopen zondag nog bezocht en je moet goed kijken waar de
molen heeft gestaan. Ik weet nog de plek te traceren, want ben
wel eens over de omheining geklommen om een bezoekje aan de
molen af te leggen.
Later heb ik vernomen dat deze molen een onderdeel uitmaakte van
een openluchtmuseum in ontwikkeling, dat door omstandigheden
niet tot stand is gekomen.
Het mooie aan mijn verhaal is dat mijn jongste broer Henk al
enkele jaren molenaar is op deze molen.
Ter
gelegenheid dat hij molenaar werd op deze molen heb ik een ets
voor hem gemaakt.
Hieronder de geschiedenis van de
molen en gedicht van Van Deinse.
Plaats Usselo Enschede
Bouwjaar
1802
Type Standermolen
Kenmerken open
Functie
Korenmolen
Bestemming
maalvaardig
Monumentnummer 1883
De Wissinks Möl staat in de gemeente Enschede vlak bij Usselo,
langs de weg naar Haaksbergen. De molen is van het type (open)
standermolen, plaatselijk bekend als stenderkast. De
oprichter en eerste eigenaar J.H. Wissink woonde naast het
molenveld. De molen heeft drie zolders in plaats van de
gebruikelijke twee zolders bij standermolens en heeft een
koningsspil met spoorwiel voor de aandrijving van twee van de
drie maalkoppels. Met de drie koppels molenstenen maalde de
korenmolen vanaf zijn bouwjaar 1802 tot 1921 voor de boeren in
de omgeving (onder andere van de Usseler Es).
Toen kwam
er bij de Lonneker Coöperatie een machinale maalderij.
GESCHIEDENIS
In 1921
kocht Jan Bernard van Heek na een tip van J.J. van Deinse de
molen en liet hem overbrengen naar het Buurserzand tussen Buurse
en Haaksbergen, waar hij een openluchtmuseum wilde laten bouwen.
Die plannen zijn echter niet uitgevoerd.
In de vier teerlingen van Bentheimer zandsteen werd ook in die
tijd het volgende gedicht van Van Deinse gebeiteld:
Ik zin ‘ne oale stenderkast
Oet
achtteenhonderdtwee
Do mi-j Jan
Heenik Wissink ginn
n Ossel
bouwen dee
Ik heb as Wissinks Möl bekènd,
Op ’t oale
erve doar
’t Zoad van
’n Osseler Esch emaald
Hoast
honderdtwintig joar
De ni-jje tied met zinnen stoom
Dee hef’t
mi-j an edoan,
As
gedacht’nis vuur ’t noageslacht
Kwam ‘k op
diss’ stéé te stoan
In negenteen honderd twintig een
Hef Jan
Bernard van Heek
Mi-j kof en
do weer op ebouwd
Hier achter
Zonnebeek
In de jaren ’50 geraakte de molen in een slechte staat, mede
door toedoen van vernielzuchtigen. De staat van de molen was
dermate slecht, dat de Vereniging tot Behoud van
Natuurmonumenten de molen eigenlijk wilde slopen. De Edwina van
Heekstichting heeft zich toen garant gesteld voor de
herstelkosten van de molen. In 1957 werd een grote restauratie
uitgevoerd, die de toekomst van de molen veilig stelde.
Er werd
in 1965 nog een restauratie uitgevoerd. In 1970 kwam de molen op
de lijst van Rijksmonumenten te staan. De jachtopziener sprak
zich toen ook uit in de regionale pers over de belabberde
toestand van de molen, want hij begon gevaarlijk naar links over
te hellen.
In november 1972 sloeg de molen op hol tijdens een
hevige storm, dreigde uit elkaar te schudden en vlam te vatten
door de hoge wrijving in de kap. Dat werd tegengehouden door de
snel ter plaatse zijnde Haaksbergse brandweer.
Vervolgens werd
de molen afgebroken en tot 1981 werden de losse onderdelen
opgeslagen.
De bewoners
van Buurse hoopten de molen in hun dorp te kunnen houden
(slagzin: Stenderkast moet in Buurse blijven!) maar in
mei 1981 werd de molen in een dag teruggeplaatst op zijn
oorspronkelijke plek bij Usselo op de nog aanwezige oude
fundamenten en opnieuw gerestaureerd. Dit was het resultaat na
een conflict waar niet minder dan de volgende spelers in mee
deden: Natuurmonumenten, Ministerie voor Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk werk, gemeentebestuur Haaksbergen, Gedeputeerde
Staten van Overijssel, Vereniging Hollandsche Molen, Raad van
State en Stichting “De Overijsselse Molen”. Op de toenmalige
Technische Hogeschool Twente werd het “Actiecommité Wissinks Möl
noar d’ oale stee” opgericht.
Oorspronkelijk stond de molen in een heideveld waar de wind vrij
spel had. Thans zijn er bomen gegroeid die de goede werking
hinderen.
In 2008 werden er bomen gekapt aan de zuidwest- en
noordoostzijde, waardoor de molen veel rustiger loopt.
Nu is de
molen eigendom van Stichting Wissink’s Molen. De
vereniging Wissinks Möl ondersteunt de stichting.