SLAG BIJ BOEKELO

 

 

 



Waarschijnlijk heeft de slag plaatsgevonden bij het rode kruis......
 

 





Christoph Bernhard von Galen, bisschop van Münster, ook wel Bommen Berend of Beernke den Koodeef genoemd, had nog een rekening te vereffenen met de Nederlanden. Ze hadden hem de heerlijkheid Borculo onrechtmatig afgenomen en zijn handelsplannen met Amsterdam gedwarsboomd. Alleen was hij echter niet sterk genoeg dus wachtte hij op een goede gelegenheid. Die kwam toen Engeland de Republiek der Zeven Provinciën de oorlog verklaarde. Op zee was ons land oppermachtig maar daardoor werd het achterland verwaarloosd en kon de bisschop toen hij zich aansloot bij Engeland zonder noemenswaardige tegenstand op 22 september 1665 Twente binnenvallen, Enschede plunderen en Losser in brand steken….
Voor die tijd had hij al maatregelen getroffen waardoor hij de loyaliteit van de Twentse katholieken kon verwachten. Hij liet dicht tegen de grens kapellen bouwen waar de roomsen die hier geen kerkdiensten en missen meer mochten houden in het geheim naar toe konden. Bij Enschede was dat een noodkerkje op het erve Herker Orthaus bij Sandersküper. In 1640 hadden drie vermogende Enschedese katholieken hier voor dit doel al een gebouwtje gekocht en ingericht dat later met steun van de bisschop door de Franciskanen werd overgenomen. Van hieruit trokken twee geestelijken, Eustatius en Franciscus regelmatig als koopman of handwerksman verkleed richting Enschede om zieken en stervenden te bezoeken. Ook werd er ’s nachts in het geheim de mis gelezen in de “Weevekamer van ’t Fabrieqhus op de Labdiek” (Walstraat 32).
Het spreekt voor zich dat deze bezoeken ook werden benut om inlichtingen te verkrijgen over bewegingen van het Staatse leger en andere strategische informatie. De Enschedese katholieken waren tot alles in staat, zelfs landverraad, wanneer ze de Grote Kerk op de Markt maar terugkregen die Prins Maurits hun in 1597 had afgenomen wegens heulen met de Spanjaarden…
Een voorbeeld van zulk een euvele daad vond plaats op 8 december 1665….. Enige dagen daarvoor hadden Staatstroepen   bestaande uit 300 ruiters en 400 man voetvolk vanuit Deventer een inval in Twente gedaan om enige belangrijke adellijke huizen te heroveren.
Eerst was Twickel aan de beurt dat na een salvo kanonschoten, eieren voor zijn geld koos en zich overgaf terwijl het Huis te Hengelo zonder slag of stoot werd ingenomen. Op 8 december trok men, gesterkt door deze successen op naar Enschede. De beide Franciskanen die zich die morgen in Enschede bevonden, werden hierover door hun informanten op de hoogte gebracht waarop ze zich terug naar Alstätte spoedden en zich te paard naar het stadje Ottenstein begaven waar een Münsterse commandopost was gevestigd. Hier werd de boodschap in grote dank aanvaard en kreeg men een beloning van 12 stuivers die uit gemeente kas werd betaald…
In allerijl werd nu bij het nabij gelegen stadje Wessem een leger van 1500 ruiters bijeengebracht dat twee uren voor zonsondergang richting Twente vertrok.                                                                                                                             
De snelste route ging via Alstätte, den Broam (Buurse) en over het Rutbekerveld waar op de heide twee uren rust werd gehouden. Van hier rukte men op richting Hengelo waar bij Boekelo “onwijt van den Sesick op den pasz van Enschede op Delde” een hinderlaag werd gelegd omdat men hier het Staatse leger verwachtte dat zich op Twickel terug zou trekken…… Dit legertje lag voor Enschede en kreeg al vroeg te horen dat er Münsterse troepenbewegingen waren gesignaleerd. Men liet het stadje voor wat het was en trok via de weg op Ghoor (oude Beckumerweg) richting Boekelo waar deze weg een afsplitsing had naar Delden.
De Münsterse commandant had het dus goed aangevoeld. Listig stuurde hij een groep van veertig verkenners als lokaas de Staatsen tegemoet. Deze vielen gretig aan, verweerden zich dapper maar werden plots van alle kanten door de rest van de Münsterse ruiters omsingeld en in de pan gehakt. Ze trachtten nog te vluchten, maar vonden het hek in de landweer richting Hengelo gesloten zodat ze volledig in de val zaten. Velen werden gedood en belangrijke officieren gevangen genomen. De 400 man Staats voetvolk kwam uiteraard pas later ter plekke en toen men in de voorste gelederen zag hoe hun cavalerie door een grote overmacht werd afgeslacht, wierpen ze hun wapens weg en zetten het in paniek op een lopen om zich in de bossen, schuren en hooibergen te verstoppen. Bij het invallen van de duisternis trok men zich zo onopvallend mogelijk op Deventer terug, de veel geplaagde Twentse bevolking overlatend aan de plunderende en brandschattende bisschop.
Het was de enige keer dat het Staatse leger een poging deed Bommen Berend uit Twente te verdrijven. Pas toen Frankrijk dreigde in te grijpen, tekende hij op 19 april 1666 knarsetandend de vrede van Kleef en verlieten zijn troepen Twente. De ellende was voorbij en de getroffen steden en dorpen likten hun wonden…….
Voor even maar, want in 1672 ( het rampjaar) viel hij op nieuw aan……
Op het kaartje zijn de blauwe lijnen de hoofdwegen in die tijd. Waarschijnlijk heeft de slag plaatsgevonden bij het rode kruis. Historici menen dat “den Sesick” het Boekelose erve Teesink zou kunnen zijn, nabij de passage(hek) in de landweer op de weg van Enschede naar Delden….



  

 



Schilderij van het door de Münsterse troepen in brand gestoken Losser.
Volgens ingewijden hing het doek in 1981 nog in villa de Hooge Boekel.....